Het laatste nieuws over Hongarije

Het nationale voetbalteam van Hongarije is actief onder de vlag van zowel de UEFA als de FIFA. De ploeg staat bekend onder de bijnaam Nemzeti Tizenegy.

• Het nationale team van Hongarije maakt deel uit van de MLSZ
• De bijnaam van het team luidt ‘Nemzeti Tizenegy’
• Hongarije verloor tweemaal de finale van het WK
• Op het EK is de derde plaats de beste prestatie
• Ferenc Puskás is de beste speler uit de Hongaarse voetbalgeschiedenis

Het nationale voetbalteam van Hongarije

De Hongaarse voetbalploeg maakt deel uit van de Magyar Labdarúgó Szövetség (MLSZ). In 1901 werd de voetbalbond opgericht. Op dat moment bestond het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije nog, maar desondanks vormde men verschillende teams. Hongarije mocht putten uit spelers uit Transleithanië, waar Oostenrijk de beschikking kreeg over de voetballers uit Cisleithanië. Het laatstgenoemde team won in Wenen met duidelijke cijfers: 5-0.

In oktober 1918 werd het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije ontbonden. Sindsdien stonden beide landen nog veelvuldig tegenover elkaar. Sinds de ontmoeting op EURO 2016 staat de teller op 137 wedstrijden. Geen enkele interlandwedstrijd in Europa stond vaker op het programma. Wereldwijd moet men alleen de Zuid-Amerikaanse clash tussen Argentinië en Uruguay voor zich dulden.

De beginjaren

Hongarije mocht zich in 1912 meten op de Olympische Spelen in het Zweedse Stockholm. In de kwartfinale moest men buigen voor Groot-Brittannië, dat op weg naar de gouden medaille een 7-0 zege boekte. Uitschakeling betekende in die tijd nog deelname aan het troosttoernooi. De Hongaren wisten dat toernooi te winnen door Duitsland (3-1) en Oostenrijk (3-0) te verslaan. Een WK of EK was er destijds nog niet, waardoor de Olympische Spelen in die tijd als meest prestigieuze toernooi bekend stond.

Na de Olympische Spelen van 1912 reisde Hongarije af naar Rusland voor twee oefenwedstrijden. Men maakte indruk door de Russen tweemaal met duidelijke cijfers van de mat te vegen: 0-9 en 0-12. De twaalfklapper in Moskou staat nog altijd als de hoogste overwinning ooit. Boedapest probeerde de Olympische Spelen van 1920 binnen te slepen, maar vanwege de rol in de Eerste Wereldoorlog greep men mis. Antwerpen kreeg de eer, waar landen als Hongarije werden uitgesloten.

Op de Olympische Spelen van 1924 was Hongarije er wel weer bij op de Olympische Spelen. In de eerste ronde ondervond men geen problemen met Polen (5-0), maar in de tweede ronde bleek Egypte een maatje te groot (0-3). Deze klap kwam hard aan. Zowel bondscoach Gyula Kiss als de bondsvoorzitter diende zijn ontslag in. Eerstgenoemde keerde in 1926 overigens weer terug voor ongeveer een halfjaar.

Eerste WK’s

In 1930 werd het allereerste WK georganiseerd door Uruguay. In die tijd bestond het deelnemersveld uit dertien landen, maar teams konden alleen op uitnodiging deelnemen. Namens Europa mochten alleen België, Frankrijk, Joegoslavië en Roemenië aantreden. Hongarije behoorde dus niet tot de gelukkige landen, maar kwalificeerde zich vervolgens wel voor de eindronde van 1934. Géza Toldi had met twee doelpunten een belangrijk aandeel in de 4-2 zege op Egypte, maar aartsrivaal Oostenrijk trok in de kwartfinale aan het langste eind (1-2).

Hongarije kwalificeerde zich eveneens voor het WK van 1938. In Frankrijk maakte men indruk door achtereenvolgens Nederlands-Indië (6-0), Zwitserland (2-0) en Zweden (5-1) opzij te schuiven. Op 19 juni 1938 bleef ultieme glorie evenwel uit door toedoen van Italië, dat zich met een 2-4 zege tot wereldkampioen kroonde. György Sárosi en Gyula Zsengellér maakten allebei vijf doelpunten tijdens die eindronde. Alleen de Braziliaan Leônidas da Silva wist vaker te scoren (zeven keer).

Magische Magyaren

Door de Tweede Wereldoorlog stond het eerstvolgende WK pas in 1950 op de agenda. Voor Hongarije kwam deelname aan de kwalificatiefase nog te vroeg, maar in 1952 behaalde men wel een gouden medaille op de Olympische Spelen. In Helsinki lieten spelers als Ferenc Puskás en Sándor Kocsis zich voor het eerst zien aan het grote publiek. Een duidelijk signaal gaf het team af op 25 november 1953 door Engeland voor 105.000 toeschouwers met 3-6 te verslaan. Een daverende stunt, aangezien de Britten tot op dat moment ongeslagen waren in eigen huis.

