Kökcü reageert op ophef: “Dat is het enige”

Orkun Kökcü droeg zaterdag ‘gewoon’ de aanvoerdersband van Feyenoord tijdens het thuisduel met Fortuna Sittard (1-1). In Alkmaar weigerde hij de OneLove-band te dragen vanwege zijn geloof, iets waar hij in De Kuip nog eens over sprak.

Kökcü benadrukte na het duel met Fortuna dat zijn beslissing puur en alleen uit geloofsovertuiging is genomen. “Ik wilde dicht bij mezelf en mijn geloof blijven”, vertelt hij aan ESPN. “Het is niet per se de aanvoerdersband. Je moet iedereen respecteren, dat heb ik geprobeerd uit te leggen in mijn statement. Ik wilde er gewoon geen uithangbord voor zijn, omdat het niet gepaard gaat met mijn geloof.”

Of de Feyenoord-middenvelder iedere vorm van liefde accepteert? Kökcü antwoordde met ‘natuurlijk’. “Iedereen mag doen waar hij zich prettig bij voelt. Dat heb ik ook al in mijn statement aangegeven. Maar zoals ik net al zei: ik wilde daar geen uithangbord voor zijn. Dat is het enige. Voor de rest moet iedereen gewoon doen wat hij wil en moet iedereen respectvol voor elkaar zijn. We moeten samen leven op deze aarde.”

Hans Kraay jr. leek de uitleg onvoldoende te vinden, waarop Kökcü benadrukte dat hij geen problemen heeft met homoseksualiteit. “Zoals ik zei: iedereen mag doen wat hij wil, maar ik wil daar geen uithangbord voor zijn. (…) Ik wist voor mezelf al meteen wat ik wilde doen. Ik wilde daar geen uithangbord voor zijn. Het is belangrijk dat de club die actie wel ondersteunt. Ik ben er gewoon voor dat iedereen respectvol voor elkaar moet zijn, maar ik vind niet dat ik de aangewezen persoon ben om dat te supporten. Er zijn genoeg anderen die het kunnen doen.”

Kökcü weerspreekt dat hij bang is geweest voor vervelende reacties. “Nee, zeker niet. Ik geloof heel sterk. Als ik ergens achter sta wat betreft mijn geloof, dan wijk ik daar nooit van af.” Of hij overwoog om de aanvoerdersband permanent in te leveren? “Nee, ik heb nooit getwijfeld. Waar Feyenoord me nodig heeft, probeer ik een waardige en goede aanvoerder te zijn. Er zijn ook sommige momenten dat het niet lukt. Dan ben ik ook mans genoeg om de band door te geven.”