Zorgen om Noa Lang: “Vorig jaar was het ook al een beetje zo”

Nourdin Boukhari maakt zich zorgen om de situatie van zijn stiefzoon Noa Lang bij Ajax. De jonge vleugelspits lijkt zich namelijk vooral te moeten richten op een rol als invaller in de Johan Cruijff ArenA… “Vorig jaar was het ook al een beetje zo.”

Aan Ajax Showtime vertelt de oud-voetballer: “Als je niet altijd bij Jong Ajax mag spelen, je niet verhuurd mag worden, maar je elke keer op de bank zit en elke keer vijf of tien minuten mag invallen en alleen mag spelen als iemand geschorst of geblesseerd is, moet je wel mentaal sterk zijn.”

Boukhari stelt dat Lang elke dag moet willen leren: “En dat hij uiteindelijk zijn kansen krijgt om tien duels achter elkaar in de basis te spelen. Toch is het krom dat je bepaalde dingen aangeeft, maar je hem niet gebruikt.” Hij gebruikt een metafoor: “Het is net als met een Rolex. Als ik een Rolex van 20.000 euro zou hebben, zou ik die niet thuis in de la laten liggen, maar elke dag omdoen.” De oud-voetballer doelt op de aanwezigheid van spelers als Quincy Promes, Dusan Tadic, Antony en David Neres.

Oefenmeester Erik ten Hag vindt Lang een buitenspeler en geen nummer tien, waardoor hij moet concurreren met de bovengenoemde spelers: “Aan de buitenkant is hij wel dreigender en in de afgelopen jaren heeft hij daar altijd gespeeld. In de jeugd van Feyenoord speelde hij echter altijd op tien. Hemzelf maakt het niet uit waar hij speelt, als hij maar speelt. Hij wil negentig minuten spelen. Dat is voor hem het belangrijkste.”