Johan Cruijff

Johan Cruijff

Johan Cruijff was een legendarische voetballer uit Nederland. De aanvallende middenvelder annex aanvaller speelde onder meer voor Ajax, Feyenoord, FC Barcelona en het Nederlands elftal. Na zijn actieve carrière fungeerde de legendarische nummer 14 onder meer als trainer en voetbalanalist.

  • Cruijff overleed in 2016 op 68-jarige leeftijd
  • De Amsterdammer geldt als de beste Nederlandse voetballer aller tijden
  • Hij speelde voor clubs als Ajax, FC Barcelona en Feyenoord
  • Met Nederland speelde Cruijff de WK-finale van 1974
  • Als clubtrainer werkte hij voor Ajax en FC Barcelona
  • In zijn rol als speler en trainer won hij talloze prijzen

De mens Johan Cruijff

Hendrik Johannes (Johan) Cruijff zag op 25 april 1947 het levenslicht in het Burgerziekenhuis van Amsterdam. De zoon van het uit de Jordaan afkomstige stel Hermanus Cornelis (Manus) Cruijff en Petronella Bernarda (Nel) Draaijer groeide op in de Akkerstraat. De woning in Betondorp lag op een steenworp afstand van De Meer, het toenmalige onderkomen van Ajax. Zijn moeder Nel, die zoonlief als ‘Jopie’ bestempelde, werkte op vrijwillige basis af en toe in de stadionkantine. De overige inkomsten werden verdiend in de eigen groentezaak (Cruijffs Aardappelenhandel).

Op twaalfjarige leeftijd verhuisde het gezin naar een benedenwoning in de Wiedestraat. Op 8 juli 1959 overleed vader Manus op slechts 45-jarige leeftijd aan een hartaanval. Zijn moeder voelde zich genoodzaakt om de groentezaak van de hand te doen en werd huishoudster bij toenmalig Ajax-trainer Vic Buckingham. Ajax bood het gezin Cruijff tevens financiële compensatie voor haar werkzaamheden, waardoor Nel en haar zoons het leed beter konden verwerken. Zijn hertrouwde moeder overleed op 2 december 2007 op negentigjarige leeftijd.

Het gezin bestond uit twee kinderen. Johan had ook een broer: Henny Cruijff, die twee jaar ouder was en overleed in maart 2023. Hij speelde eveneens in de jeugdopleiding van Ajax, maar redde het niet en verdiende zijn inkomsten vooral dankzij de sportwinkel Smit-Cruyff aan de Elandsgracht in Amsterdam. Henny is de vader van Estelle Cruijff, die enige tijd getrouwd was met Ruud Gullit. Beide broers hadden na het overlijden van hun moeder weinig contact meer.

Voetbalcarrière Johan Cruijff

Cruijff vertrok na de lagere school naar de Frankendaal-Ulo. Hij bleef tweemaal zitten en verliet de opleiding zonder diploma op zak. Op dat moment lag zijn aandacht al vooral bij het voetballen. De Amsterdammer trainde al op zesjarige leeftijd mee bij Ajax, waar hij als tienjarige officieel werd aangemeld als lid. Jeugdtrainer Jany van der Veen was reeds bekend met zijn potentieel en zag geen aanleiding om Cruijff, zoals gebruikelijk, een proefwedstrijd te laten afwerken.

Tussen 1957 en 1963 doorliep Cruijff de jeugdopleiding van Ajax. In 1963 tekende de aanvallende middenvelder zijn eerste profcontract: een vierjarige verbintenis à 15.000 gulden per jaar exclusief premies. Na teamgenoot Piet Keizer werd Cruijff de tweede fullprof van Nederland. Overigens ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Danny Coster op 13 juni 1967 tijdens de bruiloft van diezelfde Keizer. Amper anderhalf jaar later, op 2 december 1968, stapten zij zelf in het huwelijksbootje. Hier kwamen drie kinderen uit voort: Chantal (1970), Susila (1972) en Jordi (1974).

Debuut bij Ajax

Cruijff debuteerde op 15 november 1964 in de eerste selectie van Ajax. Trainer Vic Buckingham liet hem debuteren in de uitwedstrijd tegen GVAV, de voorloper van FC Groningen. De Amsterdammers gingen met 3-1 onderuit, maar de pas zeventienjarige debutant produceerde wel meteen zijn eerste doelpunt in het betaald voetbal. Helaas zijn er geen beelden van dit bijzondere moment. Sport in Beeld, de voorloper van Studio Sport, had geen afvaardiging naar Groningen gestuurd om opnames te maken.

Buckingham keerde enkele maanden na het debuut van Cruijff terug naar Engeland. De trainer werd vervangen door Rinus Michels, die tot 1958 zelf het Ajax-shirt droeg. Michels had op dat moment alleen ervaring opgedaan als hoofdtrainer en gymleraar. Hij vond Cruijff nog te jong en te licht, waardoor het talent in het seizoen 1964-1965 ‘slechts’ tien wedstrijden mocht opdraven in Ajax 1 (vier doelpunten). De Amsterdammers beleefden een teleurstellend seizoen en ontsnapten zelfs ternauwernood aan degradatie. De dertiende plaats van 1965 is nog altijd een dieptepunt sinds de invoering van het Nederlandse profvoetbal.

