Waarom Messi zwetend wakker wordt van machtige cijfers De Bruyne

Assistkoning. Niemand die de titel meer verdient dan Kevin De Bruyne, King Kev voor zijn trouwste bewonderaars. De 74-voudige Rode Duivel verdeelt en heerst immers meer dan ooit over de Engelse velden, waar hij zich met assist nummer 20 van het seizoen voor eeuwig op gelijke hoogte met ene Thierry Henry schaarde. Een evenaring van een iconisch record waarmee de Belg zich na amper vijf jaar in de Premier League nu al tot een eeuwige legende over Het Kanaal kroont.

En dan voelt de 29-jarige spelmaker van Manchester City zich eigenlijk nog tekort gedaan, want in zijn ogen staat de teller zelfs op 22 stuks. Helaas besloot de Engelse voetbalbond om twee van zijn pareltjes tegen Arsenal teniet te doen, met als gevolg dat De Bruyne aan de top dus nog het gezelschap van de voormalige Gunners-spits en assistent van de Rode Duivels moet dulden. En zowaar niet eens zijn beste persoonlijke prestatie tot dusver in zijn carrière neerzet.

Van België tot Engeland

In zijn laatste volledige seizoen bij Wolfsburg deed De Bruyne namelijk nog één assist beter, wat hem toen ook in de Bundesliga uiteraard het hoogste schavot bezorgde. Vervolgens trok de vroegere Chelsea-flop terug naar Engeland, waar hij in het Etihad Stadium dit keer wél meteen zijn draai vond. Na negen assists in zijn eerste jaargang onder Manuel Pellegrini bleek de intrede van Pep Guardiola daarna bovendien een godsgeschenk voor de middenvelder. Die voegde prompt 10 stuks toe aan zijn totaal en stootte voor het eerst Mesut Özil van de troon als beste aangever in de Premier League.

Het volgende seizoen schreef De Bruyne ‘slechts’ 16 beslissende passes achter zijn naam, wat echter volstond om de individuele titel voor de tweede keer op rij binnen te slepen. Na één jaar onderbreking, waarin de ex-speler van Genk vooral geteisterd werd door blessureleed, is het nu dus al voor de derde keer in de laatste vier jaar prijs. De man die behalve in Duitsland eerder op jonge leeftijd ook in de Jupiler Pro League zijn stempel drukte, liet er zo geen gras over groeien om ook de meest ‘gemedialiseerde’ competitie naar zijn hand te zetten. En naam te maken als misschien wel de beste aangever ter wereld.

Tegenstanders en teammaten

Zonder zijn ploegmaats zou het hem evenwel allemaal niet gelukt zijn, zo benadrukt de nuchtere Drongenaar graag. De dankwoorden mogen dan in de eerste plaats uitgaan naar scherpschutter Sergio Agüero, die in de voorbije campagne zes keer wist te scoren op aangeven van De Bruyne. Vier keer was Raheem Sterling het target, drie keer mocht Gabriel Jesus zich de afwerker van dienst noemen en ook David Silva trapte tweemaal raak na een voorzet van zijn mede-dirigent. Diens overige vijf assists werden tot slot verdeeld onder Bernardo Silva, Rodri, Phil Foden, Riyad Mahrez en Aymeric Laporte.

Wanneer De Bruyne aan de bal is, vormt iedereen dus een gevaar. Zeker voor kelderploegen Watford en Aston Villa, die elk drie keer het slachtoffer werden van zijn kwaliteiten. West Ham, Sheffield United en Tottenham kregen ieder dan weer twee assists om de oren, waarmee de Rode Duivel dus wel opvallend vaak uitpakt tegen iets meer bescheiden tegenstanders. Tegen de overige teams in de top vier raakte hij per slot van rekening niet verder dan één stuk tegen landskampioen Liverpool. Toch laat KDB zich vaak genoeg zien op grote momenten, zo getuigt zijn glansprestatie in Madrid.

Mee met Messi

Het assistfenomeen, die post-corona nog vier finale passes uitdeelde, vindt overigens tevens zélf geregeld de weg naar de netten. In deze campagne zit De Bruyne toch ook weer aan 13 doelpunten, waarmee hij in totaal dus rechtstreeks betrokken was bij maar liefst 33 treffers in 35 optredens – een onwaarschijnlijke ratio. Over alle competities gezien liet de Belg zelfs al 15 goals en 23 assists optekenen, wat betekent dat ook de prestatie in zijn laatste jaar bij Wolfsburg – 16 goals en 28 assists – in het vizier ligt. Tenminste, indien de Champions League nog enig succes oplevert.

Hoe dan ook mag het duidelijk wezen dat King Kev altijd en overal op het scorebord verschijnt, is het niet als aangever dan wel als de man die zelf de trekker overhaalt. Geen wonder dus dat Guardiola hem bijna op dezelfde hoogte als niemand minder dan Lionel Messi plaatst. Ook De Bruyne legt tenslotte ronduit duizelingwekkende cijfers voor. In totaal zit hij op clubniveau nu aan 173 assists in 449 wedstrijden, een indrukwekkend gemiddeld van ongeveer één beslissende pass per 2,60 wedstrijden. Dankzij zijn eveneens imposante jaargang doet Messi met een ratio van 2,56 maar net iets beter.

Premier League-legende

Wanneer we ons beperken tot zijn periode in loondienst van de Citizens troeft De Bruyne, die bij de Rode Duivels met 34 stuks in 74 interlands zowaar nóg wat fraaiere cijfers overlegt, echter zelfs de superster van Barcelona af. De balans staat daar nu op 89 assists in 220 optredens, goed voor een gemiddelde van één precieze steekbal, strakke voorzet of scherp aangesneden hoekschop per 2,47 duels. Dit seizoen werd hij na vier speeldagen op die manier de speler die het snelst het aantal van 50 assists in de Premier League wist af te geven, nu staat na vijf jaar tijd dus een nog historischer record op zijn palmares.

De slagkrachtige oliesjeiks achter Manchester City hebben dan ook zeker geen spijt gehad van hun investering van 76 miljoen. Al met al blijkt het achteraf gezien immers een koopje voor een regelrechte Premier League-legende. Én potentiële Gouden Bal-winnaar, want met zijn nieuwste huzarenstukje zet De Bruyne de jacht op de troon van Messi meer dan ooit in. De onderscheiding als Speler van het Jaar moest hij nog aan Liverpool-aanvoerder Jordan Henderson laten, maar laat er geen aarzeling over bestaan: de enige échte koning van Engeland is King Kev.