Van Egmond: “Geen harde conclusies trekken”

Ondanks de technologische hulpmiddelen zijn er dit seizoen maar liefst negen rode kaarten in de Eredivisie geseponeerd. Dat is volgens scheidsrechtersbaas Dick van Egmond ‘wat veel’, maar er is volgens hem wel ruimte voor nuance.

“Ten eerste gaat het om verschillende situaties en overtredingen. Bij de handsbal van Glenn Bijl van FC Emmen bijvoorbeeld was er sprake van een procedurefout”, vertelt Van Egmond aan Voetbal International. “De rode kaart op zich was terecht, want het wás hands en het ontnemen van een duidelijke scoringskans, alleen had de scheidsrechter al de voordeelregel toegepast en in dat geval kan de VAR niet meer ingrijpen. Alleen wist hij dat niet.”

Van Egmond vervolgt: “Ten tweede vind ik dat we deze statistieken over meerdere seizoenen moeten bekijken, dus wil ik geen harde conclusies trekken op basis van één jaar. Er worden nu met de VAR meer rode kaarten gegeven, dus dan is het logisch dat er ook meer discutabele bij zitten. Anderzijds zien we ook al drie jaar dat het aantal gemíste rode kaarten sterk daalt. Spelers komen met heel veel dingen niet meer weg. Dat is pósitief.”

“Maar in het algemeen zijn we dus niet helemaal tevreden”, vervolgt de scheidsrechtersbaas. “In enkele gevallen zijn we het ook niet eens met het oordeel van de tuchtcommissie, maar dat is een onafhankelijk orgaan en wij zijn in dat stadium geen partij meer. Wij moeten vooral kritisch naar onszelf kijken en ervoor zorgen dat het aantal sepo’s omlaaggaat. Daar zijn we intern ook al heel lang mee bezig. Gemiddeld is er qua rode kaarten nog steeds één fout per weekend, daar zitten we wel mee. Foutloos zal het nooit helemáál worden, maar we streven het wel na.”