Nederlands elftal en Jong Oranje hebben hetzelfde probleem

Foto: Nederlands elftal en Jong Oranje hebben hetzelfde probleem

Het Nederlands elftal kende tegen Litouwen (2-0) een klein herstel van de nederlaag in Turkije (4-2). De mannen van Frank de Boer schoten tientallen keer richting doel, maar twee keer vond deze maar het net. Ondertussen maakt ook Jong Oranje het zichzelf moeilijk met een ingewikkeld systeem van Erwin van de Looi, die ook niet altijd gelukkig lijkt met zijn keuzes. 

Het Nederlands elftal deed 35 doelpogingen in het treffen met Letland. Slechts twee keer lukte het de Oranje-spelers om de bal tegen het net te krijgen. Steven Berghuis maakte zijn eerste Oranje-treffer met een karakteristieke indraaier en Luuk de Jong beloonde het vertrouwen van bondscoach Frank de Boer, die een basisplek voor de Sevilla-spits had ingeruimd, met een doelpunt die alleen Luuk de Jong kan maken. Ondanks dat de score minimaal vijf doelpunten verschil had moeten zijn, was bondscoach Frank de Boer een tevreden man. 

Nederlands elftal

De 50-jarige hoofdtrainer koos met De Jong in de spits voor een ander strijdplan als tegen de Turken. Door de basisplaats van de spits van Sevilla schoof Memphis Depay door naar de linkerflank en moest Donyell Malen weer op de bank plaatsnemen. De reden van de uitverkiezing van De Jong was vanaf moment één duidelijk: Oranje moest gaan domineren en dat gaat simpelweg erg lastig zonder diep aanspeelpunt. Dat Memphis het liefst in de punt van de aanval speelt, is inmiddels wel duidelijk. Dat neemt echter als bijwerking ook mee dat er fases in de wedstrijd zijn dat niemand in de punt van de aanval loopt. 

Het spelbeeld van Oranje tegen Letland liet zien dat De Boer daar in ieder geval de juiste keuze in maakte. De Jong knikte niet alleen de 2-0 op het scorebord, de spits van Sevilla had met een loopactie ook een groot aandeel in het eerste doelpunt van Berghuis in Oranje. De Jong startte vanuit het centrum en creëerde ruimte in het hart van de Letse verdediging met een loopactie naar de rechterzone van het strafschopgebied. Daardoor ontstond voor Berghuis een lijn naar het doel, waarvan de aanvoerder van Feyenoord optimaal gebruik maakte. 


En toch, op het moment dat je in negentig minuten voetbal 35 doelpogingen (!) onderneemt, dan mag je niet tevreden zijn met twee doelpunten. De Boer gaf na afloop van de wedstrijd bij de NOS aan dat hij blij was hoe zijn elftal speelde, alleen dat het scoreverloop een beetje tegenviel. Dat deze twee zaken hand in hand lopen, werd door Erwin van de Looi bij Jong Oranje nog maar eens onderstreept. 

Jong Oranje

Op het moment dat het ‘grote’ Nederlands elftal WK-kwalificatie probeert af te dwingen, strijdt Jong Oranje om een plek in de knock-outfase van het Europees Kampioenschap onder 21. Dat doet bondscoach Van de Looi in een on-Hollands systeem: de voormalig trainer van FC Groningen en Willem II liet zijn team in de wedstrijden tegen Roemenië (1-1) en Duitsland (1-1) in een 1-4-2-4-systeem spelen. Inderdaad, net zoals Roger Schmidt bij PSV doet. Tegen Roemenië werd de bruikbaarheid van die speelwijze al in twijfel getrokken door een teleurstellen gelijkspel, maar dat leverde nog niet zo veel discussie op als de keuzes van de bondscoach voorafgaand het duel met Duitsland. 

