‘Ridicuul Ihattaren-besluit’

Mohammed Ihattaren maakte zondag zijn rentree in het betaalde voetbal voor RKC Waalwijk. De aanvallende middenvelder mocht tien minuten voor tijd invallen tegen Ajax, maar Kenneth Perez en Marciano Vink vonden die wissel onbegrijpelijk. Volgens de analisten is Ihattaren nog lang niet fit genoeg om te kunnen spelen.

Perez en Vink zetten vraagtekens bij Ihattaren-wissel

“Het is goed dat hij eruit lijkt te komen”, begint Perez over de terugkeer van Ihattaren in het ESPN-programma Dit was het Weekend. “Maar helemaal fit is hij natuurlijk niet. Ik snap dat hij misschien wel 120 kilo is geweest, maar hij is natuurlijk nog steeds veel te zwaar om profvoetballer te zijn. Je kan zien dat hij een buikje heeft. En dit heeft niets met fatshaming te maken, dit is professioneel voetbal. Je bent verplicht fit te zijn.”

Perez snapt dan ook niet zo goed waarom Henk Fraser Ihattaren al tegen Ajax binnen de lijnen bracht. “Ik snap wel dat hij van ver is gekomen, maar het is een professionele tak van sport en dan hoor je helemaal fit te zijn. Dit lijkt een beetje te snel. Daarnaast gaat het ook om het risico op blessures. Het ergste wat er nu kan gebeuren is dat hij een spierscheuring krijgt. Ik hoop al het goeds voor hem, maar dit ziet er nog niet honderd procent uit.”

Wissel Ihattaren heeft weinig nut

Vink kan zich volledig vinden in de woorden van zijn collega-analist. “Je kan niet ongestraft zo lang uit het voetbal zijn. Hij zal voor zichzelf hebben getraind, vervolgens is hij aangesloten en nu traint hij sinds twee weken met de groep. Dan is dit best wel heel snel. Misschien is het een soort beloning, dat hij twee weken goed getraind heeft en dat hij daarom tien minuten mag spelen.” De wissel had volgens Vink dan ook weinig zin. “Ik denk alleen wel: je speelt om de punten. Ik denk dat het voor hem ook prettiger is als hij daadwerkelijk iets kan toevoegen. Nu had hij alleen een balletje in de diepte dat niet aankwam en een balletje breed. Ik weet niet wie je daar echt een heel plezier mee doet, behalve als het als een soort beloning is.”