Casillas blij met vergeving Nederlanders: “Slechts een spelletje”

De komst van Iker Casillas naar Amsterdam leverde een opvallend moment op. Bij het horen van de opstellingen van de Ajax Legends en de Real Madrid Legends gaf het publiek de Spaanse doelman een applaus, terwijl hij Nederland in 2010 in de weg zat tijdens de WK-finale. “Ik moest voor Spanje vechten”, verontschuldigt Casillas zich tegenover SoccerNews.

Interview met Iker Casillas, oud-keeper Spanje en Real Madrid

Casillas was blij met de uitnodiging van Ajax om de jubileumwedstrijd te spelen en had mooie woorden over voor de Amsterdamse club. “Namens Real Madrid wil ik Ajax van harte feliciteren met het jubileum. 125 jaar is niet niks. Het is niet makkelijk om zoveel jaar zo belangrijk te zijn in Europa en de wereld.” Maar ook de sportieve crisis van de afgelopen periode is Casillas niet ontgaan. “Ajax heeft twee seizoenen gehad die voor deze club niet typisch waren. Maar het blijft altijd een belangrijke club, zeker op het niveau van Nederland. Ik hoop dat ze het zich goed kunnen ontwikkelen voor de toekomst. Het zijn wisselingen van generaties en ze zullen weer jeugdspelers moeten ontwikkelen die het eerste team kunnen versterken.”

Applaus van het publiek

Positieve woorden van de Real Madrid-legende, die een verrassend warm welkom kreeg in Nederland. Het publiek op de tribune van de Johan Cruijff Arena had een aplaus over voor de doelman, ondanks dat hij Oranje in 2010 van de wereldtitel hield. “Daar ben ik erg dankbaar voor. In het voetbal zijn er verhalen die gebeuren. Ik begrijp dat veel mensen zich de WK finale in Zuid-Afrika herinneren. Er zijn situaties waarin je voor je eigen interesses moet kiezen. Ik moest voor Spanje vechten. Gelukkig begrijpen de mensen dat voetbal uiteindelijk slechts een spelletje is.” 

De oud-keeper is inmiddels 43 jaar en al vier jaar gestopt. Dat geeft hij als reden voor een blessure die hij zondag tijdens de Legends-wedstrijd opliep. “Dat is de leeftijd. Als je ouder bent, is het moeilijker om te voetballen. Maar het was leuk om hier te zijn.”