‘Rampzalige erfenis voor Ajax’

Sven Mislintat haalde afgelopen zomer maar liefst twaalf spelers naar Ajax. De aankopen van de voormalig technisch directeur kregen allemaal langdurige miljoenencontracten aangeboden, waardoor de Amsterdammers met een loodzware erfenis zitten. Dat stelt Ajax-watcher Mike Verweij, die stelt dat flink puinruimen nodig is.

Ajax hikt tegen vele miljoenencontracten aan

“Hoe kan het dat Mislintat – sinds 19 mei 2023 officieel directeur voetbalzaken – vanaf 1 juli mét de Ajax-creditcard en ogenschijnlijk zonder accurate controle de transfermarkt op kon?”, vraagt Verweij zich af in De Telegraaf. “Steijn opteerde voor Dest, De Vrij, Tagliafico, Schouten, Isco, Ziyech, Lang, Kluivert, Olij en Pavlidis, maar kreeg voor 115 miljoen euro aan (twaalf) onbekende namen, zelfs uit de Duitse, Franse en Engelse Tweede Divisie”, vervolgt de Ajax-watcher.

De voetbaljournalist vindt het dan ook onbegrijpelijk dat niemand op de rem heeft getrapt. “In totaal werd voor 59 jaar aan miljoenencontracten uitgedeeld. Een erfenis, waar Ajax nog jaren tegenaan zal hikken. Tenzij de nieuwelingen – een wellicht bruikbare enkeling daargelaten – komende zomer voor dumpprijzen worden aangeboden.”

Data als ondersteuning

Dat Mislintat veelal gebruik maakt van data noemt Verweij niet erg, maar de journalist stelt dat het alleen als ondersteunend middel moet werken en niet leidend moet zijn. “Dat een speler in de Deense Superligaen, de 2. Bundesliga of Ligue 2 honderd procent passnauwkeurigheid heeft of veel duels wint, betekent niet dat hij dat in een Klassieker in de kolkende Johan Cruijff ArenA ook doet. Met data wilden de verantwoordelijken risico’s uitsluiten, terwijl ze daarmee juist onaanvaardbare risico’s hebben genomen.”

Alarmbellen hadden moeten rinkelen bij Ajax

Verweij stelt dan ook dat de alarmbellen al af hadden moeten gaan tijdens Mislintats koopwoede, omdat er wel een aantal lichtpuntjes zijn binnen Ajax. “Jorrel Hato, Kristian Hlynsson en Brian Brobbey. Het was de visie van Cruijff én Van Gaal om alleen spelers te kopen als er in de eigen jeugd geen vergelijkbare spelers rondlopen. Achteraf bezien had Ajax in plaats van aan twaalf ’gokjes’ natuurlijk veel meer aan vier, vijf of zes ervaren topaankopen gehad, die Hato, Hlynsson en Brobbey bij de hand nemen. Dat zij nu – met de zeventienjarige Hato voorop – de boel op sleeptouw nemen, is de Amsterdamse wereld op zijn kop.