Transferblunder kost Ajax miljoenen

Ajax besloot ondanks beloftes aan het adres van Noa Lang het jeugdproduct weinig kansen te geven in het eerste elftal. De 21-jarige vleugelspeler annex aanvallende middenvelder, die in de voorbereiding een goede indruk maakte op Erik ten Hag, vertrok uiteindelijk naar Club Brugge. In België laat hij zien dat de Amsterdammers te vroeg afscheid hebben genomen van diens jeugdproduct, helemaal met de prestaties van zijn toenmalige concurrenten in het achterhoofd. 

Noa Lang wist het aan het begin van dit seizoen zeker: dit moest zijn jaar worden. De jeugdinternational van het Nederlands elftal hikte al een langere tijd tegen het eerste elftal van de Amsterdammers aan, maar van een doorbraak kwam het niet voor de 21-jarige buitenspeler. Het leidde vorig seizoen tot een uitleenbeurt bij FC Twente, dat door het corona-virus een kortere periode werd dan voorheen gepland. Bij terugkomst in Amsterdam leek hij in de voorbereiding op het huidige seizoen een serieuze kans te krijgen van Ajax-trainer Erik ten Hag. 

Noa Lang

Aan het begin van dit seizoen waren er verschillende Eredivisie-ploegen, waar onder opnieuw FC Twente, die interesse hadden om Lang een jaar op huurbasis over te nemen. Ajax hield die biedingen af en vertelde het product van De Toekomst omdat hij in aanmerking kwam voor speeltijd in het eerste elftal van Ajax. Daar hadden de Amsterdammers alle reden toe: Lang draaide een uitstekende voorbereiding en leek Ten Hag te overtuigen van zijn kwaliteiten in de oefenwedstrijden, maar op het moment dat de Eredivisie begon, verpieterde Lang weer op de bank bij de Amsterdammers. 

Dat stond in schril contrast met de belofte die was gedaan aan de 21-jarige buitenspeler. Om hem uit handen te houden van verschillende clubs werd hem toegezegd dat Erik ten Hag een beroep op hem zou doen – Lang wilde hoe dan ook spelen, waar dat was leek hem vrij weinig uit te maken – en kwam eigenlijk weer in de situatie die zijn ontwikkeling al een paar jaar stokte: de vleugelspeler kwam tot bijna vijftig wedstrijden voor Jong Ajax in de Keuken Kampioen Divisie en was niet zins om daar nog meer aan toe te voegen. 

Tijdens de competitieopener van Ajax tegen Sparta zat Lang negentig minuten op de bank, een week later mocht hij zeven minuten invallen tegen RKC Waalwijk en nadat hij de wedstrijdselectie voor de wedstrijden tegen Vitesse en FC Groningen niet haalde, wist hij genoeg: bij Ajax zal hij de beloofde minuten niet gaan maken. Dat de interesse van andere clubs niet was afgenomen, bleek wel uit de snelheid waarmee Club Brugge handelde om de 21-jarige jeugdinternational aan zich te binden met een verhuurperiode met verplichte optie tot koop van zes miljoen euro. 

Opleving

In Brugge krijgt Lang wel het vertrouwen dat Ajax hem beloofde en dat heeft zijn uitwerking op het veld. De oud-Ajacied kwam in zeven wedstrijden in de Jupiler Pro League al tot drie doelpunten en één assist en kwam in alle zes de Champions League-wedstrijden van Club in actie. In het Miljardenbal kon hij er niet voor zorgen dat zijn ploeg overwinterde, maar maakte hij met zijn gedrevenheid en acties een goede indruk. Sterker nog: er wordt daardoor zelfs gesproken dat Ajax een blunder heeft begaan door het woord niet te houden aan Lang en hem daarna redelijk gemakkelijk te laten vertrekken. 

In de Champions League liet Lang iets zien wat Ajax eigenlijk miste in de belangrijkste Europese clubcompetitie: spelen met bravoure en vooruit denken. De 21-jarige vleugelspeler zorgde in de Champions League dit seizoen voor 2,2 geslaagde dribbels per negentig minuten, creëerde 1,3 kansen per negentig minuten, zorgde ervoor dat één derde van zijn passes de diepte ingingen én hij stond in 33% van zijn schotpogingen op de juiste plek om een doelpunt te maken. 

Van de Ajax-buitenspelers die in actie kwamen in de Champions League, kan alleen David Neres tippen aan die cijfers. Wanneer je de prestaties van Lang vergelijkt met die van Zakaria Labyad, is het contrast nóg groter en gezien het feit dat de jeugdinternational van Oranje ook als nummer tien ingezet kan worden, maakt dat het vraagteken achter zijn vertrek wellicht nog groter dan het al was. Om nu te stellen dat Ajax door het ontbreken van een speler zoals Lang niet overwinterde in de Champions League is misschien teveel van het goede, dat de Amsterdammers een aanvallende speler miste die risico in zijn spel legde, staat wel buiten kijf. Zet je dat af tegen de transfersom die gevangen is voor Lang (zes miljoen euro), dan is dat nog altijd minder dan de premie die de UEFA uitkeert voor het overwinteren in de Champions League (9,5 miljoen euro). 

Misgelopen miljoenen

Dat Lang niet de enige jeugdspeler van Ajax is die vroegtijdig werd weggestuurd uit Amsterdam en meteen na dat vertrek uitblinkt, zorgt ervoor dat de transferstrategie van de Amsterdammers wellicht onder de loep genomen moet worden door de beleidsmakers. Naast Lang liet Ajax in Sven Botman nog een jeugdexponent vertrekken omdat daar geen plek voor was in de eerste selectie. De reden dat deze ontbrak, kwam vooral door het aankoopbeleid van de afgelopen seizoenen. Voor Botman gold dat hij de concurrentie aan moest gaan met Daley Blind voor een basisplaats, terwijl dat ook geldt voor de Argentijnse linkspoot Lisandro Martínez terwijl Lang het moest opnemen tegen miljoenenaankopen Neres, Quincy Promes en in mindere mate Antony. 

Dat deze twee spelers eigenlijk geen kans hebben gehad om hun kwaliteiten structureel te tonen in de Johan Cruijff ArenA, laat zien dat Ajax het opleidingsclubimago breder oppakt dan de eerste helft van dit decennium. Dat door blessures van verschillende spelers nu blijkt dat de breedte van de Ajax-selectie niet optimaal is, waardoor bijvoorbeeld in de beslissende wedstrijd tegen Atalanta Bergamo een kwalitatief minder elftal op de been gebracht kon worden, kost de club al miljoenen euro’s aan prijzengeld. 

Daarnaast groeien de marktwaardes van spelers zoals Lang en Botman nu explosief. Sinds de overgang naar Club Brugge is de waarde van Lang al toegenomen met 29% (oktober 2020 laatste meetmoment) en dat zal door zijn ontwikkeling nog verder doorzetten waardoor hij aan het einde van dit seizoen waarschijnlijk al méér waard is dan de transfersom van zes miljoen euro. Voor Botman geldt hetzelfde: op het moment dat hij verkocht werd voor acht miljoen euro, was zijn marktwaarde 1,3 miljoen euro. Inmiddels is hij tien miljoen euro waard, een stijging van meer dan 600%, waardoor Ajax (ondanks een eventueel doorverkooppercentage) nog meer miljoenen misloopt.