Het laatste nieuws over Tsjechië

Het nationale voetbalteam van Tsjechië is actief onder de vlag van zowel de UEFA als de FIFA. De ploeg staat bekend onder de bijnaam Lokomotiva (‘De Lokomotief’).

• Het nationale team van Tsjechië maakt deel uit van de FACR
• Het land maakte eerder deel uit van Tsjecho-Slowakije
• De naam van het team luidt ‘Lokomotiva’
• Tsjechië was één keer actief op het WK
• In 1996 eindigde het land als tweede op het EK

Het nationale voetbalteam van Tsjechië

De Tsjechische voetbalploeg maakt deel uit van de Fotbalová Asociace Ceské Republiky (FACR). In 1901 werd de voetbalbond al opgericht, maar door het ontstaan van Tsjecho-Slowakije was er tussen 1920 tot 1993 geen sprake van een eigen nationale team. De beste voetballers van Tsjechië en Slowakije vormden meer dan zeventig jaar een geheel op het internationale podium.

In 1934 debuteerde Tsjecho-Slowakije op het WK in Italië als toernooideelnemer. Overwinningen op Roemenië (2-1), Zwitserland (3-2) en Duitsland (3-1) zorgden meteen voor een finaleplaats. Historisch succes bleef evenwel uit door toedoen van Italië, dat als gastheer aan het langste eind trok. In 1962 wist het team nogmaals door te dringen tot de WK-finale, maar ook die wedstrijd ging verloren door toedoen van Brazilië.

Tsjecho-Slowakije mocht in totaal acht keer aantreden op het WK. Tussen 1960 en het begin van de jaren negentig werkte het team drie EK’s af. In 1960 en 1980 moest men genoegen nemen met een verdienstelijke derde plaats, maar de eindronde van 1976 werd er eentje voor de eeuwigheid. Niemand minder dan Antonín Panenka besliste de EK-finale tegen West-Duitsland met zijn legendarische strafschop. De stiftpenalty draagt sindsdien zijn naam.

Meteen EK-finalist

Aan het einde van de jaren tachtig veranderde er veel in Europa. De val van de Berlijnse muur en het communisme leidde tot toenemende onvrede bij de Slowaken, die meer vrijheid wilden. Op 3 september 1992 nam Slowakije een eigen grondwet aan en op 1 januari 1993 splitste het land officieel. Waar het einde van Joegoslavië tot oorlogsgeweld leidde, daar besloot Tsjechië de wens van de buren te respecteren. Logischerwijs werd het nationale team van Tsjecho-Slowakije ook ontbonden.

Zonder Slowaakse invloed hield Tsjechië nog altijd een voortreffelijk team over. Spelers als Patrik Berger, Pavel Nedved, Karel Poborsky en Vladimir Smicer behoorden in 1996 tot de EK-selectie. Op Engelse bodem maakte men meteen indruk door Portugal (1-0) en Frankrijk (na strafschoppen) uit te schakelen. Op 30 juni 1996 mochten de Tsjechen zodoende aantreden in de EK-finale tegen Duitsland. Berger zorgde vanaf elf meter voor een 1-0 voorsprong, maar een dubbelslag van Oliver Bierhoff besliste het duel in Duits voordeel. De 1-2 betrof een zogeheten Golden Goal.

Opnieuw naar de halve finale

Tsjechië wist zich niet te plaatsen voor de WK’s van 1998 en 2002. Op de EK’s van 2000 en 2004 mocht het land zich wel meten met andere teams. Op EURO 2000 had men echter pech met de loting door gastheer Nederland en de latere winnaar Frankrijk te treffen in de groepsfase. De onderlinge wedstrijden gingen verloren, waardoor de 2-0 overwinning op Denemarken er niet meer toe deed. Smicer redde tegen de Scandinaviërs de sportieve eer middels een dubbelslag in Luik.

In 2004 begon Tsjechië de Europese eindronde met een 2-1 overwinning op Letland. Tegen Nederland werd men in de tweede groepswedstrijd aanvankelijk weggespeeld, maar na de veelbesproken wissel van Arjen Robben kantelden de verhoudingen. Jan Koller, Milan Baros en Smicer bezorgden hun team een 3-2 overwinning. Tot verrassing van velen moest vervolgens ook Duitsland buigen: 2-1. Marek Heinz en Baros zorgden voor een foutloze groepsfase voor de Lokomotiva.

Tsjechië rekende in de kwartfinale van EURO 2004 overtuigend af met Denemarken: 3-0. Baros (tweemaal) en de boomlange Koller waren daarvoor verantwoordelijk. Gezien de topvorm ging men de halve finale tegen Griekenland in als topfavoriet, maar de opponent bleek bijzonder hardnekkig. In de verlenging zorgde Traianos Dellas voor een daverende stunt door de 0-1 binnen te werken. Zijn doelpunt ging de geschiedenis in als de enige Silver Goal ooit.

