Pover Oranje loopt ook in Bosnië averij op

Het Nederlands elftal heeft ook in de tweede interland onder Frank de Boer niet kunnen imponeren. De opvolger van Ronald Koeman zag zijn elftal in het Nations League-duel met Bosnië-Herzegovina blijven steken op een 0-0 gelijkspel.

Bosnië-Herzegovina greep deze week definitief naast een EK-ticket en het aangeslagen team verscheen daarom niet in de sterkste formatie aan de aftrap. Oranje dacht te kunnen profiteren, maar een redelijke openingsfase resulteerde niet in een gelijkmaker. De Boer zag zijn elftal niet veel meer creëren dan een aantal kopkansen voor Stefan de Vrij en een schot van Quincy Promes.

Oranje kon de druk uit de beginfase niet voortzetten in het door de coronacrisis matig gevulde stadion in Zenica. Bosnië kwam er in de omschakeling zelfs herhaaldelijk heel gevaarlijk uit. Zo moesten De Vrij en Virgil van Dijk meermaals reddend handelen namens Oranje, waar het ontsnapte aan een achterstand doordat spits Miljan Djuric over de bal heen maaide.

Na rust verbeterde het spel van Oranje niet of nauwelijks. Georginio Wijnaldum mikte nog wel een schot in handen van de Bosnische keeper en De Vrij werd andermaal gevaarlijk vanuit een standaardsituatie, maar voetballend bleef het pover aan Nederlandse zijde. Aan de andere kant moest doelman Jasper Cillessen zich strekken om een achterstand te voorkomen.

Pas in het slotkwartier werd Oranje eindelijk weer gevaarlijk. Luuk de Jong zorgde met een kopbal voor serieus gevaar, ware het niet dat doelman Ibrahim Sehic alert reageerde en de bal uit zijn doel ranselde. Frenkie de Jong had op zijn beurt de pech dat een prima aanval door de Bosnische verdediging net voor de lijn kon worden gepareerd. Omdat ook invaller Ryan Babel faalde bleef het bij 0-0.