‘Wat moet Feyenoord straks in vredesnaam zonder zijn reserve-Jezus?’

De afgelopen dagen ging het veel over Feyenoord-trainer Arne Slot, die in de concrete belangstelling stond van Leeds United. Volgens columnist Sjoerd Mossou is het maar goed dat de interesse afgewimpeld is.

Slot is namelijk van cruciaal belang voor de club, zo laat Mossou optekenen in het Algemeen Dagblad. “Feyenoord is nog steeds gewoon het Feyenoord dat het altijd al was, maar dan mét Arne Slot, de kale goeroe van Bergentheim.” Dat de club bovenaan staat, ondanks de renovatie in de selectie afgelopen zomer, noemt Mossou ‘een fenomenale prestatie’.

“Alleen daarom al is de kwestie-Slot de olifant in de kamer, het gevalletje waarover niemand in Rotterdam bij voorkeur hardop wil praten. Het slepende Kuip-dossier, de bestuurlijke onrust, de financiële zorgen, supportersproblematiek, de eenwording tussen amateurs, stadions en profs: ogenschijnlijk bestaat het allemaal even niet meer. Het ligt verstopt op stapeltjes, weggemoffeld achter de gordijnen en onder de vitrinekast, terwijl Slot ondertussen vrolijk het porselein in de woonkamer staat te poetsen.”

‘Feyenoord is FC Slot geworden’

Veel stof tot nadenken, vindt Mossou. “De charmante controlfreak Slot trekt achter de schermen van de Kuip aan vrijwel alle touwtjes, subtiel of juist stevig. Nooit in de moderne tijd zette één trainer de Rotterdamse club zó nadrukkelijk naar zijn hand.” Mogelijk wordt het contrract van de coach (tot 2025) verlengd als er Champions League-voetbal wordt gehaald. “Een andere optie is om de auto van Arne Slot aan de ketting te leggen, zijn contract te verstoppen en zijn telefoon preventief te hacken. Feyenoord is FC Slot geworden. Voor Het Legioen is dat goed nieuws en slecht nieuws tegelijk.”

Lof concullega Steijn

Maurice Steijn, trainer van Sparta Rotterdam, prijste zijn Feyenoord-collega gisteren al bij FC Rijnmond. “Slot heeft het sinds dat hij binnen is gekomen fantastisch naar zijn hand gezet met spectaculair voetbal. Ik vind het geen verrassing dat clubs uit de hoogste competitie bij hem aankloppen.”