‘Daar zag je waarom clubs niet winnen van ronduit slecht Ajax’

Ajax deed het gisteren helemaal niet zo goed tegen sc Heerenveen, maar de Amsterdammers wonnen wel met 1-2 in het Abe Lenstra Stadion. Willem van Hanegem vindt dat de Friezen veel meer met het mes tussen de tanden hadden moeten spelen.

In zijn column in het Algemeen Dagblad schrijft hij: “Van Heerenveen tegen Ajax bleef mij één moment bij. Dat jonge ventje van de Friezen, die Arjen van der Heide had een corner moeten hebben, maar scheidsrechter Kamphuis gaf een achterbal. Vervolgens kwamen Lisandro Martínez en Edson Álvarez nog even langs om dat ventje allebei een duw tegen zijn borst te geven. Daar, op dat moment, zag je waarom clubs ook niet winnen van een Ajax dat ronduit slecht speelt. Dáár hadden een paar spelers van Heerenveen moeten zeggen: hè, heel snel afblijven van die gozer, handen thuis. Wegwezen.”

Van Hanegem vervolgt zijn verhaal: “Maar ze lieten het bij Heerenveen allemaal maar gebeuren. Voetballen tegen een topclub is ook laten zien dat je niet onder de indruk bent van de tegenstander. Ik zag het eenmaal wél in die slechte wedstrijd. Verdediger Jan Paul van Hecke beet van zich af toen Dusan Tadic de dienst wilde uitmaken. Al zal dat ook te maken hebben met het feit dat die jongen een strafschop tegen kreeg voor een bal tegen zijn elleboog.”