Feyenoord-arts weerspreekt ‘Eredivisie-bom’: “Natuurlijk niet”

Feyenoord heeft deze zomer voor opschudding gezorgd met uitspraken over het testbeleid omtrent corona. Enkele dagen geleden werd er nog een besmetting vastgesteld, maar het oefenduel met Sparta Rotterdam ging gewoon door.

“Er bestaat een idee dat testen beschermt tegen het virus, wat natuurlijk totale onzin is”, vertelt clubarts Casper van Eijck aan Voetbal International. Viroloog Annemiek van der Eijk: “Als je vandaag negatief test, kun je nog in je incubatietijd zitten en morgen positief testen. (…) Wij denken dat laagdrempelig testen bij klachten het antwoord is en verder je zo veel mogelijk aan de afspraken houden: handen wassen en anderhalve meter afstand van elkaar bewaren.”

Van Eijck: “Je kunt toch niet iedere week testen en er vervolgens geen consequenties aan hangen? (…) Die voetballer heeft gewoon net zo goed de verantwoordelijkheid het virus niet op te lopen.” Van der Eijk noemt het ‘schijnveiligheid’. “Stel je bent voetballer en op zaterdag test je negatief. Op maandagmiddag voel je een snotneus. Dan is het logisch dat zo’n jongen denkt: Ik ben eergisteren negatief getest, COVID-19 zal het wel niet zijn. En dat-ie dan andere mensen besmet. Zo mag je spelers niet opvoeden.”

Feyenoord kiest daarom voor verantwoording eisen en laagdrempelig testen. Van Eijck vreest ook niet zozeer voor de Eredivisie: “Een van de argumenten is dat als er te veel besmettingen in de voetballerij komen, de competitie wordt stilgelegd. Maar natuurlijk niet. Dat gebeurt pas als het maatschappelijk niet meer verantwoord is door te voetballen. Dat heeft niets te maken met het aantal besmettingen in de bedrijfstak.”