Johan Cruijff
In actie voor Ajax (Pro Shots)

Doorbraak in Amsterdam

Michels mocht aanblijven als Ajax-trainer en drong aan op versterking van de selectie. Het bestuur voldeed aan zijn wens. Cruijff speelde nog altijd geen prominente rol in zijn plannen, maar op 24 oktober 1965 overtuigde hij de oefenmeester tijdens de wedstrijd tegen stadsgenoot DWS (0-2 overwinning) door als vervanger van Klaas Nuninga tweemaal te scoren op aangeven van Keizer. Het team bestond destijds ook uit spelers als Wim Suurbier, Theo van Duivenbode en Sjaak Swart.

“Ik heb Johan geboren zien worden. Nou ja, als voetballer dan, hè?”, vertelde Swart decennia jaren aan de NOS. “Johan en ik waren zó ingespeeld op elkaar. Ik hoefde niets eens naar hem te kijken om te weten wat hij deed en waar hij de bal ging neerleggen. En dat konden we, hoor, een pass geven over veertig, vijftig meter. En dan nam hij de bal gewoon aan met de hak. We hebben in die jaren vijf seizoenen met hetzelfde elftal gespeeld. Dan raak je zo op elkaar ingespeeld, iedereen wist wat-ie moest doen. Dat was er ingeslepen door Rinus Michels, echt, dat was fantastisch.”

Cruijff fungeerde in die tijd als spits van Ajax. Hij had een belangrijk aandeel in het kampioenschap van 1966, zijn eerste grote succes als profvoetballer. De Amsterdammers hadden de smaak te pakken en prolongeerden de landstitel in 1967 door een recordaantal van 122 doelpunten te produceren in de Eredivisie. Cruijff nam 33 treffers voor zijn rekening en kroonde zich daarmee tot topscorer van Nederland. De Ajax-ster, die ook de KNVB Beker aan zijn erelijst mocht toevoegen, werd bovendien verkozen tot Voetballer van het Jaar.

De invloed van Cor Coster

In 1967 kreeg Cruijff een relatie met Danny Coster. Zijn aanstaande schoonvader Cor Coster herkende de commerciële waarde van de Ajax-ster en besloot als zaakwaarnemer te fungeren. In die tijd lieten spelers zich nog nauwelijks vertegenwoordigen bij onderhandelingen, maar Coster zorgde voor een kentering in de sport door op te komen voor de belangen van de hoofdrolspelers. Zo was hij onder meer verantwoordelijk voor het opwaarderen van Cruijff’s contract met een jaarsalaris van 50.000 gulden als resultaat.

Johan Cruijff in actie voor Ajax
In duel met ADO-icoon Aad Mansveld (Pro Shots)

Het Ajax-bestuur vond Coster een lastpak, maar concludeerde eveneens dat Cruijff zijn status van grootverdiener rechtvaardigde binnen de lijnen van het voetbalveld. In 1968 had de Amsterdammer andermaal een significant aandeel in het derde opeenvolgende kampioenschap. Ajax plaatste zich daarmee andermaal voor het eerst voor de Europacup I. In voorgaande seizoenen was de ploeg niet verder gekomen dan maximaal de kwartfinale, maar in het seizoen 1968-1969 bereikte men als eerste Nederlandse club ooit de finale. Het Italiaanse AC Milan bleek echter een maatje te groot: 1-4.

Ajax greep in het seizoen 1968-1969 eveneens naast het kampioenschap en de KNVB Beker. Feyenoord kroonde zich tot landskampioen en wist vervolgens door te stoten door de Europacup I-winst van 1970. Michels voelde zich genoodzaakt door veranderingen door te voeren in zijn selectie. Uiteraard bleef daarbij plaats voor Cruijff, die een gigantisch aandeel opeiste in diens plannen. In het seizoen 1969-1970 revancheerde Ajax zich door de dubbel terug te brengen naar Amsterdam.

Europees succes met Ajax

Cruijff moest de start van het seizoen 1970-1971 aan zich voorbij laten gaan. Tijdens zijn afwezigheid speelde Gerrie Mühren met ‘zijn’ rugnummer (9) en dat was voor de sterspeler van Ajax aanleiding om een nieuw nummer te kiezen: 14. Cruijff hervond zijn topvorm en besloot uit bijgeloof om dit rugnummer te behouden. Het nummer 14 is in de voetbalwereld onlosmakelijk verbonden aan de beste speler uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis, zoals hij door velen is betiteld. Het leverde hem zelfs de bijnaam Legendarische nummer 14 op.

