Manchester City wint CL-finale onder hoogspanning

Manchester City heeft op zaterdagavond de Champions League-finale in Istanbul gewonnen. The Citizens van oefenmeester Josep Guardiola waren met 1-0 te sterk voor de Nerazzurri van trainer Simone Inzaghi. Rodri zorgde in de tweede helft, ongeveer twintig minuten tijd, voor de bevrijding. Daarna werd er niet meer gescoord, waardoor Nathan Aké Denzel Dumfries (en Stefan de Vrij, die negentig minuten lang op de bank zat) dus versloeg.

Manchester City wint met 1-0 van Internazionale en pakt Champions League

City en Inter begonnen wat weifelachtig aan de eindstrijd in het Atatürk Olimpiyat Stadyumu. De spaarzame kansen kwamen voort uit slippertjes, bijvoorbeeld van doelman Ederson Moraes, die duidelijk last had van de bibbers in de openingsfase. Hij liet zich bijvoorbeeld verrassen door Lautaro Martínez bij een hoge bal, maar echt gevaarlijk werden de Nerazzurri ook weer niet.

Aan de andere kant van het veld bereikte Kevin De Bruyne City-topscorer Erling Haaland, die het probeerde uit de draai maar op keeper André Onana stuitte. Over De Bruyne gesproken, die vergaloppeerde zich bij een duel waarbij het in zijn hamstring leek te schieten. De Belg keek het nog eventjes aan, maar het ging echt niet meer en hevig geëmotioneerd ging hij naar de kant. De nummer 10 van The Citizens werd vervangen door Phil Foden.

Eigenlijk was dat het meest opvallende moment van de hele eerste helft van de Champions League-finale, maar gelukkig was er natuurlijk nog een tweede. En daarna misschien verlengen. Of zelfs strafschoppen nemen. Na een uurtje spelen kwam er echter wat leven in de brouwerij na een foutieve terugspeelbal van Manuel Akanji, die erop rekende dat Ederson uit zijn doel zou komen. Martínez profiteerde niet van het slippertje. En een paar seconden later werd Foden getorpedeerd, met het eerste geel van de wedstrijd tot gevolg voor Nicolò Barella. De vrije trap leidde nergens toe.

Zenuwen en de bevrijding

Het was allemaal al erg zenuwachtig, maar dat werd het nog veel meer naarmate de finale vorderde. De spelers stonden onder hoogspanning en grossierden in verkeerde passjes en aannames… Manchester City ging daar nog het beste mee om en kwam op voorsprong: Akanji speelde Bernardo Silva aan, die legde terug en het was Rodri die het blauwwitte gedeelte van het stadion liet juichen.

‘Kat in het bakkie’, moeten de Engelsen vervolgens hebben gedacht. Maar één of twee minuten later was Federico Dimarco al dicht bij de 1-1 met een bekeken ‘boogkopballetje’. En vlak daarna kreeg Romelu Lukaku, ingevallen voor Edin Dzeko, een kansje. Inter moest natuurlijk ook wel komen, op zoek naar de gelijkmaker. Dat deden de Italianen wel, maar de Engelsen waren ook dicht bij de 2-0, bijvoorbeeld via Foden, die had moeten scoren maar te slap inschoot waardoor Onana redding kon brengen. Lukaku had nog voor een verlenging kunnen zorgen, maar van dichtbij kopte hij tegen het been van Ederson.

Zo won Guardiola zijn derde Champions League, na de edities van 2008-2009 en 2010-2011 met FC Barcelona. Er werd zo nu en dan gezegd dat de Catalaan de cup met de grote oren niet kon winnen zonder Lionel Messi, maar daar nam hij op zaterdag afscheid van.

Scoreverloop: 1-0 (68′) Rodri