Ten Hag-blunders kosten Ajax Champions League

Foto: Ten Hag-blunders kosten Ajax Champions League

Erik ten Hag krijgt sinds zijn aanstelling als Ajax-trainer eigenlijk alleen maar complimenten. De oud-trainer van Go Ahead Eagles, Bayern München II en FC Utrecht laat de Amsterdammers zo nu en dan onnavolgbaar voetballen. In de tweede confrontatie met Benfica (1-0 verlies, red.) was het de trainer die onnavolgbaar was. Dat had pijnlijke gevolgen voor de Amsterdammers, die hun veldoverwicht alsnog moesten bekopen met een dure nederlaag. 

Erik ten Hag wilde een nieuw Champions League-succes met Ajax boeken dit seizoen. Zelfs de loting hielp mee. Hoewel de Amsterdammers in het Estadio de Luz de bovenliggende partij was, lukte het de Amsterdammers niet om een overwinning uit het vuur te slepen. Daardoor had Ajax een duidelijke opdracht voor de thuiswedstrijd met Benfica. 

Aangezien de uitdoelpunten niet meer dubbel tellen dit seizoen, was er maar één optie om de club van een kwartfinaleplek in de Champions League te verzekeren. Winnen van Benfica bleek echter óók in Amsterdam een brug te ver, al kwam dat in veel opzichten door de keuzes die Ten Hag maakte voorafgaand én tijdens het duel met de fortuinlijke Portugezen. 

Ajax – Benfica

Ten Hag vertelde voorafgaand de wedstrijd dat de trainer een aantal details had aangepast binnen het bekende Ajax-spel. Zo moest de tegenstander verrast worden op een manier waarop dat in het eerste duel niet lukte. In Portugal was Ajax negentig minuten de bovenliggende partij, maar lukte het de Amsterdammers niet om stelselmatig door te breken op basis van positiespel. Daar had de mentaliteit van de Portugese grootmacht, dat als de underdog aan de tweestrijd met Ajax begon, een grote invloed op. 


Dat de Amsterdammers het tot twee keer negentig minuten niet lukte om daar een oplossing voor te vinden, is echter wél opmerkelijk, helemaal aangezien Ten Hag de trainer is die vooral complimenten krijgt omdat hij Ajax tegen elke tegenstander des Ajax’ kan laten voetballen. Tegen Benfica lukte dat de eerste wedstrijd zelfs beter dan in het tweede duel, waar de Amsterdammers aanpassingen deden in het druk zetten bij balverlies en een aanvallende variatie brachten die minder goed uitpakte dan verwacht. 

De belangrijkste ‘in-de-weg-ligger’ in de uit-wedstrijd tegen Benfica washet gebrek aan ruimte in de as. Je kon je hand in het vuur steken dat dit óók een probleem zou worden in de terugwedstrijd. Aangezien Ajax thuis speelde, was die kans nóg groter dan in het eerste treffer. Ten Hag bedacht daar een andere oplossing voor dan in het eerste treffen. Centrale middenvelders Ryan Gravenberch en Steven Berghuis weken vaak uit naar de linker- en rechterflank, maar ook de rol van Sébastien Haller veranderde drastisch. Vooral dat laatste had grote gevolgen voor het aanvallende spel van de Amsterdamers. 

Sébastien Haller

De spits was ontdaan na de hattrick van Robert Lewandowski. De Poolse wereldspits nam daarmee de eerste plek in het Champions League-topscorersklassement over van de Ajax-spits. Haller wilde deze natuurlijk weer terug en wist dat hij daarvoor minimaal één keer moest scoren tegen Benfica. De Fransman had echter pech, want zijn trainer had heel andere plannen met de spits als in de eerste wedstrijd tegen Benfica. In het tweede duel tegen de Portugezen kwam Haller veel vaker in balbezit dan in het eerste duel, ook op veel meer verschillende posities op het veld, en dat is ook de reden dat het de zoveelste ‘net-niet-wedstrijd’ werd voor de Ivoriaans international. 


Dat kwam echter niet alleen door de prestaties van de spits zelf, maar ook door de situatie waarin Haller werd gedwongen door de tactische keuzes van Ten Hag. De Ajax-trainer liet Haller veel vaker vanuit de spitspositie het middenveld inzakken om aanspeelbaar te zijn in de opbouw. Daarmee loste de trainer een belangrijk probleem in de eerste wedstrijd op – opbouw door centrum werd onmogelijk gemaakt door opstelling van Benfica. Op het zelfde moment creëerde de Tukker een nieuwe sta-in-de-weg naar doelpunten. Ook zorgde Ajax daarmee er voor dat het centrale duo van Benfica, de ervaren rotten Jan Vertonghen en Nicolas Otamendi, in hun kracht kwamen te spelen. 

Het is voor ervaren verdedigers gemakkelijker om een lopende speler op te vangen dan een speler die vanuit stilstand een vooractie maakt en weg kan zijn. Dat eerste gebeurde consequent op het moment dat Ajax via op de middellijn opbouwde – en dat was vaak het geval omdat Steven Berghuis en Ryan Gravenberch vaak richting de flanken uitweken. 

Dat Haller in de zones van de centrale middenvelder en aanvallende middenvelder opdook was gezien het drukke centrum logisch. Het nadeel daarvan was dat Haller het aan snelheid én kracht (als je dat vergelijkt met Vertonghen-Otamendi) tekort kwam om ook op tijd in de zestienmeter te zijn om zijn basistaak als spits te kunnen volbrengen: op de juiste plek staan om die bal tegen het net te werken. 