Het seizoen 1970-1971 verliep uitstekend voor Ajax. In de Eredivisie eindigde het elftal van Michels weliswaar als tweede, maar de KNVB Beker werd wel veroverd en ook buiten de landsgrenzen presteerden de Amsterdammers voortreffelijk. Twee jaar na de verloren Europacup I-finale tegen AC Milan kreeg Ajax de kans op revanche. Op Wembley mochten Cruijff en consorten aantreden tegen het Griekse Panathinaikos, dat met 2-0 werd gevloerd door doelpunten van Dick van Dijk en Arie Haan. Als beloning werd Cruijff uitgeroepen tot Europees Voetballer van het Jaar.

Laatste jaren bij Ajax

Na de Europacup I-winst van 1971 werd Cruijff in verband gebracht met verschillende clubs. Een transfer naar zowel Feyenoord als FC Barcelona behoorde tot de mogelijkheden, maar uiteindelijk koos hij in juli van dat jaar voor een gloednieuw contract in Amsterdam. Cruijff plaatste zijn handtekening onder een zevenjarige verbintenis en verzekerde zich daarmee van een jaarsalaris van 95.000 gulden exclusief premies. Wel moest hij het stellen zonder Michels, die wel instemde met een overstap naar Barcelona.

Met Stefan Kovács als nieuwe hoofdtrainer bleef Ajax succesvol. De Roemeen leidde de Amsterdammers in het seizoen 1971-1972 andermaal naar de dubbel en tevens werd voor het tweede opeenvolgende seizoen de finale van de Europacup I bereikt. Uitgerekend in De Kuip besliste Cruijff hoogstpersoonlijk de clash met het Italiaanse Internazionale door tweemaal te scoren: 2-0. In de Eredivisie maakte Ajax indruk door een 12-1 overwinning te boeken op Vitesse, mede dankzij vier doelpunten van Cruijff. Tot oktober 2020 (0-13 bij VVV-Venlo – Ajax) bleef dit een Nederlands record.

Cruijff werd in 1972 gekroond tot topscorer van de Eredivisie en Voetballer van het Jaar in Nederland. In het najaar nam hij met Ajax voor het eerst deel aan het WK voor clubteams. Het Argentijnse Independiente werd over twee wedstrijden simpel verslagen, waardoor er opnieuw een prijs kon worden toegevoegd aan zijn toch al indrukwekkende erelijst. Cruijff promoveerde tot aanvoerder van Ajax en mocht in die hoedanigheid de Europacup I in ontvangst nemen na een 1-0 overwinning op Juventus. Het betrof de derde opeenvolgende Europese eindzege.

In de zomer van 1973 ontstond er ophef binnen de selectie van Ajax. Keizer had een seizoen eerder zijn aanvoerdersband ingeleverd, maar wilde deze rol graag weer overnemen. Cruijff weigerde, waarna een stemming binnen de spelersgroep in zijn nadeel uitpakte (drie stemmen voor, dertien tegen). De steraanvaller reageerde geschokt en besloot vanuit zijn hotelkamer contact op te nemen met schoonvader Coster. “Je moet nu meteen Barcelona bellen. Ik vertrek hier”, zo luidde zijn mededeling.

In het seizoen 1973-1974 speelde Cruijff nog wel twee wedstrijden voor Ajax. Drie dagen na de stadsderby tegen FC Amsterdam (6-1 overwinning) kwam de transfer naar FC Barcelona rond. Op 22 augustus 1973 ondertekende hij een contract bij de Catalaanse club. Beide clubs werden het eens over een transfersom van zes miljoen gulden, waarvan de helft naar de speler zelf ging. Cruijff werd daarmee de duurste voetballer aller tijden.

Verlosser in Barcelona

Ten tijde van de overstap naar FC Barcelona was de transferperiode al voorbij. De KNVB weigerde hem aanvankelijk vrij te geven, waardoor hij alleen in vriendschappelijke wedstrijden mocht aantreden. Het standpunt zorgde binnen de voetbalbond voor hoofdbrekens. In 1974 stond er immers een WK op de agenda en Cruijff werd gezien als sterspeler van het Nederlands elftal. Vanwege de sportieve belangen werd besloten om de sterspeler alsnog groen licht te geven.

Cruijff debuteerde op 28 oktober 1973 officieel voor FC Barcelona. De Catalanen waren moeizaam begonnen aan het seizoen, maar mede dankzij twee doelpunten van de Nederlander werd eenvoudig afgerekend met Granada (4-0). Met Cruijff in de gelederen kreeg Michels weer schwung in het elftal. Barcelona bleef tot eind april 1974 ongeslagen in de Primera División en verzekerde zich daarmee voor de eerste landstitel sinds 1960. Met zestien doelpunten had Cruijff een groot aandeel in dit succes. Hij maakte vooral indruk in de met 5-0 gewonnen uitwedstrijd tegen aartsrivaal Real Madrid.

Cruijff werd in 1974 voor het derde jaar op rij verkozen tot Europees Voetballer van het Jaar. In de daaropvolgende jaren bleef de Nederlander imponeren bij FC Barcelona, maar behalve de Copa del Rey van 1978 leverde dat geen nieuwe hoofdprijs op. Wel bereikte zijn team in het seizoen 1974-1975 de laatste vier van het Europacup I-toernooi (uitschakeling tegen Leeds United). Michels vertrok na dit seizoen uit Barcelona, maar ook na deze trainerswissel bleek de tweede plaatst het hoogst haalbare in de Spaanse competitie.

