Pleidooi voor actie tegen Ajax, PSV en Feyenoord: ‘Ze overspoelen de markt’

Het zelf opleiden van spelers lonkt nauwelijks voor kleinere profclubs, omdat de topclubs de markt ‘overspoelen’. Dat concluderen sporteconomen Sam Hoey en Thomas Peeters van de Erasmus Universiteit.

Slechts een handjevol Nederlandse clubs maakt winst op transfers. Ajax is koploper met een netto opbrengst van 20 miljoen euro. “Dat bedrag ligt misschien minder hoog dan mensen op basis van mediaberichten over transfers verwachten, maar mislukte transfers halen de krant vaak niet”, zegt Peeters tegen Trouw. Ook Vitesse, AZ, sc Heerenveen, FC Utrecht en PSV maakten wat winst, maar niet veel.

Het verschil met de kleinere clubs is groot. “Het idee dat de kleinere clubs veel tijd en energie stoppen in het opleiden van spelers en daar een flinke vergoeding voor krijgen, klopt niet”, zegt Peeters, die zelfs concludeert dat het niet loont om te investeren in de jeugdopleiding. Ajax en in mindere mate PSV en Feyenoord ‘overspoelen de markt. “Het succesmodel van de grote clubs zorgt ervoor dat het voor kleine clubs niet aantrekkelijk is om in de jeugd te investeren. Het meeste verdienen clubs nog, als een speler later wordt doorverkocht.” Hij doelt onder meer op Frenkie de Jong, die extra geld in het laatje bracht bij Willem II (8,6 miljoen) en RKC Waalwijk (5,2 miljoen).

Peeters adviseert een maximum op het aantal jeugdcontracten. “Je ziet dat de grote clubs jeugdspelers al op vijftien- of zestienjarige leeftijd vastleggen om later mee te kunnen handelen. Het is zinvol om na te denken hoeveel van die contracten een club mag hebben. Als er dat geen honderd, maar vijfentwintig mogen zijn, is de kans groter dat talenten bij andere clubs terecht komen. Nu loont het voor grote clubs om de jeugdopleiding van kleinere clubs leeg te halen in plaats van ze te helpen de eigen jeugd op te leiden.”