Mossou rekent af met Kökçü: “Middeleeuws”

Orkun Kökçü heeft al laten weten dat hij ook komend weekend niet met de OneLove-aanvoerdersband wil spelen. Columnist Sjoerd Mossou noemt de campagne van de KNVB an sich ‘een te lang doorgekookt stukje bloemkool, verpakt in een statement voor verdraagzaamheid’.

Sjoerd Mossou rekent af met Orkun Kökçü om bandweigering

“Stel je voor. Je bedenkt een campagne die zo vredelievend, neutraal, politiek correct en alomvattend algemeen is als je maar verzinnen kunt. Je probeert alle denkbare rafelrandjes weg te vijlen, want o wee als je bij iemand op de tenen gaat staan. Heel voorzichtig ontwerp je een hartje met wat lukrake kleuren, heel bewust zónder regenboog, want voor je het weet word je in een links hoekje geduwd – of erger nog: misschien wordt de FIFA wel boos”, opent Mossou in het Algemeen Dagblad.

Dat de campagne van de KNVB volledig mislukt is, wijt Mossou aan de weigering van Kökçü. “De aanvoerder van Feyenoord vermoedde er tóch een stiekem regenboogje in – en dat kon natuurlijk niet de bedoeling zijn. Hij was heus tegen racisme en discriminatie, aldus Kökçü, respect voor iedereen en zo, maar lhbti-acceptatie uitdragen? Nee sorry, dat was ‘om persoonlijke redenen’ echt een brug te ver.”

‘Middeleeuwse geloofsovertuiging’

“Een deel van de Feyenoord-aanhang zag in Kökçü opeens een strijder van het vrije woord – een rebel die opstond tegen de zogenoemde ‘woke-beweging’. Een nogal koddige omkering van zaken, want met ‘woke’ of ‘niet-woke’ had de weigering van Kökçü in de verste verte niets te maken natuurlijk, wel met zijn eigen, persoonlijke, middeleeuwse geloofsovertuiging.”

Mossou vreest dat de campagne reeds een verloren zaak is. “De controverse heeft de boodschap volledig overschaduwd, en het gebrek aan communicatie en daadkracht leidde tot een zeldzame clusterfuck. Maar in het kader van méér verdraagzaamheid voelt een kleine handreiking toch op zijn plaats. Want eerlijk is eerlijk (en vrede op aarde): ‘OneLove’ is dan misschien mislukt, het was wél goed bedoeld. Ook wat waard. Juist in deze duistere tijden.”