Kramer: “Ik dacht dat mijn ploeggenoot dood ging, je gaat uit van het ergste”

In een groot interview met het Algemeen Dagblad heeft Michiel Kramer teruggeblikt op het vreselijke moment dat zijn RKC-ploeggenoot Etienne Vaessen werd gereanimeerd na een botsing met Brian Brobbey van Ajax. Uiteindelijk bleek het gelukkig enkel om een preventieve reanimatie te gaan, omdat Vaessen buiten westen was.

Spits over reanimatie Vaessen: ‘Op zulke momenten staat de tijd even stil’

“Op het moment dat er gereanimeerd werd, dacht ik dat zijn hart ermee was opgehouden en dat mijn ploeggenoot dood ging. Je gaat uit van het ergste. We hebben allemaal de beelden van Christian Eriksen en Abdelhak Nouri nog in ons hoofd. Voetballers die op het veld in elkaar zakten en ook werden gereanimeerd. Zoiets hoop je nooit mee te maken”, vertelt Kramer in de krant.

“Mijn medespelers Oukili en Van den Buijs reageerden nog heftiger dan ik deed. Op zulke momenten staat de tijd even stil. Pas toen de scheids naar me toe kwam om te vertellen dat hij weer bij was, viel die angst weg. Voor ons was het heel heftig om mee te maken, maar voor zijn familie was het nog véél erger.” Enkele weken na de botsing keerde Vaessen weer terug op het veld, hij keept vooralsnog met een beschermende helm.

Stof tot nadenken

Dat dit seizoen ook al Bas Dost werd gereanimeerd – hij had daadwerkelijk hartproblemen – geeft Kramer wel stof tot nadenken. “Als voetballer heb je het er met elkaar over. Kan je het op de een of andere manier tegengehouden? Bas Dost was verkouden geweest en had een ontstoken hartspier, waardoor hij op het veld in elkaar zakte. Het kan iedereen blijkbaar gebeuren en dat maakt wel angstig.”

Aan het begin van het seizoen worden wel hartfilmpjes gemaakt. “Toch denk ik ook: je kunt álles testen, maar het helemaal uitsluiten doe je toch niet. Je hoort ook steeds vaker de discussie over het koppen. Al die klappen op je hoofd kunnen ook nooit goed zijn. Misschien moet iedereen eens in de zoveel tijd verplicht een check krijgen. Om te kijken of alles nog zit waar het moet zitten”, aldus Kramer tot slot.