Puinhoop bij Ajax: ‘Voorbeeld nemen aan AZ’

Voor Dani de Wit staat er zondag een bijzonder ontmoeting op het programma. De middenvelder van AZ neemt het dan op tegen zijn oude club Ajax. De Wit ziet dat het momenteel onrustig is bij de Amsterdammers en hoopt daar zondag met AZ van te kunnen profiteren.

Ajax moet voorbeeld nemen aan AZ

“Ik heb veel seizoenen en wedstrijden bij Ajax meegemaakt, maar dit is wel een heel bijzondere situatie, een situatie waarin Ajax nog niet zo heel vaak heeft gezeten”, vertelt De Wit in gesprek met De Telegraaf. “Ik ken de ins en outs niet omdat ik er niet meer dagelijks rondloop, maar het staat voor zich dat het een puinhoop is. Het is vervelend voor de echte supporters.”

Volgens De Wit zou Ajax een voorbeeld kunnen nemen aan AZ. Volgens de middenvelder komt er rust als de club beschikt over een goede algemeen directeur, technisch directeur en hoofdtrainer. “Dát merk ik heel erg bij AZ, zoals Ajax dat nog niet heel lang geleden ook had met Overmars, Van der Sar en Ten Hag. Het was jaren heel stabiel bij Ajax, er heerste alom duidelijkheid. Dat ging natuurlijk gepaard met de prestaties op het veld.”

“Je ziet wat het kan doen met een grote club als Ajax als zo’n sterke drie-eenheid uit elkaar valt en er wordt niet adequaat op gereageerd. Dat het zo extreem is, is wel bijzonder. Ajax zal er ongetwijfeld bovenop komen, maar laat het nog niet aankomende zondag zijn”, vervolgt De Wit.

Ajax op doelsaldo bovenaan

De Wit speelde al vaker met AZ tegen Ajax, waarbij er gerefereerd werd aan het coronaseizioen waarin de Alkmaarders twee keer van de Amsterdammers wisten. Ajax stond bij het stoppen van de competitie echter wel op doelsaldo bovenaan, wat volgens De Wit ook rechtvaardig was. “Onze directie had over de financiële afwikkeling een duidelijke mening, zo heb ik gehoord en gelezen. Wat de sportieve afwikkeling betreft, vind ik het een eerlijke beslissing dat Ajax als winnaar is uitgeroepen. Zij stonden nu eenmaal op doelsaldo bovenaan, hadden wij maar meer moeten scoren. Maar het geloof dat we kampioen konden worden, was er uiteraard wel, ook al moesten we toen nog acht wedstrijden spelen.”