Trotse Emanuelson had bij Ajax ‘voorkeurstrainers’

Urby Emanuelson kijkt met trots terug op zijn spelersloopbaan. De huidige assistent van Jong Ajax startte zijn carrière in Amsterdam en speelde later voor clubs als AC Milan en Fulham. Vooral zijn periode in de Johan Cruijff ArenA is er een om nooit te vergeten, zo vertelt hij in een exclusief interview met SoccerNews.

Interview: Roerige periode Emanuelson bij Ajax

Zijn eerste officiële wedstrijd vond op 24 februari 2005 plaats. Ajax ging in de UEFA Cup op bezoek bij het Franse AJ Auxerre en verloor met 3-1, waardoor het werd uitgeschakeld. Het betekende het vertrek van hoofdtrainer Ronald Koeman, die kort daarna zou worden opgevolgd door Danny Blind. Het was het begin van een lange periode in Amsterdam, waarin het maar niet lukte om landskampioen te worden en de trainers elkaar in een rap tempo vervingen. Zo zag Emanuelson achtereenvolgens Blind, Henk ten Cate, Adrie Koster, Martin Jol en Frank de Boer voor de groep staan.

Ondanks de roerige periode kijkt hij met een goed gevoel terug op zijn tijd in Amsterdam. Emanuelson kreeg de kans om zich te ontwikkelen en nam een hoop mee van de onrust. “Ik ben altijd heel trots geweest op mijn periode bij Ajax. Dat komt vooral omdat je een jongen uit Amsterdam bent. Ik ben achter de ArenA opgegroeid, dus ik kon altijd naar het stadion kijken. Alleen daarom ben ik al trots dat ik zoveel jaren bij Ajax heb gespeeld. Ik krijg gelukkig mooie woorden terug van de mensen die van de club houden”, stelt de voormalig voetballer.

Tussendoor beleefde Emanuelson ook veel mooie dingen en kon hij persoonlijk zelfs belangrijk zijn voor zijn team. “Ik heb natuurlijk een aantal bekerfinales gespeeld en het doelpunt tegen FC Dordrecht waarbij ik uit een vrije trap de bal in de laatste minuten van de extra tijd binnenschoot. Dat is iets wat me altijd zal bijblijven, omdat het een van mijn belangrijkste goals voor de club is geweest. Het was een hele lastige uitwedstrijd, we kregen een rode kaart, stonden gelijk en gingen bijna richting penalty’s. Het was een avond waarbij alles voor mij goed viel.”

Band met Ten Cate en Jol

Emanuelson had dus meerdere hoofdtrainers tegenover zich staan, waaronder Ten Cate die tussen de zomer van 2006 en oktober 2007 in Amsterdam eindverantwoordelijke was. “Hij besteedde behoorlijk veel aandacht aan mij en was best streng, waarmee hij me in mijn beginfase heeft gevormd om anders naar mezelf kijken dan ik gewend was. Je komt het profvoetbal in, bent jong en weet nog niet wat je te wachten staat. Hij was degene die een spiegel voor me hield en maakte me duidelijk wat ik eraan moest doen om mijn dromen waar te maken.”

Nadat hij zichzelf als jonge speler verder had ontwikkeld, kreeg Jol het volgens Emanuelson voor elkaar om zijn niveau verder omhoog te brengen. “Jol voegde specifieke aspecten aan mijn kwaliteiten toe. Wat maakt mij nou de speler Urby? Daar hebben we gewoon ontzettend hard aan gewerkt: aan de technische zaken, het nemen van een vrije trap, een bepaalde dribbel of een bepaalde actie.” Het resulteerde in het seizoen 2009-2010 bijna in het landskampioenschap, maar FC Twente kreeg het in dat jaar op een haar na voor elkaar om Ajax de baas te zijn.

Naast de banden die hij met oud-trainers van Ajax heeft, ziet hij ook nog verschillende voormalig teamgenoten. Zo spreekt Emanuelson nog met regelmaat met Ryan Babel, Kenneth Vermeer en Vurnon Anita, waarmee hij allemaal op De Toekomst opgroeide. “Dat zijn allemaal jongens die dezelfde weg hebben bewandeld. Je bent met elkaar opgegroeid en probeert je voetbaldroom uit te laten komen. Ik heb met die jongens daarom nog steeds contact. Iedereen zit nu overal en nergens, maar als we elkaar zien dan voelt het gewoon weer als vanouds.”

Overstap naar AC Milan

Waar Emanuelson bij Ajax dacht dat hij klaar was voor de stap naar een buitenlandse competitie, kwam hij er al snel achter dat die wel erg groot was. In 2011 transfereerde hij naar AC Milan en had hij aanpassingstijd nodig om in de Serie A mee te kunnen. “Na mijn Ajax-periode kwam ik erachter dat het niet alleen om voetbal ging of het laten zien van mooie dingen, maar dat er ook echt moest worden gepresteerd. Daar komen gewoon andere dingen bij kijken.” Het resulteerde in 75 wedstrijden voor de Italiaanse grootmacht, waarin hij slechts een handjevol doelpunten zou maken.

“AC Milan was voor mij een hele mooie stap. Ook spannend, omdat het mijn eerste stap buiten Nederland was. Je weet eigenlijk niet wat er allemaal op je af gaat komen. Maar ik heb daar echt een geweldige tijd gehad en met legends gespeeld. Ze hadden alles gewonnen wat er te winnen viel.” Thiago Silva was een van de spelers waar Emanuelson zijn oog niet vanaf kon houden. “Hij heeft in mijn periode bij AC Milan heel veel indruk op mij gemaakt: de vibe die hij heeft en zijn spel. Zlatan zei altijd over hem dat hij ‘de Zlatan van de verdediging’ was.”

Aan het einde van zijn loopbaan keerde hij terug naar Nederland, om voor rivaal FC Utrecht te spelen. Emanuelson merkte weinig van de spanningen tussen de clubs. “Vanaf het begin ben ik goed ontvangen, alleen ik heb de rivaliteit altijd in mijn achterhoofd gehouden. Ik paste, vooral op social media, op met de dingen die ik zei of postte. De mensen wisten dat ik een Ajax-verleden had en begrepen vast wel dat ik liefde voor die club had, alleen soms merkte ik dat sommige zaken wat gevoelig lagen. Maar als ik daar rondliep, ontving ik alleen maar positiviteit.”