Haller zorgt voor tweestrijd bij Ajax

Sébastien Haller was ondanks zijn teleurstellende optreden in de bekerfinale opnieuw van levensbelang voor Ajax. De Frans Ivoriaanse aanvaller won in de slotminuten van de wedstrijd een kopduel in de vijandige zestien en bediende David Neres, die de 2-1 binnenschoot. Het was het volgende voorbeeld van de tweestrijd die Haller op dit moment voert in de punt van de Ajax-aanval. 

Sébastien Haller had in de KNVB Beker-finale tegen Vitesse een tweedelige hoofdrol. De Frans-Ivoriaanse spits van de Amsterdammers kreeg wederom een basisplek van Erik ten Hag, maar had een groot deel van de wedstrijd moeite om in het spel betrokken te worden. De Arnhemmers speelden dan wel met drie centrale verdedigers, waardoor de spits van Ajax nóg minder ruimte kreeg dan dat hij normaal heeft, maar de aanvoer naar de spits stokte vaak al voordat Haller in balbezit kon komen. Dat de Ivoriaans international in de slotfase van de wedstrijd wel weer op de goede plek stond om een assist te leveren op invaller David Neres, onderstreept de meerwaarde van de recordaanwinst van afgelopen winter opnieuw. Het neemt echter niet weg dat die ene actie in schril contrast staat met de overige negentig minuten die Haller op het veld stond. Die tweestrijd kan in de toekomst nog wel eens voor problemen gaan zorgen. 

Sébastien Haller en Ajax

Je zou jezelf niet graag in de schoenen van Haller verplaatsen. De boomlange aanvaller werd midden in het seizoen overgenomen van West Ham United en maakte voor een recordbedrag van zo’n 22,5 miljoen euro de overstap naar de Johan Cruijff ArenA. Een dergelijk bedrag neemt natuurlijk een bepaalde druk met zich mee, maar de positie en de club maken het nog lastiger voor de Fransman die uitkomt voor Ivoorkust. Het verwachtingspatroon rondom de Ajax-spits is gigantisch, helemaal omdat de komst van Haller indirect ook betekende dat het perspectief van toptalent Brian Brobbey minder rooskleurig werd en hem zelfs richting de uitgang dirigeerde, uitgaande van zijn transfervrije overstap naar Red Bull Leipzig aan het einde van dit seizoen. 

En gek is het niet dat je ervan uitgaat dat een speler er meteen staat op het moment dat een club tientallen miljoenen neertelt om zich te verzekeren van diens diensten. Het is echter niet meer dan normaal dat een speler, hoe duur hij ook is, een bepaalde aanpassingsperiode nodig heeft om zich helemaal te kunnen settelen bij zijn nieuwe club. Voor Haller komt daar nog een ander aspect bij kijken: zijn bliksemtransfer was binnen een dag geregeld, waardoor er een lange nasleep diende voordat de spits zich genesteld had in Amsterdam. 

Ondertussen werd er wel verwacht dat de Fransman vanaf minuut één de Amsterdamse doelpuntenproductie zou opkrikken. Dat laatste is in ieder geval wél gelukt: in dertien Eredivisie-wedstrijden zorgde Haller voor acht doelpunten en vijf assists, waardoor hij in de eindfase meteen zijn stempel heeft gedrukt op het spel van de Amsterdammers. Daar ligt het pijnpunt van Haller ook niet. 

Fanstatische spits 

Met acht doelpunten in dertien wedstrijden kun je concluderen dat het met het scorend vermogen van de spits wel goed zit. Haller maakt ook belangrijke treffers voor de Amsterdammers, waardoor hij zijn meerwaarde eigenlijk al bewezen heeft. Toch is de buitenwacht allerminst overtuigd van de kwaliteiten van de spits, helemaal als je het wegzet tegen de aankoopprijs. Een deel van de Ajax-aanhang ziet liever Brian Brobbey in de punt van de aanval staan dan Haller, die buiten het doelpunten maken en assists leveren weinig grote impact heeft op het spel van de Amsterdammers.
Haller is dan niet de typische Ajax-spits die een bal kan aannemen, twee tegenstanders uitspeelt en daarna de bal in het netje schiet. Dat de spits wel vaak in de positie komt waar dit van hem verwacht wordt, vaak op het moment dat de Fransman zich laat inzakken in het middenveld om mee te doen aan het spel, zorgt ervoor dat qua beeldvorming Haller vaak faalt als hij aan de bal komt -simpelweg omdat dit in posities zijn waar de boomlange spits weinig kan uitrichten omdat hij dat type speler niet is. 

Daardoor ontstaat er een tweestrijd rondom de spits van Ajax. Aan de ene kant is Haller een onverschrokken doelpuntenmaker die in de vijandige zestien een klasse apart is. Bijna 27% van de schoten die Haller lost, is een doelpunt. Met andere woorden: één op de vier schoten voor Haller is raak. Dat de spits gemiddeld ‘slechts’ 2,5 schoten per negentig minuten lost, wijzen op twee zaken: Haller mist nog steeds meer kansen dan Eredivisie-topscorer Georgious Giakoumakis (34% conversie) en percentueel gezien ook schiet ook minder scherp dan Brobbey (vijf schoten per wedstrijd, 30% doelpunt), maar kan betere cijfers overleggen dan bijvoorbeeld een Donyell Malen (24%). Het percentage schoten dat daadwerkelijk in een doelpunt eindigt, heeft echter niet alleen te maken met de kwaliteit van het schot, maar misschien nog wel meer met de positie waaruit geschoten wordt. 

Tweestrijd Ajax 

Dit seizoen hoef je echter geen grote veranderingen te verwachten, maar voor aankomend voetbaljaar heeft Ajax-trainer Ten Hag nog een flinke puzzel te leggen. Op dit moment doet Haller als doelpuntenmaker niet onder voor de top van de Eredivisie, maar komt hij op andere facetten nog tekort en ontbeert het de boomlange aanvaller aan snelheid om zowel in de opbouw van belang te zijn én dan op tijd in de zestien te staan om zo de meest optimale scoringspositie uit te zoeken. Daardoor kan Ajax niet volledig gebruik maken van de kwaliteiten van de recordaankoop en zorgen een serie aan gemiste kansen en mislukte acties voor frustratie bij de spits, iets wat zijn prestaties onmogelijk goed kunnen doen. 

Ten Hag zal dus moeten beslissen of hij op deze voet verder wil met Haller in de Ajax-spits. Doelpunten maken wordt met de Fransman een stuk gemakkelijker, maar dat geldt dus niet voor de weg naar die aanval toe. Haller is en blijft een spits die je vooral in en rondom de vijandige zestien moet aanspelen omdat hij daar met één pass of één schot het verschil kan maken. Een verschil dat Ajax wel degelijk nodig blijkt te hebben, getuige de assist die Haller gaf op het winnende doelpunt van Neres. Door het middenveld anders in te stellen, met name de rol van de nummer tien, zou dit verholpen kunnen worden, maar het is de vraag of Ten Hag dit ziet zitten. Dat neemt als risico mee dat de komende maanden – óók in het nieuwe seizoen – het nog wel eens voorkomt dat Haller op posities in het veld aangespeeld wordt waar hij niets met een bal kan. Of beter gezegd: nog niets. De andere kant van die medaille is wel dat op het moment dát Haller de kneepjes van het Ajax-spitsenvak onder de knie krijgt, hij een dubbel zo grote impact kan hebben dan dat hij op dit moment al heeft.