Mislintat en Van ‘t Schip gefileerd: “Stapel brandhout”

Ajax-watcher Mike Verweij noemt het een ‘godswonder’ dat Ajax erin geslaagd is om zich ten koste van FK Bodø/Glimt te plaatsen voor de achtste finale van de Conference League. De clubwatcher haalt na het ‘krankzinnige’ duel stevig uit naar de vertrokken Sven Mislintat en laat ook Ajax-trainer John van ‘t Schip niet onberoerd.

Verweij haalt uit naar Mislintat en Van ‘t Schip

“Winnende coaches hebben altijd gelijk en dus was de behoudende tactiek van Van ’t Schip achteraf te verdedigen”, schrijft Verweij in De Telegraaf. “Met de nadruk op verdedigen, want wat de Amsterdammers 120 minuten lang lieten zien, deed pijn aan de ogen en was beschamend.”

Ajax koos voor een behoudende speelwijze, maar kreeg desondanks nog legio kansen tegen. “Ajax liet de bal aan Bodø/Glimt en liep achteruit. De een zal het Ajax-onwaardig noemen, de ander realistisch”, stelt Verweij. “De harde praktijk is namelijk dat de met pek en veren weggestuurde directeur voetbalzaken Mislintat zo’n stapel brandhout heeft verzameld dat clubs als sc Heerenveen, NEC Nijmegen en dus ook Bodø/Glimt niet meer voor de Nederlandse recordkampioen onder doen en door een beter plan zelfs de bovenliggende partij zijn.”

Geen progressie onder Van ‘t Schip bij Ajax

Volgens Verweij is het logisch dat ook Van ‘t Schip daar verantwoordelijk voor gehouden mag worden. “Dus treft ook Van ’t Schip blaam, want hoewel hij sinds eind oktober de touwtjes in handen heeft, valt er nauwelijks tot geen progressie te bespeuren. Opvallend is dat hij daarbij steeds harder is naar zijn spelers en minder en minder de hand in eigen boezem steekt.”

Kenneth Taylor werd voorafgaand aan de wedstrijd geslachtofferd door Van ‘t Schip, maar haalde zijn gram met de winnende treffer tijdens zijn invalbeurt. Volgens Verweij maakt het niet veel uit of Taylor nou wel of niet in de basis was begonnen. “Met of zonder Taylor bleek lood om oud ijzer, want de Amsterdammers opereerden net zo beroerd als de laatste weken. Het compact staan lukte, maar Ajax leverde zo vaak de bal in en verdedigde zo apathisch in het eigen strafschopgebied dat de thuisclub alsnog kans op kans stapelde.”