Ondanks de magere oogst qua prijzen groeide Cruijff uit tot een superster bij FC Barcelona. Hij maakte zich vooral populair door zijn derde kind de naam Jordi te noemen. Vanwege de verwijzing naar de beschermheilige van Catalonië (Sint-Joris) was deze naam verboden door het Spaanse regime, maar de burgerlijke stand mocht de naam niet weigeren doordat Jordi Cruijff in Nederland was geboren. Als vader werd hij vanaf dat moment op handen gedragen door het Catalaanse volk.

Johan Cruijff met Willy van der Kuijlen
Johan Cruijff in een onderonsje met PSV’er Willy van der Kuijlen (Pro Shots)

Pijnlijk afscheid in Amsterdam

Cruijff besloot op 31-jarige leeftijd afscheid te nemen van het voetbal. FC Barcelona organiseerde op 27 mei 1978 een afscheidswedstrijd tegen Ajax, dat met 3-1 opzij werd gezet. Op 7 november van datzelfde jaar besloot de Amsterdamse club een eerbetoon te brengen door Cruijff nog eenmaal te laten opdraven. Bayern München werd uitgenodigd om aan te treden in het Olympisch Stadion, maar voelde zich getergd door de weinig gastvrije ontvangst in Amsterdam. De Duitse grootmacht besloot er een serieus gevecht van te maken en zegevierde met 0-8.

Voor Cruijff betrof het de grootste nederlaag uit zijn voetbalcarrière. Pas in mei 2006 besloot een aantal spelers van het toenmalige Bayern München zich hiervoor te excuseren. “Sorry, Johan”, lieten Sepp Maier en Karl-Heinz Rummenigge destijds weten aan NOVA. Paul Breitner verklaarde op zijn beurt: “Toch hebben we met vier man afgesproken dat we Cruijff zouden laten gaan. Maier, Müller, Oblak en ik hebben zich daar ook aan gehouden. Ik geef toe dat we een snelle jongen als Rummenigge niet helemaal in toon hebben kunnen houden. Maar dat lag ook aan Ajax. Moeten we dan niet scoren, als we zo gemakkelijk vrij voor het doel konden komen? Ik vraag mij in oprechtheid af wie eigenlijk de avond voor Cruijff heeft verpest.”

Amerikaanse jaren

Na zijn voetbalcarrière besloot Cruijff een zakelijk avontuur aan te gaan. Samen met zakenpartner Michel Basilevitsj begonnen zij CB-International, dat zich onder meer op de export van middelen en onroerend goed focuste. Ook de exploitatie van een varkensfokkerij viel onder het takenpakket. Cruijff was al gewaarschuwd door zijn schoonvader, maar de voormalig stervoetballer negeerde zijn advies en werd door Basilevitsj belazerd met een schuld van zes miljoen gulden als resultaat. Na dit debacle ontstond er weer contact met Coster.

Door de handelswijze van Basilevitsj stond Cruijff er slecht voor in financieel opzicht. De Amsterdammer voelde zich zelfs genoodzaakt om zijn voetbalschoenen weer aan te trekken. Er lag een voorcontract met New York Cosmos, maar de plannen van de oude club van Pelé konden hem niet bekoren en daardoor ketste de samenwerking af. Cruijff kreeg hierdoor de mogelijkheid om met een andere Amerikaanse club te gaan onderhandelen. Los Angeles Aztecs werd zijn nieuwe werkgever.

Cruijff verbond zich voor 750.000 dollar aan de club uit LA, waar hij opnieuw te maken kreeg met trainer Michels. De Nederlander had toen al geruime tijd geen training meer in de benen, maar ondanks een jetlag maakte hij op 23 mei 1979 al zijn debuut tegen Rochester Lancers (3-0 overwinning). Met twee doelpunten en een assist onderstreepte Cruijff meteen zijn klasse. Michels onderkende de kwaliteiten van Cruijff door teamgenoten een ondersteunende rol te geven. Hij werd dan ook verkozen tot meest waardevolle speler van de NASL.

De samenwerking tussen Los Angeles Aztecs en Cruijff bleef beperkt tot één seizoen. Washington Diplomats profiteerde in 1980 dankbaar door hem in te lijven, maar dit bleek geen gelukkig huwelijk door blessures en conflicten met teamgenoten en trainer Gordon Bradley. Sportief viel het avontuur in Washington eveneens tegen.

Terugkeer bij Ajax

Cruijff keerde in het najaar van 1980 terug naar Amsterdam, waar hij mocht meetrainen met de selectie van Ajax. De transferperiode was op dat moment dicht en daarom kreeg hij geen toestemming om officiële wedstrijden te spelen. Cruijff werd in november wel vastgelegd als technisch adviseur van trainer Leo Beenhakker. In die hoedanigheid zorgde hij voor een uniek moment door tijdens de thuiswedstrijd tegen FC Twente bij een 2-3 achterstand af te dalen van de tribunes en naast Beenhakker plaats te nemen op de bank. Het eindresultaat betrof een 5-3 overwinning.

