Ajax staat voor transferopenbaring

Foto: Ajax staat voor transferopenbaring

Ajax moest het afgelopen voetbalweekend zonder Mohammed Kudus doen. De Amsterdammers hadden de Ghanese aanvallende middenvelder annex rechtsbuiten niet nodig om Fortuna Sittard over de knie te krijgen. Dat dankte de club aan Steven Berghuis, die vanaf zijn “oude plekkie” ook ouderwets dominant aanwezig was in het aanvalsspel van de Amsterdammers.

Ajax, Steven Berghuis en Hakim Ziyech

Steven Berghuis had zondag naar eigen zeggen een leuke middag in de Johan Cruijff ArenA. Het deed denken aan de tijd dat Ziyech op de rechterflank acteerde, al heeft die speelstijl in het huidige Ajax geen grotere meerwaarde voor de diepgang in het aanvalsspel dan één tactische omzetting.

De kracht van de Nederlands-Marokkaanse spelmaker van de vleugel lag niet zozeer in zijn individuele actie. Niet in die fabelachtige techniek. Zelfs niet die puntgave trap in zijn linker. Om die ballen te geven, had Ziyech de loopacties die de dienstdoende linksbuiten (destijds Quincy Promes, red.) nodig. Ook zonder fantasie kan Berghuis een dergelijke rol invullen. Ajax kiest er de afgelopen jaren echter voor om dat onmogelijk te maken.

Na het vertrek van Ziyech naar Chelsea besloot Ajax een andere aanvalsformule te kiezen. De passes van de Tovenaar van Amsterdam maakte plaats voor de korte en snelle dribbels van Antony. Dat had ook effect voor de rest van het elftal. In plaats van een diepgaande linksbuiten (Promes, red.) stond er lang een linkspoot op links (Dusan Tadic, red.).

In de wedstrijd tegen Fortuna Sittard kwam voor het eerst sinds lange tijd weer de oude, vertrouwde Ziyech-Promes-connectie aan het licht – en nam het ook meteen het grootste probleem met een mogelijke Ziyech-transfer met zich mee.

Berghuis als Ajax-rechtsbuiten

In zekere zin heeft Ajax een grote disbalans binnen de ploeg. De Amsterdammers hebben met spelers als Berghuis, Kudus, Tadic, Bergwijn, maar ook Davy Klaassen en Kenneth Taylor mannen die de bal graag in de voeten hebben en met hun passing het verschil kunnen maken. Alleen: op het moment dat er alléén maar spelers staan die dit kunnen, ontstaat de spelsituatie waarin Ajax vooral dit seizoen verstrengeld raakt.

Rechtsbuiten Kudus en linksbuiten Bergwijn trekken zonder bal al vaak naar binnen. Daarmee maken ze zichzelf aanspeelbaar in de drukte, zorgen zij voor korte combinatiemogelijkheden die Ajax door het belegerde centrum kan helpen, maar dat zorgt er ook voor dat de Amsterdammers weinig verrassende elementen in het aanvalsspel hebben.

Met Kudus staat er een heel ander type rechtsbuiten opgesteld staat dan Berghuis. Dat is echter de laatste reden dat het aanvalsspel van de Amsterdammers tegen Fortuna Sittard een stuk vloeiender verliep dan in de andere thuiswedstrijden onder Heitinga – en ook toen Berghuis in het verleden als Antony-vervanger optrad.

Daardoor kreeg Berghuis niet de verplichting om aan de zijlijn te plakken (Antony-model, red.) om het veld breed te houden en vanuit die positie een individuele actie neer te zetten. Ook hoefde de Nederlandse aanvallende creatieveling, zoals Berghuis zichzelf omschreef bij ESPN, er met zijn crosspasses niet voor te zorgen dat de linksbuiten de diepte ingestuurd kon worden. Hij hoefde zich alleen maar te richten op het spel wat hem in eerste instantie bij Ajax bracht – en ook de eerste treffer tegen Fortuna op het scorebord zette.

Florian Grillisch als stille Berghuis-kracht

De keuze van Heitinga om Florian Grillisch een basisplaats te geven als vervanger van Kudus, had daar wel iets mee te maken. De Duitse middenvelder komt bijna niet voor in het Ajax-verhaal van dit seizoen. De middenvelder werd transfervrij opgepikt bij Hoffenheim. Zowel onder Schreuder als onder Heitinga komt de Duitser mondjesmaat aan spelen toe, iets wat al een klaagzang in de media opleverde.

Met Grillisch stond er centraal op het middenveld een veel stabielere speler dan Berghuis. In balbezit leverde dat minder spektakel op. Wel had Ajax een extra rustpunt in de opbouw. Grillitsch valt met zijn speelstijl een beetje tussen Kenneth Taylor, die naast de Duister stond tegen Fortuna Sittard, en Edson Álvarez. Een grijze muis, maar wel een die in een hoger tempo handelt dan Álvarez, steviger op het veld staat dan Taylor en vanuit een taak kan spelen.

Grillitsch was bij Ajax de middenvelder met de meeste balaanrakingen (104), terwijl Berghuis met 120 balaanrakingen het meest in het spel betrokken was. Dat de Duitse middenvelder niet zo veel diepgang heeft als Berghuis, was de voorwaarden voor de uitblinkersrol van Berghuis. Waar de Oranje-international over het algemeen in de ruimtes voor hem schiet, liet Grilitsch deze open voor de van-buiten-naar-binnen-acties van de 31-jarige Ajacied.

