‘Feyenoord heeft van de zwakste schakels van het elftal nu de sterkste posities gemaakt’

Ondanks het vertrek van sterkhouders als Orkun Kökcü en Sebastian Szymanski is Feyenoord nu mogelijk wel sterker als tijdens het recente kampioensjaar. Toen waren de posities op de vleugels vaak nog een achilleshiel, nu is het vaak juist de kracht van de ploeg van Arne Slot.

Vleugelaanvallers profileren zich in De Kuip

Aanwinsten Luka Ivanusec en Yankuba Minteh maakten als snel indruk in Rotterdam, terwijl Igor Paixão ook steeds beter lijkt te worden. “Ik moet zeggen dat de vleugelspelers het toen ook prima hebben gedaan, alleen niet zo dominant en opvallend als de spelers het nu doen”, zei commentator Arman Avsaroglu bij de NOS Voetbalpodcast. “Igor Paixão heeft grote stappen gemaakt en zit bijna op het niveau van Sinisterra, die de grote ster aan de zijkant van Feyenoord was. Minteh is veelbelovend en ik heb er alle vertrouwen in dat Luka Ivanusec weer belangrijk gaat worden als hij terugkomt.”

“Vorig seizoen waren de buitenspelers misschien wel de zwakste schakels in het elftal, maar nu zijn ze juist de sterkste spelers geworden”, stelt collega Jeroen Grueter. “Als we vorig jaar over het elftal spraken en keken waar er nog verbeteringen konden plaatsvinden, wees iedereen naar de flanken, en daar was ik het ook wel mee eens. Ze hebben die positie nu dusdanig versterkt dat het samen met de centrumspits nu de sterkste punten van het elftal zijn geworden.”

Gambiaanse verrassing

Minteh was al goed voor drie treffers en één assist in betrekkelijk weinig speelminuten. “We kennen hem eigenlijk helemaal niet”, aldus Avsaroglu. “We hebben die jongen nog niet gesproken, hij speelt goed en wordt met de week beter. Ik vond het wel mooi van Arne Slot, dat hij na afloop nog met Minteh had gezeten: ‘Let op: je gaat nu voor het eerst naar de media, je gaat een interview gegeven.’ Toen had hij gezegd: ‘maak je niet druk trainer, bij Odense was ik elke week man van de wedstrijd.'”

Aan bravoure ontbreekt het de international uit Gambia niet. “Hij heeft heel veel zelfvertrouwen en het is ook een makkelijke prater. Het is een leuke jongen, en als hij voor je staat snap je ook heel goed waarom hij zo goed in de groep ligt. Het is een heel vrolijke jongen die niet verlegen is.”