Met Cruijff als technisch adviseur eindigde Ajax in het seizoen 1980-1981 als tweede in de Eredivisie. Ook werd de bekerfinale bereikt, maar landskampioen AZ’67 bleek met 3-1 te sterk. Cruijff combineerde zijn werkzaamheden in Amsterdam met vriendschappelijke wedstrijden voor DS’79 uit Dordrecht. Hij maakte plannen om terug te keren in het shirt van het Nederlands elftal, maar eerst besloot hij ritme op te doen bij Levante (tien wedstrijden) en Washington Diplomats (vijf wedstrijden).

In december 1981 keerde Cruijff terug als speler van Ajax. Jack van Gelder besloot beide partijen weer bijeen te brengen. Het Ajax-bestuur hield dit aanvankelijk tegen, maar een truc van de verslaggever zorgde uiteindelijk toch voor een doorbraak. Op 6 december 1981 maakte Cruijff zijn comeback in de thuiswedstrijd tegen HFC Haarlem (4-1 zege). Twaalfduizend fans waren hiervan getuige, terwijl Ajax zelfs nog duizenden ‘nee’ moest verkopen aan de poorten van de meer. De gelukkigen zagen Cruijff op schitterende wijze voor 1-0 zorgen.

Met de terugkeer van Cruijff keerde de glimlach terug bij Ajax. Waar de Amsterdammers voor zijn terugkeer nog wisselvallig presteerden, daar loodste hij het team naar de landstitel van 1982 door een voorsprong van vijf punten op te bouwen ten opzichte van runner-up PSV. Ajax won in 1983 zelfs de dubbel. Zelf scheef hij voetbalgeschiedenis door tegen Helmond Sport een strafschop opzij te leggen naar Jesper Olsen, die de bal vervolgens panklaar mocht leggen voor zijn iconische teamgenoot. In de jaren dertig en veertig was dit ook al eens gedaan, maar dit type strafschop geniet sindsdien wel de Cruijff-signatuur.

Revanche met Feyenoord

Op 10 mei 1983 won Ajax de bekerfinale, maar een week later volgde een grote schok: Cruijff ondertekende een contract bij aartsrivaal Feyenoord. Aanleiding hiervoor was een conflict met voorzitter Ton Harmsen. Het bestuurslid vond de sterspeler te oud en weigerde zijn salaris van anderhalf miljoen gulden uit te betalen. Cruijff voelde zich waardeloos behandeld voor Ajax en besloot Coster opdracht te geven om een transfer naar Feyenoord uit te onderhandelen. De Rotterdamse club had weinig budget, maar op recettebasis werden beide partijen het alsnog eens.

De komst van Cruijff zorgde niet meteen voor euforie bij Het Legioen. Het sentiment bij de supporters veranderde gaandeweg het seizoen door diens prestaties. Feyenoord verloor maar twee competitiewedstrijden, waaronder een smadelijke 8-2 bij Ajax. De Amsterdammers werden echter afgeschud in de titelstrijd. Cruijff werd op 37-jarige leeftijd andermaal verkozen tot Voetballer van het Jaar in Nederland. Op 13 mei 1984 nam de Amsterdammer tegen PEC Zwolle definitief afscheid van het betaald voetbal.

Cruijff met Feyenoord in actie tégen Ajax (Pro Shots)

Cruijff trok nog wel één keer het Feyenoord-shirt aan. De club kreeg een lucratief aanbod om een wedstrijd te spelen tegen het nationale team van Saudi-Arabië, maar de Saudische koning Fahd stond erop dat het voetbalicoon in actie zou komen. De ongetrainde Cruijff speelde voor rust mee bij de thuisploeg (twee doelpunten) om na rust in actie te komen voor Feyenoord (één doelpunt en één assist). Het duel eindigde daarmee in een 2-2 gelijkspel.

PeriodeClub
1964-1973Ajax
1973-1978FC Barcelona
1979Los Angeles Aztecs
1980Washington Diplomats
1981Levante UD
1981Washington Diplomats
1981-1983Ajax
1983-1984Feyenoord

Interlandcarrière Johan Cruijff

Cruijff debuteerde op 7 september 1966 als international van het Nederlands elftal. Bondscoach Georg Kessler liet de smaakmaker van Ajax de volledige EK-kwalificatiewedstrijd tegen Hongarije (2-2) afwerken. In de 51ste minuut verdubbelde hij de Nederlandse voorsprong, maar in de laatste twintig minuten verspeelden de oranjehemden deze marge. Het bleek duur puntenverlies. Hongarije kroonde zich uiteindelijk tot groepswinnaar, waar Nederland naast een EK-ticket greep.

