Laatste nieuws over FC Den Bosch

FC Den Bosch is een Nederlandse voetbalclub uit ‘s-Hertogenbosch. Thuiswedstrijden van de Bosschenaren worden afgewerkt in De Vliert.

• FC Den Bosch werd in 1965 opgericht
• Voorloper BVV werd in 1948 kampioen van Nederland
• Thuiswedstrijden van de Bosschenaren worden afgewerkt in De Vliert
• Ruud van Nistelrooij begon zijn glansrijke carrière in Den Bosch

FC Den Bosch in nationaal clubverband

Aan het einde van de negentiende eeuw raakte Nederland in de ban van het voetbal. In 1897 werd in ‘s-Hertogenbosch, in de volksmond beter bekend als Den Bosch, een voetbalvereniging ontdekt onder de naam Wilhelmina. Negen jaar later volgde de oprichting van volksclub NOAD, maar in Tilburg bleek al een club actief onder die naam. Om verwarring te voorkomen koos het bestuur in 1917 voor de naam BVV (Bossche Voetbal Vereniging).

BVV speelde de thuiswedstrijden opvallend genoeg in buurgemeente Vught. In 1920 promoveerden de Bosschenaren ongeslagen naar de Eerste Klasse, waar het team zich keurig handhaafde. Tien jaar later bereikte BVV de kwartfinale van het bekertoernooi. In Amsterdam kreeg Ajax serieuze tegenstand, maar de thuisploeg stapte alsnog met een overwinning van het veld (5-4).

BVV liet zich gelden in de jaren veertig. In 1947 kroonde de club zich voor het eerst tot kampioen in de Eerste Klasse Zuid, maar in de strijd om de landstitel speelde men een bijrol (vijfde). Onder leiding van de Schotse trainer Charles Jackson kroonden de Bosschenaren zich in het seizoen 1947-1948 opnieuw tot de nummer één van de regio. BVV kroonde zich tot landskampioen door Heerenveen, met Abe Lenstra als sterspeler, achter zich te houden. Go Ahead, EDO, Haarlem en PSV maakten eveneens deel uit van deze nacompetitie.

Overstap naar De Vliert

De landstitel van 1948 opende de ogen van de gemeente ‘s-Hertogenbosch. De gemeenteraad besloot BVV te verleiden tot een vertrek uit Vught door een stadion van dertigduizend plaatsen te bouwen: De Vliert. Alleen Stadion Feijenoord (vooral bekend als De Kuip) en het Olympisch Stadion hadden destijds een hogere capaciteit. Men hoopte hiermee een vaste waarde te worden in de top van Nederland, maar niets bleek minder waar. Na de invoering van het betaald voetbal (1954) degradeerde BVV in 1958 uit de Eredivisie. Een omkoopaffaire was daar debet aan.

Naast de omkopers en een aantal bestuursleden werd ook Wim Landman schuldig bevonden. De toenmalig Oranje-international raakte verbitterd door dit feit, waardoor hij in 1975 zelfs voor de dood koos. Later is de toenmalig doelman weliswaar gerehabiliteerd, maar de schandvlek was toen al lang en breed aangericht. Ook BVV ging gebukt onder de omkoopaffaire. De Bosschenaren degradeerden zelfs naar de Tweede Divisie.

Oprichting FC Den Bosch

Wilhelmina speelde in de jaren zestig evenmin een hoofdrol in het betaald voetbal. De gemeente ‘s-Hertogenbosch voelde weinig voor twee profclubs in de stad, waardoor men aanstuurde op een fusie. BVV besloot vrijwillig terug te keren naar het amateurvoetbal, waar een nieuwe stichting werd opgericht onder de naam FC Den Bosch. Stadgenoot Wilhelmina wilde aanvankelijk niets weten van een fusie, maar ging een jaar later alsnog overstag. De proftak ging op in FC Den Bosch, dat de toevoeging ’67 kreeg.

FC Den Bosch promoveerde in 1966 naar de Eerste Divisie. Gesteund door de fusie met Wilhelmina in 1967 groeide de club uit tot een vaste waarde op het één na hoogste niveau van Nederland. De Bosschenaren draaiden zelfs mee in de top, waaronder een derde plaats in 1968. Het hoogtepunt volgde drie jaar later. Onder leiding van trainer Jan Remmers kroonde FC Den Bosch zich tot kampioen en promoveerde daarmee naar de Eredivisie. Het team handhaafde zich als nummer zestien, maar degradeerde in het tweede seizoen na de promotie alsnog.

Zeven jaar Eredivisie

Na de degradatie van 1973 bleven de fans in ‘s-Hertogenbosch tien jaar verstokt van Eredivisie-voetbal. In de eerste seizoenen viel FC Den Bosch zelfs ver terug in de Eerste Divisie, maar geleidelijk keerde de club weer terug naar de (sub)top. In 1983 bekroonde FC Den Bosch de wederopbouw met een terugkeer op het hoogste niveau. Als nummer drie wonnen de Bosschenaren de nacompetitie ten koste van SC Cambuur, VVV-Venlo en MVV Maastricht. Het verschil met de nummer twee uit Leeuwarden bedroeg één punt.

