‘Er was bloed in mijn hersenen terechtgekomen’

Raúl Jiménez liep in november 2020 een absolute horrorblessure op. De Mexicaanse aanvaller van Wolverhampton Wanderers hield een schedelbreuk over aan het Premier League-duel met Arsenal, maar in het afgelopen weekend maakte hij zijn rentree tegen Leicester City.

Een kopduel met verdediger David Luiz kostte hem de kop en in gesprek met The Guardian vertelt de spits: “Het bleek een schedelbreuk te zijn, waarbij ook een beetje bloed in mijn hersenen terecht was gekomen. De breuk duwde mijn hersenen naar binnen, dus de dokters moesten snel handelen. Zij hebben echt goed werk geleverd.”

Jiménez kan zich niets meer herinneren van de botsing, maar heeft de beelden wel teruggekeken: “Soms zie je filmpjes van een gebroken enkel of scheenbeen en voelt het alsof het je zelf overkomt, maar het maakte me niet bang. Misschien omdat ik me het moment niet voor de geest kan halen.”

In maart sloot de Mexicaan weer aan bij de groepstraining van de Wolves: “In het begin rende ik iedereen voorbij, omdat niemand me mocht tackelen. Eind vorig seizoen had ik het heel moeilijk. Ik voelde dat ik er klaar voor was, maar uit onderzoeken bleek dat mijn schedel nog niet volledig was hersteld. Dat is iets wat je niet kunt voelen. Je denkt dat je er klaar voor bent, maar dat ben je niet.”