Engeland kreeg op 23 mei 1954 de kans op revanche, maar ging er in Hongarije met ongekende cijfers af: 7-1. De succesvolle Hongaren verdienden in die periode de bijnaam Magische Magyaren. Op het WK van 1954 wist men zich tot groepswinnaar te kronen door West-Duitsland (8-3) en Zuid-Korea (9-0) te vernederen. Brazilië en Uruguay gingen er vervolgens allebei met 4-2 af, maar het weerzien met de West-Duitsers in de finale bleek fataal: 2-3. Kocsis kroonde zich met overmacht tot WK-topschutter: elf doelpunten.

Nieuw tijdperk

In 1956 kreeg Hongarije te maken met een opstand. Verschillende spelers besloten naar het buitenland te vluchten, waaronder sterspelers Puskás en Kocsis. De Magische Magyaren werden daardoor ontmanteld. Desondanks bleef er voldoende kwaliteit over om het WK van 1958 te bereiken. In de groepsfase noteerde men wisselende resultaten tegen Wales (1-1), Zweden (1-2) en Mexico (4-0). Doelsaldo was in die tijd nog niet relevant, waardoor een beslissingswedstrijd tegen Wales bepalend werd voor plek twee. De Hongaren verloren in Solna met 1-2.

Hongarije kwalificeerde zich niet voor het eerste EK in 1960. Het team toonde desalniettemin veerkracht door achtereenvolgens het WK van 1962, het EK van 1964 en het WK van 1966 te bereiken. Op beide WK’s bleek de kwartfinale het hoogst haalbare door toedoen van respectievelijk Tsjecho-Slowakije (0-1) en de Sovjet-Unie (1-2). Tussendoor behaalde men nog wel een derde plaats op het EK dankzij een 3-1 zege op Denemarken in de troostfinale. Spanje trok drie dagen eerder aan het langste eind in de halve finale (1-2 na verlenging).

Zowel in 1964 als 1968 mocht Hongarije zich ook weer meten op de Olympische Zomerspelen. Het team maakte tijdens beide edities indruk door de gouden medaille binnen te slepen. In 1964 wist men Tsjecho-Slowakije met 2-1 te verslaan, waar vier jaar later titelprolongatie volgde door Bulgarije met een 4-1 nederlaag huiswaarts te sturen. Sterspeler Flórián Albert werd in 1967 uitgeroepen tot Europees Voetballer van het Jaar, de voorloper van de hedendaagse Ballon d’Or.

Sportieve dip

Hongarije wist de sterke fase niet door te trekken in de kwalificatiefase voor het WK van 1970. Voor het eerst greep de nationale ploeg op sportieve gronden naast deelname. In 1972 was men er wel weer bij op het EK in België, waar een vierde plaats werd behaald. Zowel de halve finale (0-1 voor de Sovjet-Unie) als de troostfinale (1-2 voor gastheer België) ging verloren. Ook prolongatie van olympisch goud bleef uit door een nederlaag tegen Polen in de finale.

In 1974 ontbrak Hongarije voor de tweede keer op rij als WK-deelnemer. De Nemzeti Tizenegy kwalificeerden zich vervolgens wel voor de wereldkampioenschappen van 1978, 1982 en 1986, maar steevast volgde uitschakeling in de groepsfase. Alleen tegen El Salvador (10-1, 1982) en Canada (2-0, 1986) wist men nog overwinningen binnen te slepen op het wereldtoneel. Daarentegen ging het in de EK-kwalificatiefase steeds mis.

Zware jaren

Na de WK-uitschakeling in 1986 kreeg Hongarije te maken met een zwaarder verval. Dat had deels te maken met de val van het communisme, waardoor Hongaarse clubs niet langer konden rekenen op financiële steun van de overheid. In tegenstelling tot West-Europa ontwikkelden de spelers zich dan ook onvoldoende. De nationale ploeg had daar duidelijk onder te lijden. In 1997 maakte men nog wel kans op een ticket voor het WK van 1998, maar in de play-offs bleek men een schietschijf voor Joegoslavië: 1-7 thuis, 5-0 uit. Real Madrid-aanvaller Predrag Mijatovic maakte zeven doelpunten in dat tweeluik.