FC Den Bosch handhaafde zich in het seizoen 1983-1984 door als tiende te eindigen in de Eredivisie. In de daaropvolgende seizoenen bleef de club uitstekend presteren door tussen plek zeven en tien te eindigen. In het zevende seizoen moest de Bosschenaren echter alsnog afscheid nemen van de hoogste divisie (als zeventiende). Spelers als Regi Blinker, Marcel Brands, Ruud Brood, Jack de Gier, Hans Gillhaus, Jan van Grinsven, Theo de Jong, Ruud Kaiser, Hendrie Krüzen en Arnold Scholten maakten in de jaren tachtig zoal deel uit van de selectie.

Jojo-club

In de jaren negentig bracht FC Den Bosch een aantal uitstekende spelers voort. Ruud van Nistelrooij, Anthony Lurling en Theo Lucius maakten later in hun carrière allemaal de sprong naar Ajax, Feyenoord of PSV. De Bosschenaren konden de geïncasseerde transfersommen echter niet benutten in de vorm van een blijvend Eredivisie-verblijf. In 1992, 1999, 2001 en 2004 promoveerde FC Den Bosch naar het hoogste niveau, maar telkens bleef dat avontuur beperkt tot één schamel seizoen.

In 2005 degradeerde FC Den Bosch voor de laatste keer uit de Eredivisie. De Bosschenaren probeerden opnieuw zo snel mogelijk terug te keren, maar ondanks een opwaartse lijn (zevende, vijfde en derde) lukte het niet om een nieuwe promotie af te dwingen. Rond 2010 zakte de club zelfs af naar de onderkant van het linkerrijtje in de Eerste Divisie. Het bleek een voorbode voor grotere problemen, met een zeventiende plaats in 2016 als dieptepunt.

Sportief verval zet door

FC Den Bosch werd in 2018 overgenomen door Kaki Jordania, de zoon van voormalig Vitesse-eigenaar Merab Jordania. De jonge Georgiër haalde een aantal buitenlandse spelers naar De Vliert. Het woord ‘promotie’ viel eindelijk weer in ‘s-Hertogenbosch, maar ondanks een vierde plaats in het seizoen 2018-2019 kon de gewenste stap niet worden gerealiseerd. Dat was vooral te wijten aan de licentiecommissie van de KNVB, dat in de zomer van 2019 na lang wikken en wegen een streep zette door de beoogde overname.

Het KNVB-besluit had grote gevolgen voor de verstandhouding. Jordania startte een bodemprocedure tegen FC Den Bosch om twee miljoen euro terug te krijgen, waar de club juist een aantal ton eiste van de Georgiër. De rechtbank van ‘s-Hertogenbosch oordeelde slechts deels in het voordeel van de zakenman: FC Den Bosch werd veroordeeld tot het terugbetalen van 240.000 euro. In 2021 toonden binnen- en buitenlandse partijen interesse voor een overname. De Pacific Media Group bedong in samenwerking met een aantal andere partijen een meerderheidsbelang.

De overname van 2021 leidde niet meteen tot sportief succes. In 2024 eindigde FC Den Bosch zelfs voor de derde keer in vier seizoenen als negentiende in de Keuken Kampioen Divisie. De eerstedivisionist leed op 3 maart 2023 zelfs een recordnederlaag bij PEC Zwolle: 13-0. Dat betrof een evenaring van de recordzege van Ajax in oktober 2020 (0-13 bij VVV-Venlo).

Rivaliteit

Noord-Brabant telt meerdere profclubs, maar de aartsrivaal van FC Den Bosch komt opvallend genoeg uit een andere provincie. In de jaren tachtig ontstond er een heftige rivaliteit met ADO Den Haag. In 2022 vertelde ADO-supporter Jacco van Leeuwen aan het Algemeen Dagblad: “Ik kan me een uitwedstrijd herinneren dat we daar in de trein moesten blijven zitten, omdat er een bom was gevonden in het uitvak. Die moest onschadelijk gemaakt worden voordat wij de tribune zouden bereiken. Want anders had het tot doden kunnen leiden.”

De hooligans van ADO Den Haag behoorden in de jaren tachtig tot de top van Nederland. Dit leidde tot de opkomst van hooliganisme bij andere voetbalclubs, waaronder FC Den Bosch. Door verschillende incidenten ontstond er haat en nijd tussen deze twee clubs.

Het stadion van FC Den Bosch

BVV, de voorganger van FC Den Bosch, speelde decennialang in Vught. Na de landstitel van 1948 voelde de gemeente ‘s-Hertogenbosch de noodzaak om de club terug te brengen naar de stad, waardoor er een nieuw stadion uit de grond werd gestampt: De Vliert. In het beginstadion telde het onderkomen een capaciteit van dertigduizend plaatsen, maar na de vernieuwbouw in 1996 bleven er nog 4.500 stoeltjes over.

In de 21ste eeuw is De Vliert meermaals gerenoveerd. De capaciteit steeg daarbij naar 8.500, maar tegenwoordig kunnen er nog 6.500 voetbalsupporters naar binnen.

Veelgestelde vragen over FC Den Bosch

Laatste update: 3 juni 2024