Van Hanegem gelooft ogen niet: “Onze verpleegkundigen maar smeken”

Tijdens een historische televisietoespraak zei premier Mark Rutte nog maar eens dat het heel belangrijk was: iedereen moest zo veel mogelijk thuisblijven om het coronavirus het hoofd te bieden. Veel Nederlanders keken echter naar buiten, zagen een paar zonnestraaltjes en gingen massaal op pad. Willem van Hanegem kon zijn ogen niet geloven.

De Kromme zegt in een interview met het Algemeen Dagblad: “Afgelopen weekeinde, hier vlakbij, bij de Zeeweg richting het strand, zag ik zoveel mensen dicht op elkaar dat ik er bijna draaierig van werd. Ik overdrijf niet, ze dronken gezellig samen koffie. Het was gewoon vakantie. Die enorme bakfietsen waar de kinderen in zitten, stonden overal geparkeerd.”

Hij vervolgt: “Ik kon mijn ogen bijna niet geloven. Het ergste moet nog komen, voorspellen de experts. En als we lezen wat er in Spanje en Italië gebeurt, weten we hoe dat er uit zal zien. En in Nederland klitten we in het weekeinde gezellig samen. Weet je hoeveel mensen er bij de viskraam stonden? Pal naast elkaar. Dat moet dit weekeinde anders.”

Van Hanegem fietst veel om zijn conditie op peil te houden: “Doordeweeks gaat het fietsen nog wel, al schrok ik van de beelden woensdag van de Haagse Markt. Zelf vind ik het bloedirritant dat hardlopers echt midden op het fietspad lopen en de wielrenners nog steeds zo kort langs je scheren. Er lopen ook van die Schotse hooglanders midden op het fietspad. Een soort bizons, mooie dieren. Moet je mee uitkijken hoor, die prikken onbedoeld met die enorme hoorns als ze zich opeens omdraaien. Daar moet je zeker anderhalve meter afstand houden. Dan doen we het dus wel. Maar mensen onderling doen dus vaak maar wat. En onze verpleegkundigen maar smeken of we een beetje naar ze kunnen luisteren.”