Van Marwijk: ‘Dat bewijzen Ajax en Feyenoord’

Nog niet zo heel lang geleden werd geconcludeerd dat het Nederlandse voetbal ‘dood en begraven’ was en dat wij maar eens héél goed naar Duitsland moesten kijken. “De Nederlandse school van het 4-3-3 had zogenaamd afgedaan”, aldus Bert van Marwijk.

In zijn column in De Telegraaf stelt de voormalige bondscoach van het Nederlands elftal dat hij dat zelf nooit geloofd heeft. Hij wijst naar de eclatante 4-0 overwinning van Ajax in de Champions League: “Ajax stond tegenover een sterke Duitse ploeg maar bij de Amsterdammers overheerste de Nederlandse drang om de tegenstander de wil op te leggen. Het positiespel in balbezit waarbij altijd gezocht wordt naar de vrije man en waar we proberen de één tegen één in de voorste linie te creëren. Met lef en zelfvertrouwen aan de bal, tempoversnellingen en individuele hoogstandjes. En bij balverlies die drang om zo snel mogelijk de bal te heroveren en de tegenstander bij de keel te grijpen.”

“Ondanks het feit dat bij Borussia Dortmund een spits loopt die op zijn best is in de omschakeling en met ruimte achter de defensie van de tegenstander”, voegt Van Marwijk daaraan toe. “Ajax hield onverstoorbaar vast aan zijn eigen speelwijze en hield dat ook negentig minuten vol. En ik constateerde dat de tegenstander zich al ver voor het laatste eindsignaal gewonnen gaf.”

Feyenoord

Hij verlegt zijn focus naar Rotterdam-Zuid: “Ik zag later in de week Feyenoord met dezelfde uitgangspunten domineren en winnen van een andere Duitse ploeg uit de Bundesliga. Op papier in een 4-3-3 formatie maar in feite valt er door de voortdurende beweging nauwelijks een stempel op te drukken. Net als in 1974 toen het als totaalvoetbal werd omschreven.”

Dit bericht op Instagram bekijken

Een bericht gedeeld door AFC AJAX MEDIUM (@ajaxmedium)