Op 6 november 1966 schreef Cruijff geschiedenis door als eerste Oranje-international ooit een rode kaart te pakken. Scheidsrechter Rudi Glöckner claimde in het gezicht te zijn geslagen. De hoofdrolspeler ontkende dit, maar werd door de KNVB voor een jaar uitgesloten van interlandvoetbal. Onder druk van de media maakte Cruijff echter al na acht maanden zijn comeback in de EK-kwalificatiewedstrijd tegen de DDR. De 1-0 eindstand kwam door zijn toedoen op het scorebord.

WK-finalist met Oranje

Cruijff botste gedurende zijn interlandloopbaan meermaals met officials en de technische staf van het Nederlands elftal. Toch werd hij in 1971 gepromoveerd tot aanvoerder van het nationale team. Mede dankzij de sterspeler kwalificeerde Oranje zich na 36 jaar eindelijk weer voor een eindtoernooi: het WK van 1974. In West-Duitsland overleefde men een dubbele groepsfase, waardoor het team op 7 juli 1974 mocht aantreden in de WK-finale. Cruijff versierde in de openingsminuut meteen een strafschop (benut door Johan Neeskens), maar Nederland verloor met 1-2 van gastheer West-Duitsland.

Cruijff maakte drie doelpunten op het WK van 1974, waarvan twee tegen Argentinië en één tegen Brazilië. In aanloop naar de WK-finale ontstond er echter opschudding. Het Duitse BILD publiceerde een artikel over het gedrag van de Oranje-internationals in het spelershotel, die zich naakt in het zwembad lieten omringen door vrouwen (‘Cruyff, Sekt und nackte Mädchen’). Naar verluidt had Cruijff in die dagen veel uit te leggen aan zijn vrouw Danny en zou dat invloed hebben gehad op zijn prestaties tegen West-Duitsland.

Johan Cruijff in Oranje-shirt
Johan Cruijff in het tenue van Oranje (Pro Shots)

EK-deelname in 1976

Het Nederlands elftal kwalificeerde zich eveneens voor het EK van 1976. Cruijff en consorten hoopten op revanche voor de verloren WK-finale, maar werden in de halve finale uitgeschakeld door Tsjecho-Slowakije (1-3). De troostfinale tegen Joegoslavië (3-2 zege na verlenging) ging door een schorsing aan zijn neus voorbij. In de maanden na de Europese eindronde bleef Cruijff in actie komen voor Oranje, maar na de WK-kwalificatiewedstrijd tegen België (1-0 zege) op 26 oktober 1977 kwam zijn interlandcarrière ten einde. De teller stond op dat moment op 48 interlands en 33 doelpunten.

Streep door WK 1978

Cruijff had in 1974 al aangekondigd dat hij het WK van 1978 niet zou bijwonen. Niet alleen had de aanvaller reeds besloten om op 31-jarige leeftijd af te zwaaien als profvoetballer, maar hij zag daarnaast weinig in de trip naar Zuid-Amerika. Cruijff had geen fijne herinneringen aan de trip van 1972 met Ajax (WK voor clubteams) en vreesde daarnaast voor kidknapping.

In zijn laatste seizoen bij FC Barcelona kreeg Cruijff te maken met een mislukte poging tot kidknapping. In 2008 verklaarde hij hierover op Catalunya Ràdio: “Om aan een WK mee te doen, moet je tweehonderd procent zijn. Ik had een geweer op mijn hoofd, was vastgebonden en mijn kinderen waren in het appartement aanwezig. Er zijn momenten dat andere dingen in het leven belangrijker zijn dan voetbal.” Ondanks de politiebeveiliging durfde Cruijff het niet aan om zijn gezin weken alleen te laten gedurende het WK van 1978.

Zonder Cruijff verloor Nederland ook de WK-finale van 1978. Opnieuw bleek de gastheer (Argentinië) te sterk: 1-3 na verlenging. In 1981 leek er nog even sprake van een terugkeer in het Nederlands elftal, maar een 49ste interland bleef uit.


Trainerscarrière Johan Cruijff

Cruijff voerde de nodige veranderingen door als technisch directeur en hoofdtrainer van Ajax. In zijn eerste seizoen als eindverantwoordelijke loodste hij de Amsterdamse club meteen naar de bekerwinst, maar ondanks een doelsaldo van 120-35 greep het team naast het kampioenschap van 1986. In het daaropvolgende seizoen herhaalde dit scenario zich. Ajax kroonde zich opnieuw tot bekerwinnaar, maar concurrent PSV greep wederom de macht in de strijd om het kampioenschap.

Europacup II-winst met Ajax

In het seizoen 1986-1987 won Cruijff zijn eerste Europese hoofdprijs als trainer. In de Europacup II rekenden de Amsterdammers achtereenvolgens af met Bursaspor, Olympiakos Piraeus, Malmö FF en Real Zaragoza. Op 13 mei 1987 werd in Athene ook het Duitse 1. FC Lokomotive Leipzig verslagen: 1-0. Het basisteam team bestond uit Stanley Menzo, Sonny Silooy, Frank Verlaat, Frank Rijkaard, Peter Boeve, Jan Wouters, Aron Winter, Arnold Mühren, John van ‘t Schip, Marco van Basten en Rob Witschge. Dennis Bergkamp was één van de invallers.