Van de Looi besloot de Duitse verdediging te gaan bestrijden met een opmerkelijk aanvalsduo. Niet Myron Boadu (AZ), die in de eerste wedstrijd nog een basisplek kreeg, en Brian Brobbey (Ajax) stonden als aanvalsduo opgesteld, maar Dani de Wit (AZ) en Justin Kluivert (RB Leipzig/AS Roma) vormden de Oranje-voorhoede. Dat had een reden die je niet meteen in het ‘pure spits zijn’ moet zoeken. Natúúrlijk zijn Boadu en Brobbey meer logische, en misschien wel betere, keuzes als het gaat om je diepste aanvallers. Om de Duitsers in de bedwang te houden, had Van de Looi echter andere kwaliteiten nodig in de punt van de aanval dan alleen maar doelpunten maken. 


De Wit werd vooral opgesteld voor de momenten dat Duitsland de bal had. Wanneer onze Oosterburen op eigen helft de bal rondspeelden, stond De Wit naast Kluivert in de punt van de aanval. Wanneer de tegenstander op de helft van Nederland kwam, switchte Jong Oranje naar een ander systeem: 1-4-2-3-1. Op dat moment stond Kluivert als diepe spits om weggestuurd te worden achter de verdediging van de Duitsers, die hoog op het veld stonden en daardoor veel ruimte in hun rug weggaven. De Wit stond op dat moment als aanvallende middenvelder opgesteld om het druk zetten gemakkelijker te maken voor Jong Oranje. 

Daarmee zorgde Van de Looi ervoor dat de Duitsers in de opbouw niet hun centrale mensen aan konden spelen. Sterker nog: de coach van Jong Oranje haalde daarmee lange tijd de angel uit de Duitse aanval. Aan de andere kant zorgde die keuze er ook voor dat Nederland weinig tot niets creëerde: in de counter kon het nauwelijks gevaarlijk worden en in balbezit zorgt een 1-4-2-4-systeem niet voor de meest ideale afspeelmogelijkheden wanneer je tegenover een goed georganiseerd elftal staat. 

Zelfde probleem

Daardoor had Jong Oranje tegen Duitsland eigenlijk hetzelfde probleem als het ‘grote’ Oranje tegen Litouwen. De weg naar het doel wordt over het algemeen wel gevonden. Maar op het moment dat de gevaarlijke, derde fase van het veld in zicht komt, worden bijna zonder uitzondering de foute keuzes gemaakt. Daardoor kom je eigenlijk nooit in de posities waar je écht gevaarlijk kan worden. Jong Oranje scoorde dan wel tegen Duitsland, dat had in principe weinig te maken met het spel van de mannen van Van de Looi – Kluivert profiteerde van een blunder van de doelman van Duitsland. 


Dat is net zo pijnlijk als de conclusie dat Oranje zich moet aanpassen aan een team als Duitsland om überhaupt een kansje te willen maken op een resultaat. De keuzes van Van de Looi waren opmerkelijk, maar dat maakt die beslissingen niet minder noodzakelijk. Dat zegt meer over de algemene kwaliteit van het Nederlandse voetbaltalent dan de capaciteiten van een trainer, die juist maximaal gebruik maakt van de mogelijkheden van het beschikbare spelersmateriaal. Dat je op zo’n manier weinig kansen creëert en dus moeilijk tot doelpunten komt, is daar het neveneffect van. 

Bij het ‘grote’ Nederlands elftal zijn doelpunten al jaren een structureel probleem. Het ontbreken van een échte topspits, een speler met de techniek van Memphis en het doelpunteninstinct van De Jong, begint Oranje steeds verder op te breken. En op het moment dat ’s lands grootste aanvalstalenten op een eindtoernooi van het hoogste jeugdteam óók niet altijd in actie komen, dan is dat niet eens zo gek.

Wie is de beste spits voor Oranje?

  • Memphis Depay
  • Luuk de Jong
  • Wout Weghorst
  • Myron Boadu
  • Brian Brobbey
  • Andere spits
442+ Votes

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn | Deze boodschap mag niet gedeeld worden met minderjarigen| Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie