De Haan ziet pijnpunten bij Van Persie: “Wat-ie wil is fantastisch, maar…”

Robin van Persie heeft het erg lastig bij sc Heerenveen, dat op de vijftiende plaats staat in de Eredivisie. Clubicoon Foppe de Haan is positief over de ideeën van de jonge trainer, maar benadrukt dat er realistisch naar de huidige selectie moet worden gekeken.

Foppe de Haan spreekt zich uit over moeizame start van Robin van Persie bij sc Heerenveen

“Er is wel wat veranderd, natuurlijk. Robin van Persie is een trainer met een duidelijk idee over hoe hij Heerenveen wil laten voetballen en dat draagt hij ook aan alle kanten uit”, begint De Haan in een uitgebreid interview met Voetbal International. “Dat vind ik ook echt prima, hoor, want je moet wel wat in beweging zien te krijgen – en dat doet-ie. Dat is dus helemaal niet verkeerd, maar je moet ook kijken naar welke spelers je tot je beschikking hebt. Hij is al wat realistischer geworden dan in zijn eerste weken, vind ik. Heerenveen speelt al wat vaker de lange bal naar voren, terwijl het voorheen alleen maar kort opbouwen was.”

‘Dat vraagt wel wat van ze’

De Haan juicht toe dat Van Persie aanvallend voetbal nastreeft. “Wat-ie wil, is wel fantastisch. Dat meen ik echt. Maar dat heeft wel veel tijd nodig en misschien op een paar posities wat andere spelers. Van achteruit voetballen en met veel ruimte in de rug spelen; dat vraagt wel wat van je centrale verdedigers. Die nieuwe jongen (Nikolai Hopland, red.) kan dat wel, maar onze Pool (Pawel Bochniewicz, red.) heeft daar duidelijk wat meer moeite mee. Van de week hebben ze geoefend met Sam Kersten naast Hopland in de verdediging, en dat ging wel heel aardig, heb ik begrepen”, analyseert de voormalig oefenmeester.

“We zullen het zien; Van Persie is wat dat betreft nog een beetje zoekende. Niet alleen achterin, overigens, maar ook op het middenveld. Zijn intenties spreken mij aan, dat is echt prima, maar het moet natuurlijk ook wel een beetje realistisch zijn. Het is wel betaald voetbal, hè? Je moet wel punten hebben, want punten en centen horen vaak bij elkaar”, besluit De Haan.