Van Marwijk ‘baalt’ van Van Bommel en De Jong: ‘Dat steekt me nog steeds’

Op het WK 2010 in Zuid-Afrika was het Nederlands elftal heel dichtbij de wereldtitel. Het moment tussen Arjen Robben en doelman Iker Casillas staat voor altijd op het netvlies bij elke Oranje-supporter. Wat als de ‘beruchte’ teen niet in de weg had gezeten? De toenmalige bondscoach Bert van Marwijk heeft er nog altijd last van.

Bij RTV Oost laat Van Marwijk weten dat Oranje destijds met een duidelijk ambitie op het WK aanwezig was. “Voorafgaand aan het toernooi zei ik al: ik kom alleen voor de wereldtitel. Toen werd ik uitgelachen. Wij zouden nooit wereldkampioen kunnen worden met zo’n zwakke achterhoede. Toch stak het team goed in elkaar. Het paste. En mentaal waren we zo sterk.”

In de kwartfinale dreigde uitschakeling tegen Brazilië, maar Van Marwijk zag een wonderbaarlijke wederopstanding. “We werden compleet overlopen. Ik weet nog dat ik in de rust zei: gefeliciteerd! Het is nog maar 1-0. Dat is wel een beetje de basis geweest van de ommekeer, want het geloof keerde terug. Na de rust speelden we weer met lef.”

Spanje te sterk voor Oranje

Van Marwijk zag vervolgens in de WK-finale tegen Spanje een cruciale factor een rol spelen die Oranje belemmerde. “Mijn spelers zeiden: we kunnen niet verliezen. Nou, dat was tegen Spanje wel anders. Wat mij nog steeds een beetje steekt, is dat Mark van Bommel en Nigel de Jong al in de eerste helft tegen een gele kaart aanliepen. Het heeft een grote rol gespeeld denk ik.”

Ook speelde volgens de oud-bondscoach de internationale ervaring een rol. “Wij waren wel gewend om voor meer dan 60.000 mensen te spelen, maar niet met een wereldtitel op het spel. Dan wordt het toch anders. Spanje werd in 2008 als Europees kampioen en veel spelers van dat elftal hadden de Champions League gewonnen. Ze hadden meer ervaring. We waren er zó dicht bij. Hoe langer het geleden is, des te groter de pijn.”