De Fortuna-top moet gaan ingrijpen

Voor de zoveelste keer was daar een woedeaanval van trainer Julio Velásquez op de bank bij Fortuna. Een gênante vertoning waarmee hij zichzelf én de club – niet voor het eerst – behoorlijk voor schut zette. De vraag is niet of maar vooral wannéér de top van de eredivisionist gaat ingrijpen om het imago van de club niet verder te schaden en de Spanjaard tegen zichzelf in bescherming te nemen.

Bam, bam, bam. Zeker drie keer sloeg Velásquez tijdens het verloren thuisduel tegen FC Twente als een bezetene met zijn vuist op het plexiglas van de dug-out. Daarna ramde hij op diezelfde plek nog wat apparatuur ondersteboven. Zijn ogen spuugden bijkans vuur. Alsof hij als een kooivechter zijn vijand een paar ferme tikken verkocht, zoiets.

Rode kaart

Op de tribune en voor de tv zullen mensen ongetwijfeld hoofdschuddend naar deze zeer opmerkelijke taferelen hebben zitten te kijken. Velásquez, tactisch gezien helemaal geen slechte trainer, maakt zich met dit exorbitante gedrag zelf compleet belachelijk. Iets wat hij eerder ook al eens had gedaan, waardoor arbiter Bas Nijhuis hem een rode kaart voor zijn neus toverde.

Wat opvalt is dat er na afloop van duels van Fortuna Sittard, inmiddels knap een middenmoter in de Eredivisie, steeds minder over de wedstrijd zelf of de bijbehorende prestaties van de club wordt gesproken. Wat wél ter sprake komt zijn de uitspattingen van de Spaanse furie op de trainersbank.

Eigenlijk kan dit zo niet langer. Zijn excuses ten spijt, zal de top van Fortuna Julio Velásquez nu écht – nogmaals zo u wilt – op het matje moeten gaan roepen. En hem dan vriendelijk meedelen dat hij zijn woede-uitbarstingen maar ergens anders gaat uiten. Een club die zich voor zijn hoofdtrainer keer op keer moet schamen, heeft geen andere keuze dan ingrijpen en moet zo snel als mogelijk afscheid nemen van de man die zichzelf kennelijk niet in de hand heeft.