‘Dat is écht een groot gevaar voor Oranje’

Een aantal spelers van het Nederlands elftal hebben dit seizoen ongelooflijk veel speelminuten gemaakt, waar andere internationals juist te weinig op het voetbalveld hebben gestaan. Inspanningsfysioloog Raymond Verheijen zegt in De Telegraaf: “Overbelasting is op dit moment echt een gevaar bij Oranje. En dat komt door onderbelasting van sommige spelers bij hun clubs.”

Patrick van Aanholt en Nathan Aké speelden respectievelijk 1865 minuten en 993 minuten voor Crystal Palace en Manchester City, waar Daley Blind net terug is van een zware enkelblessure. “Bij de bekendmaking van de definitieve selectie was het een heel terechte discussie hoeveel spelers een bondscoach moet selecteren, die niet volledig belastbaar zijn”, vertelt Verheijen. “En drie internationals met weinig speelminuten oproepen, die op (vrijwel) dezelfde positie spelen, vergroot de kans op negatieve bijeffecten. Frank de Boer moest bijvoorbeeld Van Aanholt en Blind tegen Oekraïne gelijktijdig naar de kant halen.”

Een goede zet van de bondscoach, aldus de inspanningsfysioloog: “Het is voor mij een teken dat er individuele periodisering plaatsheeft in de teamperiodisering. Vanaf de buitenkant lijkt het erop dat er met allerlei spelers rekening wordt gehouden. In het oefenduel met Schotland werden Frenkie de Jong en Georginio Wijnaldum al na een half uur gewisseld. Dat is voor de buitenwacht misschien raar, maar écht goed.”

Verheijen stelt dat onderbelasting even gevaarlijk is als overbelasting: “In algemene zin wordt er veel minder goed mee omgesprongen. Vaak denken coaches zo iemand snel op te trainen, zeg maar volgens de survival-of-the-fittest-manier. Als iemand daardoor geblesseerd raakt: jammer. Het is ouderwets en amateuristisch.”