Rafael van der Vaart verklaart bijzonder Ajax-fenomeen

Waar de meeste ploegen thuis beter presteren dan uit, is het bij Ajax in de Champions League al een tijdje andersom. Buitenshuis zijn de Amsterdammers nu al een tijdje schier onverslaanbaar en dat is toch wel een beetje een gek fenomeen.

Rafael van der Vaart zegt echter in De Telegraaf: “Ik heb de indruk dat er tegenwoordig in uitwedstrijden veel vrijer wordt gevoetbald, dat het verschil tussen uit en thuis steeds minder groot wordt. Altijd vol voor de winst spelen, dat vind ik mooi. We zijn allemaal op voetbal gegaan om te winnen en mooi te spelen, niet om te rekenen.”

In de Johan Cruijff ArenA presteert Ajax iets minder: “In je eigen stadion moet je – zeker als er gewoon publiek is – voor je gevoel wat meer naar voren spelen. En dat is niet altijd verstandig. In uitduels is het plan vaak wat duidelijker en krijg je ook meer ruimte”, aldus Van der Vaart, die benadrukt dat elke wedstrijd op zich moet worden bekeken. „In het seizoen dat Ajax de halve finale haalde, werd thuis van Real Madrid verloren en gelijkgespeeld tegen Juventus. In Spanje en Italië was er niets meer te verliezen. En dat is lekker voetballen…”

Van der Vaart wijst ook naar de aanwezigheid van Dusan Tadic, Davy Klaassen en Daley Blind: “Routiniers maken lastige uitduels voor jongeren vaak makkelijker door ze vooraf en in het veld op hun gemak te stellen. Natuurlijk hadden ze tegen Atalanta en misschien nadrukkelijker de controle moeten bewaken. Maar schiet Perr Schuurs na die ene actie de bal in de bovenhoek en wordt het 0-3, dan hebben we het er nu nog over. Bij Midtjylland liep het wel net goed af.”