Taylor spreekt zich uit over kritiek en wijst voorkeurspositie aan

Kenneth Taylor is dit seizoen met enige regelmaat het mikpunt van kritiek bij Ajax. De middenvelder steekt niet in allergrootse vorm, maar zegt steeds beter met de kritiek om te kunnen gaan. De middenvelder probeert er juist de positieve dingen uit te pakken, zo vertelt hij in gesprek met Voetbal International.

Zelfkritische Taylor

Taylor geeft in een interview met het weekblad aan wel wat mee te krijgen van de kritiek, maar kan zich er ook steeds beter voor afsluiten. “Ik ben er ook wel aan gewend geraakt de laatste jaren, eerlijk gezegd. Ik kan er steeds beter mee omgaan. Soms geeft het me juist ook energie. Maar ik heb een cirkel om me heen waar ik alle kritiek van aanneem, en de positieve dingen. Door de rest probeer ik me niet te laten beïnvloeden.”

Dat het dit seizoen bij hem en Ajax niet draait weet Taylor zelf ook. “Met de ploeg niet en met mij ook niet. Ik denk dat ik mindere wedstrijden heb gespeeld en ook goede wedstrijden. Maar ik kan honderd procent beter, dat weet ik zelf ook wel.” Vooral aanvallend gezien hoopt de middenvelder meer van waarde te kunnen zijn. “Dat ligt ook een beetje aan de andere rol die ik nu heb, maar goed, ik vind dat dat wel beter kan. En ik moet beter worden in de verdedigende duels, zeker op de positie waar ik nu sta. Daar hamer ik op bij mezelf.”

Tips van Maduro

Daarbij zegt Taylor hulp te krijgen van assistent-trainer Hedwiges Maduro, die hem regelmatig van tips voorziet. “De ene keer zegt hij: “Schiet eens op doel”, zoals tegen PSV bijvoorbeeld. Dat kreeg ik van Steven Bergwijn trouwens ook te horen, dat moet ik ook vaker doen. En een andere keer gaat het meer over positioneren, waar ik moet staan in de opbouw, ofzo. De rest van de staf is daar trouwens ook mee bezig, hoor, het hele seizoen al.”

De middenvelder heeft wel een duidelijke voorkeur voor de positie waar hij eigenlijk graag op wil spelen bij Ajax. “Waar ik de tweede helft tegen Almere City speelde, als één van de twee aanvallende middenvelders, daar voel ik me denk ik het fijnst. Maar ik ben daar niet zo moeilijk in, hoor: waar de trainer mij opstelt, daar zal ik altijd alles geven.”