Edson Álvarez

De positioneringen, en vooral het gebrek aan snelheid en overtuiging in de weg naar Hallers scoringspositie, was echter één deel van het probleem dat Ajax ervaarde. In de voorbeschouwing op het treffen lieten we het al vallen: het centrale middenveld van Ajax is dé motor van de ploeg en op het moment dat de minst technisch en voetballend begaafde speler in die regio de meeste passes moet versturen, dan is het lastig om tempo in je aanvallen te krijgen. Daar is die laatste man op het middenveld, bij Ajax zonder uitzondering Edson Álvarez, niet langer het slot op de defensieve deur. Dan is dat de belangrijkste aanjager van het aanvalstempo. 


Dat die spelersrol Álvarez niet op het lijf is geschreven, weet voetbalminnend Nederland al sinds het moment da de Mexicaans interantional vor het eerst het Ajax-shirt aantrok. Zijn defensieve werk, spel zonder bal en arbeidsethos daargelaten: tegen Benfica kwamen de negatieve bijwerkingen van het Álvarez-model wederom pijnlijk aan het licht. Van de centrale middenvelders was Alvarez tegen Benfica opnieuw de Ajax-middenvelder met de meeste passes (50). Dat terwijl Berghuis (30 passes) en Gravenberch (40 passes) in beginsel al veel meer geschikt zijn om de middenvelder te zijn die het vaakste gezocht wordt in de opbouw. 

En ja, gezien de positioneringen van Berghuis en Gravenberch (hoog op het veld, uitwijkend naar de flanken) is het inderdaad logisch dat Álvarez dé aangewezen man is om de bal vanuit het centrum van het middenveld te distribueren. Vanuit die positie heb je als spelmaker de kans om een crosspass naar de zijkanten te geven, een linie over te slaan in de passing, een korte combinatie op te zetten of in sommige gevallen met een individuele actie ervoor zorgen dat de organisatie bij de tegenstander uiteen valt. Daarvoor heb je wel één ding nodig: voetballend vermogen, iets wat te trainen valt, maar voor een team veel effectiever is op het moment dat het van nature in een speler zit

Dubbele vertragende factor 

Daardoor had Ajax niet één, maar twee vertragende factoren in het elftal op de posities in het veld waar je juist moet versnellen om een kans te creëren. Dat dit Ajax niet lukte omdat Álvarez én Haller met hun fysieke kracht zich goed staande kunnen houden in de as van het veld, maar vaak de technische bagage en handelingssnelheid (Álvarez) of de pure topsnelheid (Haller) niet hebben om daar ook gebruik van te maken. Daardoor zorgde niet Benfica, maar Ajax zelf voor het trage tempo in de eerste helft, en daarmee ook de enorme hoeveelheid ‘halve kansen’ die het kreeg. Dan vallen de voorzetten in de eerste helft niet bij de eerste paal – Haller was immers nog onderweg naar de spitspositie – maar bij de tweede paal, waar vooral Antony liet zien over betere timingskwaliteiten dan kopkunsten te beschikken. 


Als de bal in de opbouw een keer bij Álvarez terecht kwam, werd die bal nooit  in één keer in de diepte gepasst wordt. Dan kreeg je een bal die vanuit de as van het veld aangenomen werd, waar Alvarez een tijdje mee wandelde voordat de Mexicaan deze weer inleverde bij de dichtstbijzijnde teamgenoot. Dat zijn nuttige acties op het moment dat je moet temporiseren. Niet als je tempo moet maken. Tel daar de vertragende factor van Haller bij op wanneer het Ajax wél lukte een keer via het centrum op te bouwen en je hebt één persoonlijke fout (André Onana) nodig om een verloren wedstrijd ook echt te verliezen.

De grootste blunder van Ten Hag is het weigeren in te grijpen op het moment dat Benfica steeds beter in de wedstrijd kwam. Met de minuut die Ajax niet wist te scoren in de tweede helft, kwamen de Portugezen beter in hun spel. Dat een vertragende factor in je elftal, laat staan twee, niet alleen de kans op een succesvolle aanval verkleinen, maar ook de kans op een counter tegen vergroten, zorgde niet per se voor de nederlaag in Amsterdam. 

Dat kwam door de mentaliteit in Amsterdam. Die Wij Zijn Ajax, Wij Zijn De Beste-mentaliteit, de wens om ‘het eigen spel’ te spelen ondanks dat Benfica al bewezen heeft een remedie voor het ‘Ajax-spel’ in huis te hebben, was de belangrijkste blunder die Ten Hag maakte. Dat kosten hem en Ajax de kwartfinaleplek in de Champions League. En misschien Ten Hag met oog op zijn kandidaatschap bij Manchester United nog veel meer.

Pak 6x je inzet als Ajax van Feyenoord verliest!

Dit bericht op Instagram bekijken

Een bericht gedeeld door AFC AJAX MEDIUM (@ajaxmedium)

Ten Hag had beter zijn werk moeten doen in de CL

  • Ja, genoeg op aan te merken
  • Nee, spelers hebben meer schuld
  • Nee, Benfica gewoon beter
  • Nee, het lag aan de scheidsrechter
1054+ Votes

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn | Deze boodschap mag niet gedeeld worden met minderjarigen| Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie