De 7 beste Champions League-finales met een Nederlands tintje

Zaterdagavond strijden drie Nederlanders om de belangrijkste prijs van Europa. Nathan Aké staat met Manchester City tegenover Denzel Dumfries en Stefan de Vrij van Internazionale. Het drietal staat op het punt om geschiedenis te schrijven en in de voetsporen te treden van verschillende landgenoten die legendarische finales speelden. Dit waren de beste Champions League-finales met een Nederlands tintje.

De 7 beste Champions League-finales met een Nederlands tintje

1. AC Milan 3 – 3 Liverpool (2005)

Istanbul was in 2005 ook al het podium van de Champions League-finale, en niet van zomaar één. De wedstrijd tussen AC Milan en Liverpool werd de meest spectaculaire finale uit de geschiedenis van het toernooi. Jaap Stam en Clarence Seedorf stonden op het veld namens AC Milan, dat Liverpool in de eerste helft helemaal wegspeelde. Bij rust stond de Italiaanse ploeg met 3-0 voor en de winst lag binnen handbereik. Door een geweldige comeback van Liverpool en een verloren penaltyserie trok het Nederlandse tweetal uiteindelijk toch aan het kortste eind.

2. Ajax 1 – 0 AC Milan (1995)

Vanuit Nederlands perspectief mag het jaar 1995 natuurlijk niet ontbreken. Ajax haalde met coach Louis van Gaal op de bank en jonge talenten als Edwin van der Sar, Frank de Boer, Edgar Davids, Clarence Seedorf en Marc Overmars op het veld de finale van de Champions League. Ze namen het op tegen de Europese grootmacht AC Milan, dat voor de derde keer op rij in de finale stond. De wedstrijd leek bij een 0-0 stand voorbestemd voor een verlenging, maar zo ver liet Ajax het niet komen. De achttienjarige invaller Patrick Kluivert scoorde vlak voor tijd het winnende doelpunt op aangeven van Frank Rijkaard. Een onvergetelijk Amsterdams succes.

3. Bayern München 2 – 1 Borussia Dortmund (2013)

Arjen Robben kan erover meepraten hoe het is om een Champions League-finale te beslissen. In 2013 was hij met Bayern München uit op revanche vanwege de verloren finales van 2012 tegen Chelsea en 2010 tegen Internazionale. Op Wembley leek de wedstrijd tegen Borussia Dortmund een verlenging nodig te hebben, maar Robben bedacht anders en scoorde in minuut 89 de beslissende 2-1. Het leverde hem de bijnaam Mister Wembley op en het maakte hem onsterfelijk bij Bayern München, met wie hij dat jaar de treble won.

4. Manchester United 1 – 1 Chelsea (2008)

Het seizoen 2007-2008 eindigde met een hectische finale, waarin Edwin van der Sar een hoofdrol speelde. Manchester United en Chelsea legden elkaar het vuur aan de schenen en na doelpunten van Cristiano Ronaldo en Frank Lampard moest er verlengd werden. United kwam twee keer goed weg toen Lampard en Didier Drogba de lat raakten, maar niemand scoorde in de verlenging. In de zenuwslopende strafschoppenserie die volgde stond Van der Sar op als de absolute held. Hij stopte de beslissende strafschop van Nicolas Anelka en veroverde zijn tweede Champions League-trofee.

5. Internazionale 2 – 0 Bayern München (2010)

Bij Oranje waren ze vrienden, maar op 22 mei 2010 was daar negentig minuten lang geen sprake van. Arjen Robben en Mark van Bommel verdedigden de kleuren van Bayern München en Wesley Sneijder die van Internazionale. Sneijder verkeerde in topvorm, ging er met de beker vandoor en won dat seizoen de treble. Het toernooi wordt vooral herinnerd vanwege de manier waarop José Mourinho zijn tegenstanders lesgaf in effectief countervoetbal, onder wie Louis van Gaal die aan de leiding stond bij Bayern. Sneijder speelde een hoofdrol en gaf in de finale de assist op de 1-0 van Diego Milito.

6. FC Barcelona 2 – 1 Arsenal (2006)

De Champions League-finale van 2006 staat veel voetballiefhebbers vast nog bij als een geweldige wedstrijd. Het duel tussen FC Barcelona, met Giovanni van Bronckhorst en Mark van Bommel in de basis, en Arsenal begon met een roekeloze rode kaart van doelman Jens Lehmann. Vervolgens zette Sol Campbell de tien man van Arsenal op voorsprong, waarna het ongekend spannend werd. Beide ploegen kregen kansen om de wedstrijd naar zich toe te trekken, maar het lukte Barca door doelpunten van Samuel Eto’o en Julian Belletti om te winnen. Langs de zijlijn kon trainer Frank Rijkaard zijn geluk niet op. Zijn cv bevat sindsdien een Champions League-winst als speler én als coach. Bij Arsenal bleven Dennis Bergkamp en Robin van Persie negentig minuten op de bank.

7. Manchester United 2 –1 Bayern München (1999)

De inbreng van Hollandse bodem was in de finale in 1999 minimaal – Jaap Stam was namens Manchester United de enige Nederlander op het veld – maar de wedstrijd zelf was te spectaculair om links te laten liggen. Na de vroege goal van Bayern-middenvelder Mario Basler gebeurde er in eerste instantie nog weinig interessants. Het venijn zat hem in het slot. In de blessuretijd maakte Teddy Sheringham gelijk en voordat de scheidsrechter af kon fluiten maakte Ole Gunnar Solskjaer ook nog de 2-1. In een tijdsbestek van enkele minuten was de wedstrijd volledig gekanteld in het voordeel van de ploeg van Sir Alex Ferguson. Stam en reservekeeper Raimond van der Gouw mochten zichzelf de beste van Europa noemen.