Sjaak Swart geeft zijn mening over huidige status Ajax

Sjaak Swart weigert mee te gaan in de negatieve tendens die momenteel heerst rondom ‘zijn’ Ajax. Het clubicoon pleit voor de camera van Vandaag Inside voor positivisme.

Clubicoon positief gestemd over Maurice Steijn als trainer

“Ik denk dat Maurice Steijn een goede trainer is. Hij heeft het goed gedaan bij al zijn clubs en vorig jaar helemaal bij Sparta. Hij voelt het meteen aan bij Ajax, dat merk ik al. Dus wat dat betreft ben ik niet bang. De spelers moeten het doen als hij ze goed neerzet en als je kansen krijgt zoals afgelopen weekend tegen Dortmund, dat kan zomaar een wedstrijd waar het 8-6 wordt, want Ajax moet nog zeker vijf doelpunten maken. Dat was de vorige keer ook en dat is wat er mist: de voorhoede moet scoren. Killen noemen ze dat en dat zie ik niet op dit moment”, opent Swart.

Dusan Tadic zal gemist gaan worden, weet de oud-voetballer. “Ik heb altijd een hele goede relatie gehad met Dusan. Ik denk ook dat hij na één of twee jaar weer terugkomt als trainer. Hij heeft het bij Ajax fantastisch gedaan en natuurlijk is het jammer dat hij weggaat. Alleen word je op een gegeven moment toch een dagje ouder en dan komen er jonge jongens aan. Maar bij Ajax heb je ook een paar jongens nodig die ouder zijn en de boel neerzetten in het veld, want de achterhoede bij ons vind ik nog steeds niet best. Daar moet aan gewerkt worden.”

Captain Bergwijn

Tot slot gaat Swart in op de keuze voor Steven Bergwijn als nieuwe aanvoerder: “Het maakt voor mij niet zoveel uit. Ik vind Davy (Klaassen, red.) ook een goede aanvoerder. Een aanvoerder is goed als hij zich laat gelden in het team. Dat is heel belangrijk. Zijn communicatieve vaardigheden? Daar ga ik niet over praten. Het is een goede jongen en als hij wil, dan kan hij Ajax helpen om weer kampioen te worden. Dat is veel belangrijker. Met Davy is dat ook. Hij heeft kwaliteiten, scoort vaak de eerste goal. Maar daar omheen heb je ook spelers nodig die elkaar helpen. Dat is het op dit moment: Ajax is geen team, maar dat komt wel. Daar ben ik niet bang voor.”