Het Kudus-alternatief

Daardoor ontstond er in die zone ruimte in plaats van een speler (in dat geval ook Berghuis, red.) die deze dichtloopt- en ook het werk van Kudus daarmee bemoeilijkt. Het geeft Ajax wel de mogelijkheid om kort te combineren. Het werd dit seizoen onder Alfred Schreuder echter duidelijk dat deze vorm (voorlopig) te hoog gegrepen is voor de Amsterdammers – en eraan vasthouden betekent dat het tempo enorm inzakt, helemaal wanneer Álvarez als meest defensieve middenvelder staat opgesteld.

Kort voetbal met tempowisselingen is immers een spel dat de Barcelona’s, Manchester City’s en Bayern Münchens van deze wereld niet eens wekelijks op de mat kunnen leggen. Met een meer teruggetrokken centrale middenvelder creëerde Heitinga ruimte voor de acties van Berghuis – waar van de Ajax-voorhoede verreweg de meeste dreiging uit kwam. Dat neemt voor de volgende wedstrijd van Ajax, waar Kudus waarschijnlijk wel weer bij is, een nieuw alternatief met zich mee.

Als centrumspits liet Kudus zich vaak inzakken. Daardoor kwam de Ghanees uit in de zone van de dynamische middenvelder (‘acht’) en de aanvallende middenvelder (‘tien’). Daar komt de kwaliteitencombinatie van Kudus het beste tot zijn recht: hij heeft genoeg kracht om meerdere tegenstanders van de bal af te houden, heeft de techniek om aan de bal te blijven en ook de snelheid om zijn directe tegenstander te passeren.

Met het ‘vertrek’ van Kudus naar de rechterflank, is dat onderdeel ook uit het Ajax-spel verdwenen. Het gevolg is dat Ajax héél veel goede passers in het team heeft staan en over het algemeen met een aanvallende middenvelder speelt die zichzelf eerder goed positioneert voor een (doorgeef)pass dan een individuele actie.

Tóch nog een transferzomeropenbaring

Wat je dan krijgt? Het brei-voetbal dat óók onder Heitinga te zien was. Daar kan de trainer niet heel veel aan doen. Ten minste, zo lang Kudus vanaf de flank in de ruimtes moet komen waar ook Berghuis als centrale middenvelder op z’n best is. Daarmee heeft Ajax op de rechterflank eigenlijk twee spelers die dezelfde ruimtes nodig hebben om het beste uit hun spel te halen. Als dat meerdere keren per wedstrijd lukt, is het feest. Lukt dat niet, dan is ook meteen de angel uit de Ajax-aanval.

Als je gaat kijken naar de spelerstypes op het centrale middenveld, ontbreekt systematisch een speler die vanuit de controlerende zone van het veld met de bal aan de voet opstoomt. Berghuis kan in die rol kruipen, maar een speler met zijn voetbalstijl kiest eerder voor een directe/crosspass dan het een fysiek duel aangaat om een individuele actie te laten slagen.

Bij Kudus is die situatie precies omgekeerd, waardoor er ook ruimte voor Berghuis ontstaat om van buiten naar binnen te komen – als Kudus opstoomt met de bal aan de voet, komt er immers ruimte in de rechterzone van het centrum vrij.

Op wie die naar binnen draaiende voorzet bij de tweede paal gericht is?

Brian Brobbey.

Het verborgen Ajax-alternatief

De kwakkelende vorm van Steven Bergwijn, de rol die Tadic vertolkt in de spits (en de grote verschillen die Brobbey in zijn spel heeft zitten) en de wedstrijdfitheid van de aanvaller zelf komen dit seizoen terug als argumenten waarom Brobbey nog geen basisplaats heeft. De Ajax-historie van de spits leert dat alléén in de jeugd en bij Jong Ajax hij vanaf de aftrap een meerwaarde heeft.

De wedstrijden die Brobbey in Ajax 1 speelde, was hij op z’n best als Sébastien Haller óók op het veld stond. Brobbey is beresterk en lastig van de bal af te krijgen, in het ‘schotduel’ in de zestien en in de lucht is de aanvaller nog vaak af te stoppen door verdedigers.

Dat is echter ook met Tadic in de spits mogelijk. Dan verandert de rol van de linksbuiten echter wel. Die gaat dan van een naar binnen trekkende vleugelspeler (Bergwijn) naar een vorm Quincy Promes tot de beste fase van zijn Ajax-loopbaan opleverde. Die sluitroutes naar de tweede paal, die liggen er nog steeds in de Eredivisie. Er is (voorlopig) bij Ajax niemand die daar op loopt – en zo lang Bergwijn zichzelf naar een vorm probeert te dribbelen, zullen die ruimtes onbenut blijven.

Vanaf welke positie heeft Brobbey de meeste Ajax-kansen?

  • Als eerste spits
  • Als tweede spits
  • Als linksbuiten
  • Andere rol
1552+ Votes

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn | Deze boodschap mag niet gedeeld worden met minderjarigen| Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie