Emanuelson gericht bezig met Ajax-talenten: ‘Het gaat om het meeste geld en likes”

Emanuelson probeert bij Ajax jeugdspelers voor te bereiken op een loopbaan als profl. De oud-international focust zich daarbij vooral op de mentale weerbaarheid van talenten, omdat de weg richting de top vol hobbels gaat.

Emmanuelson begeleidt jonge spelers richting profcarrière

“Het gaat allemaal om de meeste volgers en de meeste likes. Het meeste geld verdienen, en het liefst zo snel mogelijk”, schetst Emanuelson in het Ziggo Sport-programma Kick ‘t Met de situatie in het hedendaagse voetbal. “Je wordt op een voetstuk geplaatst. Sommigen werken ervoor omdat ze minder goed zijn, maar de jongens die echt goed zijn, doorlopen heel soepel de jeugdopleiding en komen daarna dingen tegen die ze nog niet hebben meegemaakt.”

“Dan gaat het ineens van zo, naar zo”, aldus Emanuelson, terwijl hij met zijn handen van boven naar beneden beweegt. “Zo gaat het altijd. Die dip komt altijd. En dan gaat hem om hoe lang je in die dip blijft zitten. Als je erin blijft zitten, dan zak je van Ajax naar lagere clubs. Maar als je eruit komt, dan gaat je ook meteen weer omhoog en dan kan het top van de top zijn.”

Twijfels bij een dip

“Als ze in die dip komen, gaan ze twijfelen aan zichzelf: ‘Shit, misschien ben ik toch niet goed genoeg’. En dan weten ze het niet meer”, stelt Emanuelson, die vanuit de Ajax-jeugd doorstroomde naar het eerste elftal en vervolgens voor onder meer AC Milan en AS Roma uitkwam. “Daar probeer ik die jongens op voor te bereiden. Dat die dip altijd gaat komen. Maar ook dat je, als Ajax in je gelooft en je tekent voor vijf jaar, altijd de kans gaat krijgen.” Hij noemt onder anderen Silvano Vos en Mika Godts als voorbeelden van jongens waar hij mee werkt. 

“Tot die kans komt, moet jij er alles aan doen om te laten zien dat je ready bent. Dus als jij met Jong Ajax mee moet doen, moet je niet denken: ‘shit, ik moet met Jong meedoen’. Nee, laat zien dat je beter bent dan de jongens die daar nu spelen. Want dat ziet de trainer ook. Al krijg je tien of twintig minuten, je moet er alles aan doen. Dat proberen we de jongens bij te brengen.”