Luuk de Jong laat zich uit over spelen onder Bosz

Luuk de Jong heeft in een groot interview met Voetbal International de loftrompet uitgestoken voor zijn trainer Peter Bosz. Onder zijn leiding won PSV de eerste zestien competitiewedstrijden allemaal.

‘Hoe we nu spelen sluit meer aan bij hoe ik het voetbal wil spelen’

“We hebben, toen hij werd aangesteld op De Herdgang, met elkaar gesproken. Ik merkte direct dat wij op één lijn zaten met hoe we over voetbal denken. Hoe een topteam als PSV moet voetballen. Aanvallend, op de helft van de tegenstander. Dat past, denk ik, perfect bij deze club, bij de groep spelers die we hebben, maar ook zeker bij mij als spits. En vanaf dag één zei hij: “Alles wat wij gaan doen, gaat op honderd procent”. Daar houd ik van. Dus ook de positiespelletjes, de rondootjes, de pass- en trapvormen. De trainer wil geen moment van verzwakking zien. En als hij dat wel ziet, grijpt hij direct in. Dan roept hij: “Jongens, als we dit op deze manier doen, dan kunnen we er beter mee stoppen”. Hij wil die scherpte gewoon houden omdat we die ook de wedstrijden mee in nemen”, vertelt De Jong.

De spits moet onder Bosz veel intensief druk zetten, merkt hij zelf ook. “Tegelijk zeggen we hier ook dat als je op de juiste momenten veel arbeid levert, een wedstrijd ook minder zwaar wordt. Je kunt ervoor kiezen in te zakken, maar als je dan op eigen helft de bal wint, moet je nog helemaal naar de andere kant. En als we hem daar verliezen, weer helemaal terug. Dan blijf je op en neer lopen. Hoe we nu spelen, met heel veel druk naar voren, sluit meer aan bij hoe ik het voetbal wil spelen.”

‘Tegenstanders nauwelijks ademruimte geven’

Als aanvoerder buigt De Jong zich met enige regelmaat over de tactieken. “Ik denk zeker na over voetbal en hoe ik vind dat PSV moet voetballen. Verder ben ik altijd een jongen geweest die heel veel energie in een wedstrijd wil leggen. Ik kan ook heel moeilijk steeds compact staan. Want ik wil heel graag die bal terug hebben in mijn elftal. Ik wil domineren. En als we hem niet hebben, word ik ongeduldig. Met Guus Til heb ik het daar weleens over. Die heeft dat gevoel ook. Hij wil net als ik gas geven en intensiteit leveren. En je ziet ook dat zoals we het nu doen met elkaar, we de tegenstanders nauwelijks een moment geven om adem te halen. Dat is, denk ik, een enorme kracht van dit team.”