WK-debuut

Op 4 juni 2005 boekte Tsjechië een verpletterende overwinning op Andorra (8-1). Koller maakte in die wedstrijd maar één doelpunt, maar dat bezorgde hem wel meteen de status van topscorer aller tijden. De spits beleefde vier dagen later zelfs een droomavond tegen Macedonië (6-1 zege) door viermaal te scoren. Tot en met 2008 liep zijn totale aandeel als A-international op naar 55 doelpunten in 91 interlands.

In 2006 mocht Tsjechië voor het eerst aantreden op het WK-podium. Met Ghana, Italië en de Verenigde Staten mocht men niet ontevreden zijn over de loting. De eerste groepswedstrijd betekende meteen een voltreffer, maar de 3-0 zegen op de Amerikanen (tweemaal Tomás Rosicky) bleek een uitschieter. Nederlagen tegen Ghana en Italië (allebei 0-2) betekenden een voortijdig einde van het avontuur in Duitsland. Spelers als Nedved en Karel Poborsky kondigden nadien hun afscheid aan.

Kwartfinalist op EK’s

Tsjechië wist zich na 2006 niet meer te kwalificeren voor het WK. De toernooien van 2010, 2014, 2018 en 2022 gingen allemaal voorbij aan de nieuwe generatie international. Daarentegen wist men elke EK-kwalificatiecyclus wel af te sluiten met het gewenste resultaat. Dat leidde in 2008, 2016 en 2024 overigens niet tot het gewenste succes door al in de groepsfase huiswaarts gestuurd te worden.

De EK’s van 2012 en 2021 verliepen beter voor Tsjechië. In beide gevallen overleefde men de groepsfase, maar de kwartfinale bleek door toedoen van Portugal (0-1) en Denemarken (1-2) het eindpunt. Tijdens de editie van 2021 wist men nog wel de achtste finale te overleven ten koste van het Nederlands elftal: 2-0. Doelpunten van Tomás Holes en Patrik Schick zorgden na de rode kaart voor Matthijs de Ligt voor het verschil. Diezelde Schick maakte in de groepsfase overigens een wereldgoal tegen Schotland.

Tsjechië op eindtoernooien

Sinds de jaren negentig is Tsjechië actief in de kwalificatiefase voor EK’s en WK’s. In de onderstaande tabel treft u een overzicht.

EK’s

WK’s

Tsjechië versus Nederland

Sinds de onafhankelijkheid van Slowakije stonden Tsjechië en Nederland regelmatig tegenover elkaar. De eerste ontmoeting vond plaats op 16 november 1994 en resulteerde in een doelpuntloos gelijkspel. Ook in april 1995 en november 1999 troffen beide teams elkaar in een vriendschappelijke krachtmeting. De Tsjechen toonden zich in beide gevallen een waardig tegenstander door respectievelijk een 3-1 zege en een 1-1 gelijkspel uit het vuur te slepen.

In juni 2000 vond het vierde onderonsje tussen Nederland en Tsjechië plaats. Tijdens EURO 2000 troffen zij elkaar in de groepsfase. Lange tijd leek het duel af te stevenen op een 0-0 gelijkspel, maar in de 89ste minuut maakte Frank de Boer alsnog het verschil vanaf de strafschopstip. Eerder die wedstrijd was Radoslav Latal door scheidsrechter Pierluigi Collina met rood van het veld gestuurd.

Angstgegner

In 2003 bleef Tsjechië overeind in beide EK-kwalificatieduels met Nederland (1-1 en 3-1). Beide landen plaatsten zich voor de eindronde van 2004, waar zij elkaar opnieuw troffen in de groepsfase. Bondscoach Dick Advocaat zag de oranjehemden afstevenen op een zege, maar de Tsjechen wisten een 2-0 achterstand om te buigen in een 2-3 zege. In de nasleep werd de Hagenaar keihard aangepakt vanwege de wissel van smaakmaker Arjen Robben. Zo ontstond er zelfs een deuk in de relatie met assistent-bondscoach Willem van Hanegem.

Oranje zorgde voor eerherstel door de volgende WK-kwalificatieduels met Tsjechië te winnen (2-0 en 0-2). De status van angstgegner verdween even naar de achtergrond, maar die keerde nadien net zo hard weer terug. Zowel in september 2014 (2-1), oktober 2015 (2-3) als juni 2021 (0-2) trokken de Tsjechen wederom aan het langste eind. Met het laatstgenoemde resultaat wist men het Nederlands elftal uit te schakelen op het EK.

Veelgestelde vragen over het Tsjechische voetbalteam

Laatste update: 3 november 2024