Timber groeit bij Feyenoord dankzij ‘Breakfast Club’

Quinten Timber leek in het begin van het seizoen bij Feyenoord op de bank terecht te komen, maar pakte zijn kans. De middenvelder is inmiddels een vaste waarde in het elftal van trainer Arne Slot. Mede door de aanwezigheid van Timber op het middenveld draait Feyenoord als een trein in de Eredivisie.

Timber tevreden over ontwikkeling bij Feyenoord

“Ik ben persoonlijk wel goed begonnen. Ik heb veel meegemaakt. Blessures meegemaakt. Ik kan wel zeggen dat ik tevreden ben over mijn ontwikkeling, maar het kan altijd beter”, zegt Timber in gesprek met de NOS. Als team zijn we ook goed begonnen. De eerste twee wedstrijden waren niet heel goed, maar daarna zijn we beter gaan spelen.”

Feyenoord profiteert van Breakfast Club

Timber stelt dat het middenveld met Mats Wieffer en Calvin Stengs ook steeds beter begint te lopen. “Daar ben ik wel blij mee. Uiteindelijk is dat trainingsuren maken en wedstrijden samen spelen. En dan elkaar beter begrijpen. Dan word je steeds beter van.” Timber zegt daarbij ook veel te hebben aan de zogeheten Breakfast Club. “Dat is een groepje jongens, en best wel een grote groep inmiddels, dat voor het ontbijt al in de gym zit. En die trainen dingen waar ze beter in willen worden. Voor elke speler is dat anders. Ik doe best veel oefeningen voor mijn rug, mijn buikspieren en mijn voeten, waaraan ik blessures heb gehad. Je merkt wel dat je sterker wordt. En je hebt voor het ontbijt toch al die oefeningen gedaan die je normaal niet zou doen.”

Volgens Timber plukt het gehele elftal daar de vruchten van. “Ik ben er vorig seizoen ingestapt. Eigenlijk zouden ze steeds een ander groepje jongens nemen, maar nu is het echt een vaste groep geworden. Het is op eigen initiatief, maar als je mee wilt, moet je mee. Als je er een keer niet bent, krijg je straf. Als je andere jongens bezig ziet, dan wil je ook mee. En dan wil je de beste zijn. We trekken elkaar daarin mee. Je wordt beter en krijgt een band samen. Als je dat elke ochtend doet, word je steeds een procentje beter.”