Hongarije probeerde in de 21ste eeuw iets te forceren door verschillende buitenlanders aan te stellen als bondscoach. Dit leidde onder meer tot benoemingen van Lothar Matthäus en Erwin Koeman, maar ook de Duitser en de Nederlander konden geen ommekeer bewerkstelligen. Een dieptepunt werd bereikt in de kwalificatiecyclus voor het EK van 2008 door als zesde te eindigen in een groep met zeven landen. Alleen voetbaldwerg Malta eindigde lager, maar zelfs die ploeg wist men een nederlaag toe te brengen (2-1).

Langzaamaan wist Hongarije zich op te krabbelen uit het sportieve dal. De nationale ploeg deed een serieuze poging om het WK van 2010 te bereiken, maar eindigde op drie punten van play-offdeelnemer Portugal als vierde. Voor de eindtoernooien van 2012 (EK) en 2014 (WK) eindigde men zelfs op een derde plaats in de kwalificatie. Tijdens de laatstgenoemde cyclus bedroeg de achterstand op een play-offplek twee punten. Roemenië ging er met dat ticket vandoor.

EK-rentree

De UEFA besloot het deelnemersveld voor het EK van 2016 uit te breiden naar 24 teams. Hongarije eindigde opnieuw als derde, maar kwalificeerde zich dankzij de play-offs alsnog voor de eindronde. Een dubbele zege op Noorwegen (0-1 en 2-1) volstond voor dit succes. In de groepsfase volstonden resultaten tegen Oostenrijk (2-0), IJsland (1-1) en Portugal (3-3) voor de groepswinst. Tegen de latere winnaar Portugal maakte voormalig PSV-aanvaller Balazs Dzsudzsák twee van de drie doelpunten.

Hongarije sneuvelde op het EK van 2016 in de achtste finale tegen België (0-4). Drie van de vier doelpunten vielen pas in het laatste kwartier. Het team kwalificeerde zich vervolgens ook voor de EK’s van 2021 en 2024, maar in beide gevallen bleek de groepsfase het eindstation. Tijdens de editie in Duitsland wist men nog wel een 1-0 zege te boeken op Schotland. De late treffer van Kevin Csoboth volstond net niet om als één van de beste nummers drie door te stoten naar de achtste finale.

In de 21ste eeuw plaatste Hongarije zich nog nooit voor een WK. Men bereikte wel succes in de Nations League door zowel in 2019 als 2021 te promoveren. Hierdoor mocht het team in de cyclus 2022-2023 deelnemen aan Divisie A. Met Engeland, Duitsland en Italië begon men als absolute underdog, maar desondanks sleepten de Hongaren er een verdienstelijke tweede plaats uit met tien punten uit zes wedstrijden.

Schrikmoment in Amsterdam

Op 16 november 2024 werd de Nations League-wedstrijd tussen Nederland en Hongarije opgeschrikt door een medisch ongeval. Assistent-bondscoach Ádám Szalai had in de beginfase dringend medische hulp nodig. Na een aantal angstige minuten werd hij stabiel afgevoerd naar het ziekenhuis. Oranje won dit duel overigens met 4-0.

Hongarije op eindtoernooien

Sinds de jaren dertig is Hongarije actief in de kwalificatiefase voor EK’s en WK’s. In de onderstaande tabel treft u een overzicht.

EK’s

WK’s

Hongarije versus Nederland

Het Nederlands elftal speelde vooralsnog negentien officiële interlands tegen Hongarije. De Oranje-internationals wisten elf wedstrijden in eigen voordeel te beslissen, waar vijf edities de andere kant op vielen. Driemaal eindigde een krachtmeting onbeslist. De doelcijfers zijn logischerwijs in het voordeel van de Nederlanders: 56 doelpunten voor, dertig tegen.

Op 8 juni 1930 vond de eerste krachtmeting tussen Hongarije en Nederland plaats. Een vriendschappelijke ontmoeting in Boedapest werd glansrijk gewonnen door het thuisland: 6-2. Tot en met de jaren tachtig was het krachtsverschil nooit al te groot in Nederlands voordeel, maar dat veranderde nadien. Oranje won zowel in 1994 (7-1), 2010 (6-1) als 2013 (8-1) met grote cijfers. Robin van Persie maakte in die laatste wedstrijd een hattrick en kroonde zich daarmee tot topscorer aller tijden.

In 2024 troffen Hongarije en Nederland elkaar voor het eerst in de Nations League. Roland Sallai dacht de thuisploeg een zege te bezorgen, maar ondanks de rode kaart voor Virgil van Dijk wist Denzel Dumfries de bezoekers nog langszij te knikken (1-1). Het weerzien staat gepland voor 16 november 2024. Het weerzien op 16 november 2024 eindigde wel in een Oranje-triomf: 4-0.

Veelgestelde vragen over het Hongaarse voetbalteam

Laatste update: 16 november 2024