Verrassende Ajax-smaakmaker zorgt voor oplossing

Brian Brobbey is uitgegroeid tot een van de steunpilaren van het huidige Ajax. Hoewel hij op het gebied van het maken van doelpunten nog grote stappen kan zetten, ontwikkelt hij zichzelf op andere terreinen al tot bepalende speler. En daar maakt hoofdtrainer John van ‘t Schip maar al te graag gebruik van.

Inside: grote ontwikkeling van Brobbey bij Ajax

Toen de centrumspits anderhalf jaar geleden na een seizoen alweer terugkeerde bij zijn jeugdliefde, en de Amsterdammers een miljoenenbedrag op tafel legden, waren de verwachtingen hooggespannen. Onder Erik ten Hag had hij Sébastien Haller nog voor zich gehad, maar liet hij tussendoor zijn veelbelovende kwaliteiten zien. Toen Ajax Haller binnenhaalde en hem vergat in te schrijven voor het Europa League-seizoen, kreeg Brobbey begin 2021 onder meer de gelegenheid om te laten zien waartoe hij in staat was. Meermaals lukte het hem in die periode om het beslissende doelpunt te maken en zijn club verder te helpen. Het maken van goals kon hij dan ook.

De afgelopen jaren deed hij, onder meer met zijn korte uitstapje bij RB Leipzig, veel ervaring op en leerde hij wat ervoor nodig is om in de top te spelen. In de zomer van 2022 keerde hij terug in Amsterdam en was het de verwachting dat hij er direct zou staan, maar niets was minder waar. Brobbey bleek afgelopen voetbaljaar steevast niet in staat om een volledige wedstrijd af te werken en werd dan ook bekritiseerd om zijn fitheid. Het onderwerp kwam zelfs zo vaak langs dat het een item werd in de media en dat Brobbey er zélf eveneens gek van leek te worden. De aanvaller hield zijn hoofd echter koel, zoals we wel vaker van hem zien.

Waar vorig seizoen nog de twijfel klonk of de aanvaller wel in staat was om een hele wedstrijd te spelen, toont hij dit voetbaljaar aan dat dit een volledige non-discussie was. Zowel onder Maurice Steijn als onder John van ‘t Schip viel hij namelijk nog niet uit het basisteam en maakt hij vrijwel elk duel tot het einde af. Het is bovendien bepaald niet zo dat Brobbey voorin stilstaat: de centrumspits sleurt, maakt veel meters om de tegenstander onder druk te zetten en is telkens in het strafschopgebied terug te vinden om voor het doel gevaarlijk te worden. Dat hij zich intussen met een blessure heeft afgemeld voor het Nederlands elftal, lijkt onder de categorie ‘pech’ te vallen.

Van ‘t Schip maakt gebruik van kwaliteiten Brobbey

Brobbey is intussen in Amsterdam een belangrijke speler geworden, maar dat betekent allerminst dat hij niets meer aan zichzelf kan verbeteren. Wie bijvoorbeeld naar zijn statistieken kijkt, ziet dat hij als spits voorlopig te lage cijfers op zijn naam heeft staan. Vangelis Pavlidis (AZ) en Santiago Giménez (Feyenoord) staan allebei op 13 treffers, wat een levensgroot verschil is met de 4 doelpunten die Brobbey voorlopig op zijn naam zette. Met afgelopen seizoen meegerekend, toen de jeugdexponent het nog voor elkaar kreeg om 13 treffers te maken, wordt langzaam duidelijk dat scoren niet tot zijn sterkste eigenschappen behoort.

Op andere gebieden groeit Brobbey echter wel door. Neem het duel met Almere City van zondagmiddag. Ajax kwam niet verder dan een gelijkspel (2-2) en had het lastig tegen de degradatiekandidaat. Tóch kon Van ‘t Schip met Brobbey wel een lichtpuntje uit de wedstrijd halen. De oefenmeester besloot zijn team de opdracht mee te geven om de aanvaller zo vaak mogelijk in te spelen en Brobbey de bal bij zich te laten houden, zodat de rest van de middenvelders en aanvallers konden aansluiten. Het resulteerde in de tweede helft in assists op Chuba Akpom en Benjamin Tahirovic, die beiden een doelpunt maakten.

Na afloop van de wedstrijd kon Van ‘t Schip dan ook niet anders dan tevreden zijn over de inbreng die Brobbey tijdens het duel had gehad. Tegelijkertijd kon hij niet ontkennen dat het talent tegen Almere City ook wel minstens een doelpunt had mogen maken. Brobbey kreeg meerdere opgelegde kansen om de Amsterdammers te helpen, maar miste keer op keer de rust en het inzicht om de bal tegen de touwen aan te jagen. Het is bepaald geen toeval meer: zo was bondscoach Ronald Koeman eerder ook al kritisch op de pogingen van Brobbey. Het zal hem te denken geven voor de komende maanden, waarbij hij de hoop gevestigd heeft op Van ‘t Schip.

Toenemende kritiek op maken treffers

Bij Rondo op Ziggo Sport liet Koeman weten dat hij het onbegrijpelijk vond dat Brobbey niet eerder had getraind op afmaken. Een spits van Ajax moet simpelweg doelpunten leveren en ontspannen voor het doel zijn. Pierre van Hooijdonk was het daarmee in Studio Voetbal eens: “Hij heeft ontzettend veel goede dingen gedaan deze wedstrijd. Maar hij is een nummer negen en mist een enorme kans. Hij was eigenlijk de enige speler waar Almere echt problemen mee had. Ik vind het ook sneu voor die jongen. Hij doet namelijk zo veel fantastische dingen, maar ik kijk naar een spits en die moet doelpunten maken”, zo liet de oud-voetballer weten.

Ondertussen klinken er ook andere geluiden. Waar Koeman en Van Hooijdonk hameren op het scorend vermogen, stak Kenneth Perez bij Dit Was Het Weekend op ESPN juist de loftrompet af op de manier waarop Brobbey op het veld stond. De Deen was van mening dat hij, ondanks het feit dat hij zoekende is naar de juiste vorm, zijn team bij de hand nam en dit veel meer deed dan Steven Bergwijn en Steven Berghuis, waarvan door de buitenwacht veel meer wordt verwacht. “Je moet af en toe ook durf hebben en geholpen worden als spits zijnde. Hij is echt de leider bij Ajax. Bij die andere twee kwam gewoon helemaal niets uit. Brobbey moest het helemaal alleen doen.”

Van ‘t Schip lijkt in kamp-Perez te zitten. Hoewel de oefenmeester weldegelijk ziet dat Brobbey er nog niet is en snel makkelijker doelpunten moet kunnen maken, wil hij in deze fase van het seizoen vooral profiteren van de grote krachten van zijn spelers. Bij Brobbey is dat zijn fysiek en werklust, wat hij tegen Almere City nog maar eens liet zien. Wachten is op het moment dat hij een aantal ballen erin schiet, zo weet ook Van ‘t Schip. Elke spits weet namelijk dat de doelpunten simpelweg vanzelf komen als de vorm er eenmaal is. Dat Brobbey nooit een doelpuntenmachine gaat worden zoals Klaas-Jan Huntelaar ooit was, staat echter ook vast.