De KNVB verleende Cruijff in 1986 de benodigde licentie om permanent aan te blijven als trainer van Ajax. De Amsterdammer zag tot zijn eigen afgrijzen verschillende sterkhouders vertrekken, waar het bestuur onvoldoende wilde luisteren naar zijn eisen aangaande versterking van de selectie. Er ontstond onenigheid tussen beide partijen. In januari 1988 was Cruijff er klaar mee. Tamelijk onverwacht diende hij zijn ontslag in bij Ajax.

Johan Cruijff met Ronald Koeman
Johan Cruijff met Ronald Koeman (Pro Shots)

Trainer bij FC Barcelona

Cruijff sprak na zijn abrupte vertrek bij Ajax de wens uit om naar het buitenland te verhuizen. Volgens sc Heerenveen-voorzitter Riemer van der Velde was Friesland het dichtstbijzijnde buitenland en dus trok hij de stoute schoenen aan. “Ik legde Johan uit wat we wilden”, vertelde Van der Velde later aan Omrop Fryslân. “Hij zei: ‘ik vlieg morgen naar Barcelona toe, daar ben ik mee in gesprek. Volgende week donderdag kom ik terug. Als ik dan nog geen trainer van FC Barcelona ben, dan wil ik er met jullie over praten. Ik bel je donderdag om tien uur.'”

Cruijff belde op het afgesproken tijdstip. “Want hij was een man van de tijd. Dus, Johan Cruijff aan de telefoon. ‘Ik word trainer van Barcelona. Maar je mag het nog niet zeggen, want het wordt pas over een week bekend!'” In plaats van eerstedivisionist sc Heerenveen keerde de voormalig stervoetballer dus terug naar Catalonië. Ook de Spaanse voetbalbond moest dispensatie verlenen vanwege het ontbreken van de benodigde papieren, maar vanwege zijn eerdere betekenis voor FC Barcelona leverde dit een ‘ja’ op.

In Barcelona kreeg Cruijff de vrijheid om de selectie naar eigen inzicht te bekleden. De Nederlander schoof in zijn beginperiode verschillende jeugdspelers door, waaronder Pep Guardiola en Txiki Begiristain. Ook werden spelers als Ronald Koeman, Michael Laudrup en Hristo Stoichkov aan de selectie toegevoegd. Cruijff dacht met dit spelersmateriaal zijn geliefde speelwijze (Totaalvoetbal genoemd) grote successen te kunnen formeren.

Zeer succesvol met Barcelona

Cruijff had het gelijk aan zijn zijde. De Nederlandse trainer bouwde aan een succesformule door een zeer getalenteerde selectie samen te stellen. In de jaren tachtig domineerde Real Madrid het Spaanse voetbal, maar de jarenlange hegemonie werd in de jaren negentig doorbreken door FC Barcelona. Zijn team wist de kampioenschappen van 1991, 1992, 1993 en 1994 te behalen. Ook de Copa del Rey (1990) en de Supercopa (1991, 1992 en 1994) werden aan de prijzenkast toegevoegd.

Niet alleen in Spanje boekte Cruijff grote successen met zijn team, dat de bijnaam Dreamteam verkreeg. In 1989 leidde hij de Catalaanse club al naar de eindzege in de Europacup II ten koste van Sampdoria (2-0). Drie jaar later stonden beide clubs opnieuw tegenover elkaar in de finale van de Europacup I, de voorloper van de Champions League. FC Barcelona knokte zich in de verlenging naar een 1-0 overwinning dankzij een fraaie vrije trap van Ronald Koeman. In 1992 werd ook de Europese Supercup veroverd.

Einde van het succesverhaal

FC Barcelona won de belangrijkste bokaal van het Europese clubvoetbal in 1992 voor het eerst in de geschiedenis. In 1994 kreeg het team van Cruijff de mogelijkheid om dit succes te evenaren, maar de topfavoriet werd compleet overlopen door het Italiaanse AC Milan: 0-4. De nederlaag in Athene werd betiteld als het begin van het einde voor het Dreamteam. Geleidelijk zwaaiden de sterkhouders uit het glorietijdperk af en Cruijff slaagde er niet in om dit op te vangen met nieuwe gezichten. Het aantrekken van zoon Jordi zorgde eveneens voor interne kritiek.

President Josep Lluís Núñez werd geleidelijk steeds kritischer op Cruijff. In mei 1996 onthulden Spaanse media een akkoord tussen de clubleiding en Bobby Robson. De Nederlander reageerde furieus en reageerde zijn emoties af op de voorzitter, die zich vervolgens genoodzaakt voelde om de succestrainer de deur te wijzen. Na zijn ontslag bleef Cruijff woonachtig in Barcelona. Lange tijd voelde hij weinig voor een officiële terugkeer in de voetbalwereld, maar in september 2009 zei hij dan toch ‘ja’ tegen het aanbod om bondscoach te worden van Catalonië.

Op 22 december 2009 leidde Cruijff het Catalaanse voetbalteam naar een 4-2 overwinning op Argentinië. In de daaropvolgende jaren won het gelegenheidsteam eveneens van Honduras (3-0), waar Tunesië en Nigeria elk op een gelijkspel werden gehouden (0-0 en 1-1). In januari 2013 leidde Cruijff zijn allerlaatste wedstrijd als trainer.

Fluwelen Revolutie bij Ajax

Na zijn vertrek bij FC Barcelona vervulde Cruijff verschillende werkzaamheden binnen de voetballerij. Tussen september 1996 en augustus 2009 fungeerde hij als voetbalanalist van de NOS. Cruijff, die onder meer analyses gaf bij EK’s en WK’s, besloot uiteindelijk op te stappen vanwege een te weinig kritische invalshoek. Kritisch was hij zelf onder meer in zijn column’s voor De Telegraaf en Nummer 14, waarbij respectievelijk Jaap de Groot en Bert Nederlof als ghostwriters fungeerden.

Op 20 februari 2008 schoof Cruijff plotseling aan bij de ledenvergadering van Ajax, waar hij jarenlang ontbrak. Aanleiding waren de uitkomsten van het rapport van de commissie-Coronel. De leden gingen akkoord met het aanpassen van het bestuursmodel. Het bestuur trad terug en Cruijff kreeg het verzoek om leiding te geven aan het voetbaltechnische gedeelte. Een verschil van inzicht met Van Basten deed hem echter besluiten om al na twee weken op te stappen. De toenmalig hoofdtrainer van Ajax kon zich niet vinden in zijn voorstel om de jeugdopleiding te hervormen en daarbij alle jeugdtrainers te ontslaan.

Johan Cruijff (Ajax)
Johan Cruijff tijdens een interview met Voetbal International (Pro Shots)

In het seizoen 2010-2011 verloor Ajax kansloos van Real Madrid in de Champions League. Cruijff gebruikte zijn column in De Telegraaf om harde kritiek te leveren en daarbij kreeg hij steeds meer steun. Cruijff vond het vooral onbegrijpelijk dat er niemand met een voetbalachtergrond in de raad van commissarissen zat, waardoor hij de algemene ledenvergadering van 14 december 2010 aangreep om oud-Ajacieden in de rvc te krijgen. Zijn actie werd bestempeld als de Fluwelen Revolutie.

Cruijff werd zelf opgenomen in de klankbordgroep technische zaken van Ajax. Hij pleitte wederom voor het grondig renoveren van de jeugdopleiding. Daarbij schoof de voormalig speler/trainer onder meer Wim Jonk en Dennis Bergkamp naar voren. Cruijff besloot zijn macht te vergroten door toe te treden tot de raad van commissarissen. Eind 2011 ging het echter mis. De komst van Tscheu La Lang als algemeen directeur werd geblokkeerd door andere commissarissen, waarna Louis van Gaal zonder zijn medeweten werd geïnstalleerd.

Cruijff reageerde door een kort geding aan te spannen tegen de Ajax NV en de overige commissarissen. De rechtbank oordeelde in zijn nadeel, maar schortte de benoeming van Van Gaal wel op. Uiteindelijk haalde Cruijff alsnog zijn gelijk. De voltallige commissarissen stapten op, maar zelf bleef hij als adviseur werkzaam in Amsterdam. Vanwege het niet opvolgen van zijn adviezen stapte de Amsterdammer eind 2015 op. Tussendoor fungeerde hij overigens ook nog enige tijd als extern adviseur van het Mexicaanse Chivas Guadalajara.

Overlijden

In oktober 2015 werd er longkanker vastgesteld bij Cruijff, die tot zijn bypassoperatie in 1991 overmatig rookte. In maart 2016 bezocht hij onder meer Formule 1-coureur Max Verstappen op het circuit van Barcelona en zijn zoon Jordi bij Maccabi Tel Aviv. Het leek naar omstandigheden goed te gaan, maar in kleine kring was toen al bekend dat er uitzaaiingen waren vastgesteld. Op 24 maart 2016 overleed Cruijff op 68-jarige leeftijd in het Hospital Sant Pau (Barcelona).

Het overlijden van Cruijff maakte veel los in de wereld. Zo klonk er een minuut stilte bij wedstrijden in binnen- en buitenland, droegen de spelers van zijn voormalig clubs rouwbanden en werd het tweede stadion van FC Barcelona naar hem vernoemd (Estadi Johan Cruyff). Op 25 april 2018 werd ook de Amsterdam ArenA, de thuishaven van Ajax, naar de meest legendarische speler uit de clubgeschiedenis vernoemd (Johan Cruijff ArenA).

PeriodeTeamFunctie
1985-1988AjaxHoofdtrainer
1988-1996FC BarcelonaHoofdtrainer
2009-2013CataloniëBondscoach
2011-2012AjaxCommissaris

Laatste update: 12 december 2023

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn | Deze boodschap mag niet gedeeld worden met minderjarigen| Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie